H7 Flashcards
Manipuleren en meten van hersenen en gedrag
- Postmortem onderzoek (obductie), neuropsychologische testen na hersenbeschadiging
- Manipuleren van hersenen en gedrag: DBS, T MS
- Meten van elektrische hersenactiviteit: EEG, MEG
- Anatomische imaging technieken: CT, MRI
- Functionele imaging technieken: fMRl, fNlRS, PET
Obductie
Post-mortem kunnen de hersen veel vertellen
- CVA’s
- Meningioom en Glioom (tumor)
- zwarte stof (bijv. Parkinson)
Spatiële resolutie
Hoe gedetailleerd worden hersenstructuren weergegeven (mm - cm)
Temporele resolutie
Hoe nauwkeurig is de meting in de tijd (ms-s-min)
Invasiviteit
Is meten mogelijk vanaf de buitenkant (non-invasief) of moet het (hersen)weefsel worden binnengedrongen (erg invasief)
Anatomische vs functionele imaging technieken
- Anatomisch = statisch
- Functioneel = dynamisch
Stereotactisch apparaat
Bepaald heel nauwkeurig een precieze locatie in de hersenen
- psychochirurgie (ablatie, laesies, gamma “knife” bestraling)
- deep brain stimulation (Parkinson)
Ablatie
Delen weg halen
Laesie
Incisie maken en deel uitschakelen
Reversibele laesie
Voorkomt dat het omliggende gebied in de laesie komt doormiddel van koelen en lokale toediening van GABA agonist
–> Gebied wordt dan tijdelijk uitgeschakeld ipv blijvend
Irreversibele laesie
Blijvende laesie –> brein gaat compenseren (neuroplasticiteit)
- Elektrolytisch = wegbranden dmv. elektroden
- Neurotoxisch = vergiftiging van weefsel via infuus
- High Intensity Focused Ultrasound (HIFU) = opwarmen weefsel met geluidsgolven
Deep Brain Stimulation
Elektrodes geïmplanteerd in de hersenen stimuleren een specifiek gebied met continue laagspanning pulsen van elektrische stroom om gedrag te faciliteren
Bij Parkinson –> gebied van stimulatie = basale ganglia (globus pallidus, subthalamische nucleus)
Optogenetica
Manipuleren en meten van neurale activiteit in ‘natuurlijke bewegende’ dieren
–> genetisch manipuleren om op lichtgolven te reageren en dan experimenteren met lichtgolven
Transcraniële Magnetische Stimulatie (TMS)
Met een hele sterke magneet de hersenen stimuleren
- 8 vormige spoel waar heel kort een hele sterke stroom doorstroomt (magnetisch veld)
- Het magnetisch veld verstoort de ionen stroom in je hersenen
Online rTMS
rTMS tijdens een taak met herhaaldelijke stimulatie
Offline rTMS
rTMS voorafgaand aan een taak
Single Pulse rTMS
rTMS met tussenpozes van stimulatie
Meten van elektrische hersenactiviteit, Vier belangrijke technieken:
- Single-cel recordings –> actiepotentialen
- Elektro-encefalografie (EEG) –> graduele potentialen
- Event-related potentials (ERPs) –> in reactie op stimulus
- Magneto-encefalografie (MEG) –> magnetische activiteit
Single Cell Recordings
- Extracellulair –> meten van elektrische activiteit van meerdere neuronen (clusters)
- Intracellulair –> meten van elektrische activiteit van één enkele neuron
e.g. cellen in auditieve cortex die ‘vuren’ in reactie op lage of hoge tonen
cellen in de hippocampus die vuren bij betreden van bepaalde plaats in omgeving
NB: belangrijkste nadeel –> voornamelijk geschikt voor ‘kweekneuronen’ (in petrischaaltje) of ‘levende’ coupes (dunne plakjes hersenweefsel) EN Psychochirurgie vereist (invasief) indien toegepast in levend organisme (in vivo)
Elektro-encefalografie (EEG)
Meet graduele potentialen (EPSPs en IPSPs) op neuronen met gelijke oriëntatie die tegelijk actief zijn
* + goedkoop
* + non-invasief
* + hoge temporele resolutie
* - lage spatiele resolutie > 1 cm
* - bron van activiteit moeilijk te achterhalen
Hoe hoger de frequentie van het EEG, hoe actiever de hersenen
Waarom kan EEG geen actiepotentialen meten?
Potentialen zijn alleen meetbaar op de hoofdhuid als ze gelijktijdig optreden in grote clusters van neuronen (duizenden tot miljoenen)
Actiepotentialen kunnen niet worden gemeten met EEG omdat:
* Actiepotentialen kortdurend zijn (1 ms)
* Neuronen zelden op exact hetzelfde moment ‘vuren’
* Axonen relatief ‘random’ georiënteerd zijn (i.e. liggen niet allemaal in dezelfde richting)
Waarom kan EEG wel graduele potentialen meten?
Graduele potentialen kunnen wel worden gemeten met EEG omdat:
* EPSPs en IPSPs meestal langer duren (10’s -100’s ms)
* EPSPs en IPSPs lokaal optreden (i.e. verplaatsen zich niet door een axon)
* EPSPs en IPSPs op dendrieten en cellichamen optreden, en deze staan over het algemeen loodrecht op de oppervlakte van cerebrale cortex
NB: graduele potentialen gemeten op de hoofdhuid reflecteren de som van alle EPSPS en IPSP
Event Related Potentials (ERP)
in reactie op stimulus
Magneto-encefalografie (MEG)
magnetische activiteit
MEG = magnetische tegenhanger van EEG
* + non-invasief
* + hoge temporele resolutie (-1 ms)
* + hoge spatiele resolutie (2-3 mm)
* - veel duurder dan EEG speciale magnetisch afgeschermde ruimte nodig)
* - bron van activiteit moeilijk te achterhalen