H7 Flashcards

(56 cards)

1
Q

Een verleende dienst

A

Une prestation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een koffiekoek

A

Une viennoiserie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ontbijtgranen

A

Des céréales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De papiermand

A

Une corbeille à papier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De dienstverlener

A

Un prestataire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het gemak, het comfort

A

La commodité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Upselling

A

La vente additionnelle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ik noteer uw bestelling / uw vraag.

A

Je prends note de votre commande / votre demande.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

indien u wenst, kan ik …

A

Si vous le souhaitez, je peux …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een handvat

A

La poignée de la porte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kort overlopen

A

Récapituler

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stofzuigen

A

Passer l’aspirateur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De kamer opmaken voor klant die nog een nacht blijft

A

Faire une chambre en recouche

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De kamer voor een nieuwe klant klaarmaken

A

Faire une chambre à blanc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De kamer ontruimen

A

Libérer la chambre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een dienstkarretje

A

Un chariot à desserte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Een bagagekarretje

A

Un chariot à bagages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Een fruitmand (= gevuld)

A

une corbeille de fruits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De papiermand

A

Une corbeille à papier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De nauwkeurigheid

A

La rigueur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Een deken

A

Une couverture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Een (bad)handdoek

A

Une serviette (de bain)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welkomstplateau (koffie-thee

A

Un plateau de courtoisie

24
Q

Welkomstproductjes

A

Les produits d’accueil

25
De voerman
Le voiturier
26
De kruier
Le bagagiste
27
De nachtportier
Le veilleur de nuit
28
Een loopjongen
Un chasseur
29
Is alles naar wens?
Est-ce que tout est à votre convenance ?
30
De floorsupervisor
La gouvernante
31
Een kamermeisje
Une femme de chambre
32
Een koffie verkeerd
Un lait russe
33
Een spiegelei
sur le / au plat
34
Een zacht gekookt ei
à la coque / mollet
35
Ik bel / roep onmiddellijk de verantwoordelijke
J’appelle tout de suite le responsable.
36
We brengen u onmiddellijk een deken.
Nous vous apportons immédiatement une couverture.
37
Had u iets speciaals (in het bijzonder) gewenst?
Vous souhaiteriez quelque chose en particulier ?
38
Is er een probleem?
Est-ce qu’il y a un problème ?
39
Wat kan ik voor u doen?
Que puis-je faire pour vous ?
40
Een roerei
Un œuf brouillé
41
Havermout
L’avoine
42
Havermoutvlokken
les flocons (m) d’avoine
43
Ontbijtgranen
Des céréales
44
Upselling
La vente additionnelle
45
Het gemak, het comfort
La commodité
46
De dienstverlener
Un prestataire (de services)
47
Een verleende dienst
Une prestation
48
Graag gedaan.
De rien
49
Tot uw dienst!
A votre service !
50
Aarzel niet om me terug te contacteren, indien nodig.
N’hésitez pas à revenir vers moi, si nécessaire.
51
Ik overloop kort uw bestelling (ik vat even samen)
Je récapitule votre commande.
52
kan ik u helpen?
Je peux vous aider ?
53
Waarmee kan ik u van dienst zijn?
En quoi puis-je vous être utile ?
54
Had u nog iets gewenst?
Vous avez besoin d’autre chose ?
55
Maakt u zich geen zorgen. Wij zullen dit oplossen
Pas de problème, nous allons arranger cela.
56
Ik kan u voorstellen om ...
Je peux vous proposer de ...