HC.3.5: Shock en septische shock Flashcards

1
Q

Wat zagen we bij sommige mensen met een COVID infectie? En hoe komt dat?

A

Je krijgt bij een infectie met een virus eerst een virus respons fase. Daarna krijg je ook een reactie van je afweer. Die reactie van je afweer kan best heftig zijn. De afweerreactie kan zo erg zijn dat het lijkt op een auto-immuunreactie: dat de antilichamen ook gewone organen gaan aanvallen.
Bij COVID had men soms ernstige afwijkingen die zichtbaar waren op de CT met matglasafwijkingen. Daarnaast konden er ook consolidaties optreden, samenvallen van de long.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was er verhoogd bij mensen met een COVID infectie? En waar duidt dit op?

A

Bij COVID zagen we dat tijdens de infectie vooral het D-dimeer erg steeg, de stijging van de cytokines viel wel mee. Normaal gesproken is dat bij een infectie ook hoog.
D-dimeer duidt op stolsels in het lichaam die worden afgebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je veel stolsels hebben tijdens een virusinfectie?

A

Je kunt een heftige immuun reactie hebben, die ook de endotheelcellen gaat activeren. Dit leidt tot overmatige stolling. Dit kennen we van sepsis. Dus de inflammatiefactoren die vrijkomen kunnen ook je stolling activeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat hadden COVID patiënten die met alleen zuurstoftekort naar de IC kwamen?

A

Mensen met COVID kwamen op de IC met zuurstoftekort omdat ze trombose hadden (LE) in de kleine longvaten van de long. Mensen hadden eigenlijk niet zo veel klachten, want zuurstoftekort is geen naar gevoel. denk aan wurgseks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar vindt je COVID in het lichaam?

A

De COVID partikels vindt je overal: in het endotheel, epitheel. Maar ook van verschillende organen. En daarbij zag je dat de van Willebrand factor en factor VIII waren toegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar duidt rhonchi op?

A

Rhonchi duidt op veel vocht en slijm in de long. het klinkt ook alsof er water verplaatst in de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat hebben mensen met kanker meer?

A

Mensen met kanker stollen makkelijker, hebben verhoogde stollingsfactoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom moet je soms reanimeren als je iemand intubeert?

A

Als je iemand gaat intuberen dan breng je diegene in slaap. Je haalt dan de stressreactie weg. Iemand die wilt overleven (vooral bij jongeren) hebben een enorme stress respons. Als je de sympathicus wegspuit dan stort het kaartenhuis in elkaar. Dan krijg je overdreven hypotensie, waardoor je hart dan even geen bloed krijg en stilstaat. Daarom moest er gereanimeerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Moet je eerst kweken of eerst antibiotica geven?

A

Je moet eerst kweken afnemen voordat je start met antibiotica. Omdat door antibiotica de bacteriën niet goed groeien op kweek. En als je er dan achter komt dat je het verkeerde antibiotica hebt gegeven ben je te laat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is meropenem?

A

Meropenem is het breedste spectrum van antibiotica. We beginnen meestal met de breedste en als je dan de uitslag hebt van de kweek dan kun je versmallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de behandeling van een septische shock?

A
  1. oorzaak wegnemen
  2. Vocht geven voor de hypotensie: start met 30 ml/kg
  3. Kweken
  4. Antibiotica
  5. als vocht niet meer werkt, vasopressors! (noradrenaline)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom volumesuppletie bij sepsis?

A
  • Hypovolemie
  • Vaatverwijding
  • Afname veneuze terugvloed (preload van het hart is lager)
  • Koorts
  • Transpireren
  • Lekkage uit de vaten (door endothelitis wordt het endotheel permeabel en verlies je eiwitten en vocht). Het vocht gaat in de weefsels zitten (oedeem en vocht in de longen).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de bijwerkingen van agressieve vloeistoftherapie?

A
  • intravasculair volume overbelasting -> risico op hartfalen
  • Longoedeem
  • Hersenoedeem (verergerd het bewustzijn)
  • Gastro-intestinale oedeem -> risico op ischemie (ook risico op braken en diarree)
  • Massaal oedeem huid -> risico op decubitus (op stuit, ellebogen), deze plekken kunnen weer nieuwe bacteriën doorlaten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke klinische parameters kunnen we varen bij vloeistoftherapie?

A
  • Arteriële bloeddruk
  • Hartfrequentie
  • Urineproductie (30 ml/kg per uur is normaal, we gaan ons zorgen maken bij 0,5ml/kg/uur
  • Huiddoorbloeding
  • Huidtemperatuur
  • Bewustzijn
  • Lactaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat meet je met de wedge druk?

A

de druk in het linker atrium (veneuze pulmonale druk). dus dit is verhoogd bij een MI. want de spier drukt het dan niet meer weg waardoor er een ophoping ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke druk meet je met de CVD?

A

druk in het rechter atrium

17
Q

wat doen alfa1, bèta 1 en 2 receptoren?

A
  • alfa 1 zit in de bloedvaten en glad spierweefsel en activatie leidt tot vasoconstrictie. hierdoor verhoogd de weerstand in het vat en dus ook de BD
  • bèta 1 zit in de hartspiercellen en activatie leidt tot toename HS (chronotroop), SV (inotroop) en versnelling prikkelgeleiding
  • bèta 2 zit in bronchiën, bloedvaten naar skeletspieren en organen en activatie leidt tot bronchodilatatie, vasodilatatie en stimulatie glycogenolyse