HC14.1 Flashcards

(17 cards)

1
Q

Meest voorkomende doodsoorzaken NL

A
  • HVZ
  • Verkeersongevallen
  • Fatale infectie

100.000 reizigers met ongeveer de helft reis gerelateerde gezondheidsklachten, hiervan 3000 naar dokter, en 1:100.000 overlijdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voor corona

A
  • Wereldwijd 1 biljoen internationale reizen per jaar
  • Reistijd verminderd, waardoor mensen pas thuis last krijgen van ziekte die ze tijdens reis hebben opgelopen
  • In Europa en Noord-Amerika kans op infectieziekten veel lager
  • Risico reizigersdiarree bij verblijft van 1 maand in risicoland is 30-80%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Reis gebonden risico’s

A
  • Stress
  • Jetleg
  • Trombose
  • Frequent vliegen
  • Vliegangst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Persoon gebonden risico’s

A
  • Cardiovasculair risicoprofiel
  • Medicatie
  • VG
  • Vaccinatiestatus
  • Risico perceptie
  • Operatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Locatie gebonden risico’s

A
  • Lokale gezondheidszorg
  • Oorlog
  • Epidemie
  • Klimaat
  • Sanitatie
  • Infectieziekten
  • Luchtverontreiniging
  • Cultuurverschillen
  • Verkeersveiligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Activiteit gebonden risico

A
  • Meerdaagse werkweek
  • Ploegendienst
  • Fysieke belasting
  • Mentale belasting
  • Risicogedrag
  • Avontuurlijke reis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meest voorkomende klachten

A
  • Koorts
  • Diarree
  • Huidverschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

LARISA

A
  • Locatie
  • Activiteiten
  • Reiziger
  • Incubatietijd
  • Syndromen
  • AO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Locatie

A
  • Risico op reizigersdiarree hoogste in Zuid-Amerika of Afrika
  • Risico op buiktyfus hoogste in India
  • Geografische kennis hebben
  • Je kan hier niet veel aan doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Activiteiten

A
  • Bali met grote tempelcomplexen
  • Apen, bijten, rabiës
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rabiës

A
  • 100% dodelijke infectieziekte zonder interventie
  • India en omringende landen
  • Niet gevaccineerd moet na beet onmiddellijk menselijk anti-rabiës Ig (MARIG) toegediend krijgen en ondertussen starten met vaccinaties
  • Hondenbeet
  • Minderheid: kat, jakhals, honingdas, mangoest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aap is geen reservoir voor rabiës

A
  • Alleen als aap is gebeten door rabide dier kan geïnfecteerd zijn
  • Kans is verwaarloosbaar klein
  • Toch advies als apenbeet in gezicht MARIG toedienen, komt doordat beet zich dan dicht bij CZS bevindt
  • Meeste dieren overlijden zelf ook aan rabiës, hond binnen 7 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerkend symptoom rabiës-

A
  • Hydrofobie
  • Rabiës beschadigt neuronen waardoor verbindingen tussen deze neuronen chaotisch komen te liggen
  • Schittering van water zorgt voor veel inkomende prikkels die kortsluiting in gedestrueerde brein veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Factoren die invloed hebben

A
  • Leeftijd: hogere leeftijd is minder reserves en sneller ziek, malaria nam exponentieel toe met leeftijd, ernst hepA erger
  • Geslacht: mannen hogere risico’s op infecties
  • Gezelschap: alleen hoger risico, in groepen door groepsdruk meer risicovol gedrag
  • VG: pre-existent onderliggend lijden of medicijngebruik
  • Beschermende maatregelen: vaccinaties, profylaxe voor malaria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Incubatietijd tropische infectieziekten

A
  • Verschillen van dagen tot maanden en soms zelf meer dan een jaar
  • A.d.h.v. incubatietijd mogelijk om infectieziekten uit te sluiten, omdat symptomen te vroeg optreden
  • Dengue is 3 dagen en malaria 7 dagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Syndromen

A
  • Koorts
  • Huidafwijkingen
  • GI klachten
17
Q

Belangrijke aspecten bloedbeeld

A
  • leukocytose: bacteriële infectie, amoebenabces
  • Leukopenie: virale infectie, rickettsiose, viscerale leishmaniasis, buiktyfus, brucellose
  • Trombopenie: malaria, arbovirale infecties, leptospirose, rickettsiosem hemorragische koortsen, ziekte met diffuus intravasale stolling, viscerale leishmaniasis
  • Eosinofilie: strongyloidiasis, schistomiasis, acariasis, filiariasis, gnathostomiasis, fascioliasis, trichinellose