HC08 - Virale mondinfecties Flashcards

1
Q

Wat voor ziektebeeld zie je hier?

A

Ecthyma bij geiten en schapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de veroorzaker van ecthyma?

A

Een pokkenvirus genaamd parapox virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe komt het parapoxvirus het lichaam binnen?

A

Lokaal, via beschadigingen in de huid bij overgang van de huid en mucosa of in de mucosa zelf.
Ook kan overdracht van lammeren op ooi plaatsvinden als besmette lammeren melk gaan drinken en de uieren besmetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn verschijnselen bij ecthyma?

A

Het begint met roodheid in de mondhoeken, waarna er blaasjes gaan vormen die daarna open kunnen barsten waarbij er veel virusdeeltjes vrijkomen. Op die plekken kunnen er necro-proliferatieve woekeringen ontstaan die lijken op papilloma’s, of er ontstaan korsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zie je hier?

A

Ecthyma bij mensen. Het is een zoönose, dus je moet goed opletten dat je bij een verdenking van ecthyma op je eigen veiligheid let.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een lokale verspreiding van een virus?

A

Je hebt dan infectie en virusvermeerdering in epitheelcellen in en rond de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een systemische verspreiding van het virus?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zie je hier?

A

Je ziet een koe die heftig aan het speekselen is en een dichte en open blaar heeft op de tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn mogelijke virale oorzaken voor afwijkingen in de mondholte bij een rund?

A

Eerste drie zijn aangifteplichtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mogelijke niet-virale oorzaken voor afwijkingen in de mondholte bij een rund?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waardoor wordt MKZ veroorzaakt?

A

Door een RNA-virus uit het genus Aphtovirus dat behoort tot de familie Picornaviridae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat voor serotypen MKZ zijn er bekend?

A

A, O, C en Asia-1 komen het meest voor in Europa, maar je hebt ook nog SAT1, 2 en 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar komt MKZ voor?

A

Het is endemisch in Afrika, Zuid-Amerika, Azië en Europa
Het komt niet voor in Noord-Amerika, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kunnen mensen ook besmet raken met MKZ?

A

Het MKZ-virus is niet besmettelijk voor de mens. Mensen kunnen wel gedurende enkele dagen drager zijn van het virus en het virus op deze wijze verspreiden. Er bestaat bij mensen wel een ziekte die lijkt op MKZ, namelijk hand-, voet- en mondziekte (HVM).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is hand-, voet- en mondziekte bij de mens?

A

Deze ziekte, die gepaard gaat met blaarvorming op de handen en voeten, komt voor bij kinderen en jonge mensen, maar wordt veroorzaakt door een ander virus dan MKZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Is MKZ aangifteplichtig?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke dieren zijn gevoelig voor infectie met het MKZ-virus?

A

Evenhoevige dieren.
In Nederland zijn runderen, varkens, schapen en geiten de belangrijkste doeldiersoorten. Bij de bestrijding moet echter ook rekening worden gehouden met diersoorten die op meer individuele basis worden gehouden, zoals lama’s en kamelen. Ook dieren in de wilde fauna, zoals reeën, herten en wilde zwijnen zijn gevoelig voor infectie met het MKZ-virus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe vindt besmetting met het MKZ-virus plaats?

A

Door direct en indirect contact met ademlucht, mest, urine, speeksel, sperma, eicellen, bloed en melk van virusuitscheiders. Verspreiding tussen bedrijven vindt vooral plaats via transportmiddelen en dierbewegingen. In aerosolen kan het virus zich gemakkelijk verspreiden, onder gunstige omstandigheden tot over vele kilometers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het MKZ-virus is zeer resistent, ook in dierlijke producten. Wat heeft dit voor gevolg?

A

Bij runderen en kleine herkauwers blijft na een infectie een deel van de dieren virusdrager. De virusuitscheiding kan langer dan twee jaar plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waar vindt de virusvermeerdering in het dier zich plaats?

A

De eerste virusvermeerdering vindt plaats in de farynx. Daarna verspreidt het virus zich via bloed en lymfe door het gehele lichaam. Vervolgens vermeerdert het virus zich in lymfeknopen, slijmvliezen, huid en bij jonge dieren in het myocard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de incubatietijd van MKZ?

A

2 tot 8 dagen (met een max van 14 dagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat voor verschijnselen ontstaan er na de incubatietijd bij runderen vooral?

A

Koorts (hoger dan 40), anorexie en depressie.
Er ontstaat een daling van de melkgift, blaren op de tong, tandvlees en lippen. Door deze pijnlijke laesies smakken en speekselen de dieren overvloedig.
Dieren lopen stijf door blaren op de klauwen en kunnen er ook blaren op de uiers ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gebeurt er als na 24 en 48 de blaren open barsten?

A

Er ontstaan dan ulceraties, die in en rond de mond snel genezen waardoor ze binnen enkele dagen weer normaal kunnen eten.
e laesies rond de klauwen genezen langzamer en worden nogal eens secundair geïnfecteerd. Een enkele keer treedt ontschoening op. Door de pijnlijkheid van de laesies in de buurt van de spenen is het onmogelijk om koeien te melken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de morbiditeit en mortaliteit van MKZ?

A

Over het algemeen worden veel dieren geïnfecteerd en ziek (hoge morbiditeit), terwijl de sterfte meestal gering is (lage mortaliteit). Uitzondering hierop vormen jonge dieren, waarbij door hartspierdegeneratie acute sterfte kan optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke verschijnselen komen bij schapen, geiten en varkens, vooral voor bij MKZ?

A

Kreupelheid, aangezien de blaren in de bek vaak niet worden opgemerkt.
Bij plotselinge dood van jonge biggen moet worden gedacht aan MKZ, vooral wanneer de sterfte bij meerdere tomen optreedt.
Schapen en geiten zijn echter vaak nauwelijks ziek, waarbij het beeld beperkt kan blijven tot een voorbijgaande kreupelheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe wordt de diagnose MKZ bevestigd?

A

De diagnose moet worden bevestigd door middel van laboratoriumonderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe wordt het laboratoriumonderzoek voor MKZ uitgevoerd?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat kan een NS-ELISA doen?

A

Daarmee kan onderscheid worden gemaakt tussen gevaccineerde en geïnfecteerde dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe werkt de preventie tegen MKZ?

A

In het verleden is in Nederland net als in veel andere Europese landen veel tegen MKZ gevaccineerd. In Nederland is daar in 1992 mee gestopt en deze preventieve vaccinatie-strategie is vanwege het non-vaccinatiebeleid van de Europese Unie op dit moment niet toegestaan. Hoewel dit beleid wel ter discussie staat, bestaat de preventie van MKZ momenteel uit algemene maatregelen om de verspreiding van het virus te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat gebeurt er als er MKZ op een bedrijf is vastgesteld?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Moeten alle dieren geruimd worden bij vaststelling van MKZ?

A

Vroeger (tot 2003) wel, maar tegenwoordig met de NS-ELISA kan er onderscheid worden gemaakt tussen gevaccineerde dieren (die mogen pas gevaccineerd worden na een vaststelling van infectie op het bedrijf), en geïnfecteerde dieren. De geïnfecteerde dieren worden dan geruimd en de gevaccineerde dieren mogen blijven leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat zijn de verschijnselen van blauwtong bij herkauwers?

A

Een verdikte blauwe tong, dikke oedemateuze kop en spenen, hyperemie van de lippen en neus.
Dit kan gepaard gaan met erosies en ulceraties van het slijmvlies, die een onaangename foetor ex ore veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Hoe wordt blauwtong overgedragen?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Aan welke ‘voorwaarden’ moeten knutten voldoen om een vector te kunnen zijn van blauwtong?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Is blauwtong aangifteplichtig?

A

Ja, vooral omdat het klinisch beeld moeilijk te onderscheiden is van bijvoorbeeld MKZ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is vesiculaire varkensziekte?

A

Vesiculaire varkensziekte (‘blaasjesziekte’; ‘swine vesicular disease’ = SVD) is een besmettelijke virusziekte bij varkens. Het virus is een RNA-virus en behoort tot de familie Picornaviridae, genus Enterovirus. Deze virussen zijn buiten de gastheer zeer stabiel en zeer resistent tegen desinfectiemiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Is vesiculaire varkensziekte aangifteplichtig?

A

Ja
De ziekte heeft in de regel een goedaardig verloop. Vesiculaire varkensziekte ontleent zijn betekenis vooral aan het feit dat de infectie klinisch niet is te onderscheiden van een infectie met MKZ.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is de incubatietijd van vesiculaire varkensziekte?

A

2 tot 7 dagen (maximaal 14)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat zijn de verschijnselen van vesiculaire varkensziekte?

A

Vrijwel hetzelfde als MKZ:

40
Q

Wat is het verschil tussen MKZ en SVD?

A

SVD is meer hokgebonden en verspreidt zich dus minder snel door het bedrijf dan MKZ.

41
Q

Hoe wordt SVD gediagnosticeerd?

A
42
Q

Hoe werkt de bestrijding bij SVD?

A

Ter bestrijding van de ziekten worden dezelfde maatregelen genomen zoals bij andere aangifteplichtige ziekten. Vaccinatie is, anders dan bij MKZ, geen onderdeel van de bestrijding.

43
Q

Wat is stomatitis vesicularis?

A

Stomatitis vesicularis (of vesiculaire stomatitis) is een sporadisch voorkomende virusziekte die kan optreden bij het rund, het paard en het varken. Vesiculaire stomatitis wordt veroorzaakt door het Vesiculovirus, dat behoort tot de RNA-virusfamilie Rhabdoviridae. Het wordt waarschijnlijk overgebracht door insecten als vectoren.

44
Q

Waar komt stomatitis vesicularis voor?

A

Er komen regelmatig uitbraken voor in Noord- en Zuid-Amerika en de ziekte is rond 1890 ook in Afrika en rond 1915 in Europa gesignaleerd. In Nederland is de ziekte nog niet vastgesteld, terwijl de recente gevallen in Europa importgevallen bleken te zijn.

45
Q

Is stomatitis vesicularis aangifteplichtig?

A

Ja, want het lijkt heel erg op MKZ

46
Q

Hoe verspreidt het virus zich na infectie?

A

Na het eerste contact invadeert het virus het epitheel van de mondslijmvliezen of de huid. Ook de tepels en klauwen kunnen worden geïnvadeerd, vooral als er sprake is van (micro)trauma. Binnen korte tijd ontstaan bleke blaasjes die gemakkelijk ruptureren, waarna ulcererende laesies optreden. De laesies genezen snel, meestal binnen een week na aanvang van de ziekte.

47
Q

Wat is de incubatieperiode van vesiculaire stomatitis?

A

1 tot 8 dagen

48
Q

Wat zijn de verschijnselen van vesiculaire stomatitis?

A
49
Q

Hoe wordt de diagnose vesiculaire stomatitis gesteld?

A

De diagnose berust op het aantonen van het virus door middel van virusisolatie of het aantonen van een seroconversie met een virusneutralisatietest of ELISA. De diagnostiek is vooral van belang voor het onderscheid met mond-en-klauwzeer.

50
Q

Wat voor verschijnselen zie je bij de labiale vorm van ecthyma?

A

Dit blijft beperkt tot de lippen. Ook kunnen zich korsten vormen rond de neus en de ogen en op de oorrand. Daarnaast kunnen laesies ontstaan op de uier of het scrotum en preputium

51
Q

Wat voor verschijnselen zie je bij de gegeneraliseerde vorm van ecthyma?

A

Ook kan er een meer gegeneraliseerde vorm ontwikkelen, waarbij de laesies zich uitbreiden tot de gingiva, tong, slokdarm en voormagen. Een enkele keer worden de tussenklauwspleet en de kroonrand aangetast, waarbij kreupelheid ontstaat.

52
Q

Is ecthyma een zoönose?

A

Ja

53
Q

Wat zijn de verschijnselen van ecthyma?

A
54
Q

Hoe wordt de diagnose ecthyma gesteld?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van de klinische verschijnselen. In twijfelgevallen kan men (elektronen)microscopisch onderzoek laten verrichten van materiaal uit de rand van jonge laesies. Bewijzend zijn insluitlichaampjes of virusdeeltjes.

55
Q

Wat is de behandeling van ecthyma?

A

De behandeling bestaat vooral uit ondersteunende maatregelen en het voorkomen van secundaire bacteriële infecties door lokale behandeling met milde desinfecterende stoffen. Bij ernstige secundaire bacteriële infecties is systemische behandeling met antibiotica geïndiceerd.

56
Q

Wat is de prognose voor ecthyma?

A

De prognose is meestal gunstig voor lammeren, waarbij alleen de bek is aangetast. Maar de ziekte heeft een slepend karakter en het herstel kan soms langer dan een maand duren, waardoor de economische schade groot kan zijn. Jonge lammeren kunnen sterven, meestal door secundaire infecties. De prognose van ecthyma aan de uier hangt af van het optreden en de ernst van de secundair ontstane bacteriële mastitis. Regelmatig leidt een dergelijke mastitis tot het afsterven van de uierhelft of zelfs sterfte van de ooi.

57
Q

Wat is pokkendifterie bij pluimvee?

A

Pokkendifterie is de naam voor infecties met Avipoxvirussen bij de kip en andere vogels, waarbij zowel laesies in de huid als in het mondslijmvlies kunnen optreden. Avipoxvirussen zijn DNA-virussen en er bestaan diverse varianten. Bekend zijn onder meer kippenpokken, kalkoenpokken, kwartelpokken, duivenpokken en kanariepokken.

58
Q

Hoe wordt pokkendifterie bij pluimvee verspreidt?

A

Infectie met het kippenpokkenvirus geschiedt door mechanische transmissie via de beschadigde huid. Stekende insecten en ook de mijt Dermanyssus gallinae kunnen de infectie overbrengen.
Horizontale transmissie tussen kippen geschiedt vrij langzaam. Infectie van de huid leidt na drie dagen tot virusproductie in de huid, voorafgegaan door hyperplasie van het epitheel.
De incubatietijd bedraagt 4 tot 10 dagen. Een voorbijgaande viremie treedt op vanaf 4 dagen na infectie.

59
Q

Wat zijn de verschijnselen van pokkendifterie bij pluimvee?

A
60
Q

Hoe wordt de diagnose pokkendifterie gesteld?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van het klinisch en postmortaal beeld. Pokken zijn typische laesies. Bij histologisch onderzoek worden de typische hyperplasie en de aanwezigheid van grote eosinofiele cytoplasmatische insluitlichaampjes (Bollinger bollen) waargenomen.
Onderscheid tussen vaccin- en veldstammen kan worden gemaakt met een PCR. Pokkeninfectie kan ook worden vastgesteld door het aantonen van een specifieke humorale immuunrespons met immunodiffusietesten of met een ELISA.

61
Q

Wat is de behandeling van pokkendifterie?

A

Infecties met het pokkenvirus gaan meestal spontaan over. Bij dieren die niet meer willen eten of drinken moet dwangvoedering worden toegepast.
Bij kanaries kan de inwendige vorm leiden tot sterfte. In noodzakelijke gevallen kunnen (particulier gehouden) kippen worden behandeld door het aanstippen van de laesies met topicale desinfectantia die jodium bevatten. Daarnaast is een adequate verpleging nodig in de vorm van dwang-voedering en rust. Bij goede behandeling geneest de ziekte meestal na enkele weken.

62
Q

Hoe kun je vaccinaties gebruiken als behandeling bij pokkenvirus?

A

Vaccinatie geschiedt met ‘levend’ vaccin van een diersoortspecifiek pokkenvirus, dat in artificiële huidwonden wordt aangebracht. Daartoe worden gaatjes in de huid gemaakt of veren uitgetrokken. Na 7 tot 10 dagen kan de ontstane pok als positief resultaat worden onderzocht. Een hervaccinatie, die niet tot pokvorming leidt, is eveneens een betrouwbaar controlemiddel. De vaccinatie kan ook als noodvaccinatie worden toegepast. In het geval van een uitbraak op een bedrijf met gevoelige dieren geschiedt een noodvaccinatie dan bij dieren die nog niet zijn aangetast.

63
Q

Waardoor wordt psittacine beak and feather disease bij papagaaiachtigen veroorzaakt?

A

‘Psittacine beak and feather disease’ (‘bek- en verenrot’) wordt wereldwijd gezien bij papegaaiachtigen (psittacidae). De ziekte wordt veroorzaakt door een Circovirus, een DNA-virus. Het virus is zeer omgevingsresistent. Vooral vogels jonger dan drie jaar zijn zeer gevoelig.

64
Q

Hoe wordt PBFD overgedragen?

A

Het virus wordt via direct en indirect contact overgedragen, vooral via inhalatie en ingestie

65
Q

Wat tast PBFD aan?

A

Het virus tast de cellen van het immuunapparaat aan (bursa Fabricius en thymus), waardoor zowel de humorale als de celgemedieerde immuniteit wordt verstoord met veelal secundaire infecties als gevolg.
Secundaire infecties zijn verantwoordelijk voor ongeveer 70% van de sterfte bij vogels die besmet zijn met dit virus. Daarnaast beschadigt het virus de cellen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het verenkleed en in uitzonderlijke gevallen de snavel.

66
Q

Waarmee wordt de chronische vorm van PBFD gekenmerkt?

A

De chronische vorm van de infectie wordt gekenmerkt door een toenemend veerverlies. Aantasting van de snavel wordt veel minder gezien, maar is beschreven bij kaketoes. Hierbij treed een aantasting van het palatum van de bovensnavel op en uiteindelijk ontstaan ook barsten en necrose in de snavel, waardoor deze kan afbrokkelen.

67
Q

Hoe wordt de diagnose PBFD gesteld?

A

De diagnose wordt gesteld op basis van onderzoek van materiaal van afwijkende huid of veren, waarin typische insluitlichaampjes worden gevonden. Met behulp van een PCR-test op huidweefsel (of elektronenmicroscopie) kan de diagnose worden bevestigd. Een PCR-test op gehepariniseerd volbloed kan worden gebruikt om dragers op te sporen

68
Q

Wat is de behandeling van PBFD?

A

Er is geen therapie of vaccin

69
Q

Wat houdt de acute vorm van PBFD bij grijze roodstaarten in?

A
70
Q

Bij welke ziekte komt welke laesie voor? Kies uit MKZ, blauwtong en vesiculaire stomatitis.

A
71
Q

Welke dieren zijn vatbaar voor deze ziektes?

A
72
Q

Wat is een ander woord voor blaar?

A

Vesikel

73
Q

Wat is een ander woord voor puistje?

A

Pustel

74
Q

Wat is difterie bij het rund?

A

Difterie bij het rund is een necrotiserende ontsteking van het slijmvlies in de bek en de keel, die vooral voorkomt bij twee weken tot drie maanden oude kalveren, maar soms ook wordt gezien bij vaarzen.

75
Q

Wat veroorzaakt de difterie bij runderen?

A

De ontsteking wordt veroorzaakt door Fusobacterium necrophorum. Deze anaerobe Gramnegatieve staaf is een normale omgevingsbacterie die zich op de slijmvliezen kan bevinden.

76
Q

Hoe ontstaan infecties bij difterie bij runderen?

A

Infecties ontstaan meestal pas als het slijmvlies beschadigd is, bijvoorbeeld wanneer gebitselementen doorbreken of door harde delen van planten. Bij jonge dieren is het slijmvlies nog kwetsbaar waardoor er gemakkelijk ontvellingen (excoriaties) kunnen ontstaan.
Hierbij worden exotoxinen geproduceerd die coagulatienecrose opwekken

77
Q

Welke difteriën kun je onderscheiden bij runderen?

A
  • Tongdifterie
  • Wangdifterie
  • Larynxdifterie
78
Q

Wat zijn de verschijnselen van difterie bij runderen?

A
79
Q

Hoe wordt de diagnose difterie gesteld bij runderen?

A

De diagnose wordt gesteld op grond van de karakteristieke veranderingen in het slijmvlies van de bek. Omdat laesies in het achterste deel van de bek (wang en farynx) moeilijk zijn te zien, moet de bek grondig worden geïnspecteerd met een buisspeculum. Ook moet worden gelet op eventuele oorzaken voor slijmvliesbeschadiging, zoals vreemde voorwerpen of scherpe punten aan de kiezen. Bacteriologisch onderzoek van een swab diep uit de laesie kan de diagnose bevestigen.

80
Q

Wat is de therapie bij difterie bij runderen?

A

De therapie bestaat uit het parenteraal toedienen van antibiotica. Daarnaast moeten hygiënemaatregelen worden genomen om verspreiding via bijvoorbeeld speenemmers te voorkomen.

81
Q

Wat is de prognose bij difterie bij runderen?

A

De prognose van difterie is in het algemeen gunstig. Alleen larynxdifterie en door embolie gecompliceerde vormen hebben een slechte prognose.

82
Q

Wat is actinobacillose bij het rund en het schaap?

A

Actinobacillose bij het rund is een bacteriële infectie van de weke delen van de bek, die een pyogranulomateuze ontsteking veroorzaakt. De infectie wordt gekenmerkt door veel pyogranulomen die zijn omgeven door slap bindweefsel. Om het totale ontstekingsproces is vaak een stevig bindweefselkapsel gevormd.

83
Q

Hoe wordt actinobacillose veroorzaakt?

A

De ziekte wordt veroorzaakt door de facultatief anaerobe Gramnegatieve staaf Actinobacillus lignieresii, die zich als commensaal op de slijmvliezen kan bevinden

84
Q

Hoe kan infectie met actinobacillose optreden?

A

Infectie kan optreden door wondjes in het mondslijmvlies, bijvoorbeeld als gevolg van scherpe stukjes voer of corpora aliena.

85
Q

Wat wordt er aangetast bij actinobacillose?

A

Vooral de tong, de farynx en de larynx worden aangetast. In de tong is het proces soms zeer uitgebreid (we spreken dan van ‘houttong’), soms nodulair en aan de oppervlakte paddenstoelvormig, terwijl elders voornamelijk de circumscripte granulomen worden gezien. De aandoening komt sporadisch voor in de neusgangen, de slokdarm, de voormagen, de longen en de huid. In de meeste gevallen zijn de regionale lymfeknopen aangetast.

86
Q

Hoe besmettelijk is actinobacillose?

A

De ziekte is niet erg besmettelijk en doet zich meestal slechts bij een enkel dier voor. Soms kan de infectie endemisch optreden bij jong rundvee op stal. Dit gebeurt echter alleen als er ook predisponerende factoren aanwezig zijn die leiden tot een hoge incidentie van mondslijmvliesbeschadiging.

87
Q

Wat zijn de verschijnselen van actinobacillose?

A

De infectie verloopt vaak zonder duidelijke verschijnselen en wordt dan pas bij het slachten ontdekt.
In ernstige gevallen van tongactinobacillose speekselt het rund en kan het moeilijk grazen, kauwen en slikken. Soms is de tong zo sterk in omvang toegenomen en door bindweefselvorming verhard (‘houttong’) dat het dier geen ruwvoer kan pakken en de bek niet meer kan sluiten. Bij keelactinobacillose ontstaan slikproblemen en soms ook een inspiratoire stridor.

88
Q

Hoe wordt de diagnose actinobacillose gesteld?

A

De diagnose van tongactinobacillose wordt gesteld door inspectie en palpatie van de tong en door microscopisch en bacteriologisch onderzoek van purulent exsudaat of een biopt.

89
Q

Wat is de behandeling en prognose van actinobacillose?

A

De infectie kan worden behandeld door middel van een langdurige antibioticakuur.
Bij gelokaliseerde actinobacillose dringt het antibioticum vanwege de bindweefselvorming vaak slecht door tot de infectiehaard. Hierdoor is er een vrij grote kans op een recidief.
Bij de diffuse vorm (‘houttong’) zijn de veranderingen irreversibel en is de prognose slecht.

90
Q

Wat is actinomycose bij het rund?

A

Actinomycose is een chronische ontsteking van het skelet (osteomyelitis) met talrijke pyogranulomen. De aandoening wordt vooral gezien bij het rund en tast vooral de onderkaak aan. De morbiditeit is laag.

91
Q

Waar wordt actinomycose veroorzaakt?

A

Actinomycose wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door Actinomyces bovis, een anaerobe en niet-sporenvormende Grampositieve staaf, die een normale bewoner is van het mondslijmvlies. Een enkele maal wordt Actinomyces israelii gevonden, de veroorzaker van kaakactinomycose bij de mens.

92
Q

Hoe kan een infectie met actinomycose optreden?

A

Infectie kan optreden door wondjes in het mondslijmvlies als gevolg van scherpe stukjes voer en corpora aliena of bij jonge dieren als gebitselementen doorbreken. Gewoonlijk blijft de kiem beperkt tot de primaire laesie en bijbehorende lymfeknoop en vindt er geen lymfogene verspreiding plaats.

93
Q

Wat zijn verschijnselen van actinomycose?

A

De verschijnselen bestaan uit moeilijk kauwen en deformiteiten van de kaak. De zwelling is hard, niet verplaatsbaar en aanvankelijk meestal niet pijnlijk. In een later stadium kan het pijnlijk zijn bij aanraking en kan het proces doorbreken. Hierbij komt plakkerig purulent exsudaat vrij dat kleine, harde, geelwitte granulae bevat.

94
Q

Hoe wordt de diagnose actinomycose gesteld?

A

De diagnose wordt gesteld op grond van de verschijnselen. Om zekerheid te krijgen is aanvullend onderzoek gewenst. Dit omvat röntgenonderzoek van de kaak en bacteriologisch onderzoek.

95
Q

Wat is de behandeling en prognose van actinomycose?

A

Vanwege de matige prognose is behandeling van actinomycose niet zinvol