MTE 1 - Histologie Lever Flashcards

(35 cards)

1
Q

Waarom kan dit biopt niet van een kat zijn?

A

Je ziet de bindweefselschotjes veel te duidelijk, dit biopt is van een varken of kameel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de verschillende zones in een leverbiopt?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je ziet een levercel zoals je die met een electronenmicroscoop zou kunnen zien. Wat geven de cijfers aan?

A
  1. Endotheelcel
  2. Gal-canaliculus
  3. Ruimte van Disse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je ziet een levercel zoals je die met een electronenmicroscoop zou kunnen zien. Wat geven de letters aan?

A

A: Golgi apparaat
B: Vetdruppels
C: SER
D: Mitochondrion
E: Desmosoom
F: RER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kijk nu naar de kern: hierin is vrij veel euchromatine (wit) te zien en vrij weinig heterochromatine (zwart).
Wat zegt dit, in combinatie met de aanwezige organellen, over de functie en activiteit van de cel?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor bloedcapillairen bevinden zich in de lever?

A

Sinusoïden (discontinue capillairen)
Tussen de endotheelcellen zitten grote openingen. Het basaalmembraan is afwezig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke cellen zijn zichtbaar bij het cijfer 1 en wat is de functie van deze cellen?

A

Kupffer cellen; macrofagen die lichaamsvreemde deeltjes uit het bloed in de lever verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke cel is zichtbaar bij het cijfer 2 en wat is de functie van deze cel?

A

Ito-cel/Fat storing cel/hepatic stellate cel; deze cellen slaan vet op in de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de Ruimte van Disse (perisinusoïdale ruimte)?

A
  • Uitwisseling van stoffen, tussen bloedplasma en microvilli van hepatocyten
  • Vocht wordt hier als lymfe afgevoerd naar de lymfevaten van de lever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de omstandigheden in zone 1 van de levercel?

A

Zone 1 ligt het dichtst bij de vasculaire as van de acinus. In deze zone krijgen hepatocyten een uitstekende toevoer van voedingsstoffen en zuurstof en zijn ze metabolisch het meest ac- tief. Cellen in deze zone kunnen ook als eerste worden blootgesteld aan toxische stoffen die de lever binnenkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de omstandigheden in zone 3 van de levercel?

A

Zone 3 grenst aan de centrale vene en is het minst kwetsbaar wat betreft de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een leverlobulus kan morfologisch worden gedefinieerd (klassieke anatomische lobulus), maar ook functioneel (portale lobulus) of op metabole activiteit (portale acinus).
Bij de portale acinus worden ook een drietal zones aangeduid:
- Zone 1 (dichtbij de binnentredende bloedvaten)
- Zone 2 (intermediair)
- Zone 3 (dichtbij de centrale vene)
In welke zone verwacht je in eerste instantie afwijkingen te kunnen zien, in het geval van hypoxie in de lever?

A

Zone 3
Deze zone zit het verst van de bloedtoevoer af, dus bij een hypoxie zullen deze cellen het eerst schade vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welke zone verwacht je in eerste instantie afwijkingen te kunnen zien, in het geval van aanwezigheid van gifstoffen in de lever (intoxicatie)?

A

Dit is afhankelijk van het type toxine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Je kijkt naar een leverbiopt. Bij welke cellen horen de celkernen met de rode cirkels?

A

Bij de levercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Je kijkt naar een leverbiopt. Wat wijzen de zwarte pijlen aan?

A

Vetcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Je kijkt naar een leverbiopt. Welk type cellen bevindt zich in de blauwe ovaal?

A

Rode bloedcellen

17
Q

Je kijkt naar een leverbiopt. Wat is de juiste term om dit pathologisch beeld te beschrijven?

A

Leververvetting (steatose)

18
Q

Je kijkt naar een leverbiopt. Wat is er misgegaan bij de behandeling van de kat?

A

De kat at niet meer, en ze hebben hem niet onder dwang gevoerd. Hij zet glycerol om in glucose en 3 vetzuren, en die vetten worden opgeslagen in de lever. Dit is omkeerbaar.

19
Q

Je kijkt naar een lever. Welke parasiet is dit?

A

Leverbot (Fasciola hepatica)

20
Q

Waardoor ontstaat de leverschade bij een infectie met leverbot?

A

Door obstructie van de galwegen

21
Q

Hoe verloopt de galstroom normaliter eigenlijk?

A
  • Galcanaliculi (intercellulaire ruimtes leverparenchym)
  • Periferie lobulus (intralobulaire gal ductulus (van Hering))
  • Ductus interlobulares (in portale gebied)
  • Ductus lobares
  • Ductus hepaticus
  • Ductus cysticus
  • Galblaas
  • Vervolg ductus cysticus
  • Ductus choledochus
  • Duodenum
22
Q

Je kijkt naar een leverbiopt en ziet de portale driehoek. Door welke letter wordt de galgang aangegeven?

A

B
A is een arteriole, C is een venule, D is een venule of lymfevat

23
Q

Je kijkt naar een histologische afbeelding van de wand van de galblaas (H.E. kleuring).
Welke laag wordt aangegeven met de letter C en welk type weefsel bevindt zich daar?

A

Tunica muscularis - glad spierweefsel

24
Q

Tussen de epitheelcellen van de galblaas bevinden zich belangrijk hechtstructuren, om de gal uit de galblaas niet door te laten dringen naar de onderliggende weefsels.
Welke hechtstructuren zijn dit?

A

Tight junctions, die hiervoor geschikt zijn omdat ze een band om de apicale zijde van de cel heen vormen waarmee deze strak tegen z’n buurcellen wordt aangetrokken.

25
Waaruit bestaat gal?
- 95% Water - Bilirubine - Cholesterol - Galzouten (in lever gemaakt uit cholesterol en aminozuren)
26
Uit wat voor epitheel zijn galgangen opgebouwd?
De galgangen zijn in eerste instantie opgebouwd uit kubisch epitheel. Naarmate de afvoerbuizen richting duodenum verlopen, zien we het epitheel overgaan naar cilindrisch epitheel met slijmbekercellen.
27
Wat zie je hier?
Centrolobulaire necrose Bij hypoxie, maar ook bij vergiftiging met zone 3 actieve stoffen
28
Wat zie je hier?
Centrolobulaire atrofie Hierop is centrolobulaire (zone 3) hepatocyt atrofie zichtbaar ten gevolge van een chronische anemie. Dit is dus meer een chronisch beeld.
29
Waarbevinden gal canaliculi zich?
Deze galkanaaltjes bevinden zich tussen twee hepatocyten in. Ze worden begrensd door desmosomen en tight junctions
30
Wanneer krijg je leververvetting bij katten?
Bij honger en bij diabetes type II. Vetzuren worden dan naar de citroenzuurcyclus gebracht, waardoor je een overmaat stapeling in de vetdruppels van de hepatocyt krijgt.
31
Wat is de levenscyclus van leverbot (fasciola hepatica)?
32
Wat zijn symptomen van leverbot?
- Diarree - Vermagering - Icterus - Anemie - (Rund: verlaagde melkproductie) - (Jongvee: slechte groei)
33
Wat zijn de functies van gal?
- Anti-oxidant - Afvoeren van toxines uit de lever - Galzouten hebben een antibacteriële werking in de darm - Uitscheiding van cholesterol, fosfolipiden, en bilirubine - Galzouten zorgen in de darm voor emulgeren van vet zodat vet beter afgebroken kan worden door lipases in de darm
34
Welke kant stroomt gal op?
In tegengestelde richting van het bloed. Het gaat van canaliculi via ductus v. Hering en ductus interlobularis naar galbuis (dus van centrale vene richting triade).
35