HC.7 - Aangezichtsreconstructies na verwijdering van huidtumoren Flashcards

1
Q

Wat is het doel van aangezichtsreconstructies?

A
  • herstel (en behoud) van functie en/of
  • herstel van vorm
  • met minimale donor morbiditeit
    Functioneel en esthetisch het mooiste resultaat waardoor verbetering van kwaliteit van leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk principe wordt gebruikt bij aangezicht reconstructies?

A

Het gezicht wordt opgedeeld in esthetische en anatomische regionen
Factoren die hierbij meespelen zijn:
- unieke huidskleur
- textuur
- Dikte
- haargroei
- mobiliteit
- onderhuidsvet
- spierexpressie
- 3D vorm

Centrale units: neus, lippen en oogleden
Perifere units: wangen, voorhoofd, kin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebruiken we om schade te herstellen?

A

Replace like with like
Gebruik hetzelfde weefsel of in ieder geval weefsel met hetzelfde type huid
Anders liever hele unit vervangen zodat het minder opvallend is (bvb hele neus ipv halve)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke richting proberen defecten te sluiten?

A

In de richtong van RSTL = relaxed skin tension lines
Dit zijn lijnen loodrecht in de trekrichting van onderliggende spieren
- geeft mooiere littekens doordat de elasticiteit wordt benut (ze vallen hierdoor minder op)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 7 principes van aangezichtsreconstructies?

A
  1. Reconstrueer (sub)units (bvb hele neus tip vervangen) en vul geen gaten
  2. Verander zo nodig defect (locatie, grootte, vorm, diepte) zodat ze minder opvallen dan gewoon sluiten (kan dan namelijk erg gaan trekken)
  3. Littekens op grenzen van unit of in huidplooi valt hierdoor uiteindelijk bijna niet meer op
    4.Kies ideaal donorweefsel (replace like with like) bvb lip: bovenlip stuk verwijdert –> 1/3 van defect bovenlip uit onderlip nemen –> onderlip rekt weer op tot normale lengte (kan 1/3 van lip weghalen)
  4. Vervang missende weefsels exact qua volume, diepte en ‘outline’ hiervoor een malletje maken en op donorgebied leggen
  5. Indien nodig stadieren van ingreep (meerdere ingrepen)
  6. Overeenkomst qua contour en huidklier/textuur meest belangrijk voor uitkomst: kraakbeen uit oorhalen, als rug neus kapot dan ook stukje rib
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het meest belangrijk voor de uitkomst?

A

Overeenkomst qua contour en huidkleur/textuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is primaire wondgenezing en secundaire wondgenezing?

A

Primair: wond wordt gesloten –> geen reconstructie
Secundair: wond geneest vanuit zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn twee mogelijkheden voor reconstructies?

A
  1. Primair sluiten: eigenlijk geen reconstructie
  2. Huidtransplantaat als primair sluiten niet mogelijk is
  3. Lokale lap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vorm van reconstructie moet wel of niet gebruikt worden (qua term)?

A

WEL reconstructieve lift
NIET: reconstructieve ladder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn drie indicaties voor een lokale lap?

A

Een defect waarbij:
1. sluiting overmatige spanning op de wondranden zou geven (loodrecht op RSTL)
2. primaire sluiting niet mogelijk is
3. primaire sluiting zou resulteren in verstoring van anatomische structuren (philtrum, onder ooglid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de vijf principes van een lokale lap?

A
  1. Histologisch bewezen radicaliteit!!!!
    Anders weer verwijderen of ingroei in lap
  2. Rob Peter to pay Paul: ergens anders weefsel vandaan halen waarvan we weten dat het mooi kan sluiten
  3. Subunits, replace like with like, RSTL
  4. Zoek naar huidoverschot
  5. Kennis van anatomie voor zenuwen en bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de vier fasen van ingroei van een huidtransplantaat?

A

Fase 1: inhibitie = 0-24h
- Vasthechten (iets overheen ook zodat echt blijft)
- transplantaat absorbeert wondvocht waardoor oedemateus
- Fibrine vorming aan onderkant
- leeft nog niet echt

Fase 2: revascularisatie = 48-72h
- kleine mini vaatjes

Fase 3: Volledige circulatie herstel = 4-5 dagen
- na 7 dagen is volledig herstel
- Tigh over weghalen na 5 dagen om te kijken of ingroei (overheen wrijven of loslaat)

Fase 4: 2-4 weken
- zenuwen ingroeien
- gevoel duurt vaak langer (maanden tot jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn drie voorwaarden voor een goede ingroei?

A
  1. Goede doorbloeding van de wondbodem (niet als daar bestraald)
  2. Vermijd schuifkrachten evt met sponsje erop hechten of gips
  3. vermijd lucht/hematoom/debris onder het transplantaat zodat goed contact maakt met wondbed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke twee soorten huidtransplantaten zijn er?

A
  1. Split skin graft = epidermis en deel van dermis
    Weghalen als een kaasschaaf –> regenereert helemaal normaal
  2. Full thickness graft = epidermis en dermis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn kenmerken van de split skin graft?
Waarbij doen we dit wel en waarbij niet?

A
  • Dun huidje
  • minder goede kwaliteit: als contractie bij wondgenezing kan het tot 1/3 zo klein worden –> hierdoor dus NIET in gezicht (want misvormingen)
  • donorsite geneest secundair dus uitgebreid beschikbaar

WEL
- brandwonden
- grote wonden op het been

NIET:
- gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerken van een full thickness graft? Waarbij doen we dit?

A
  • goede kwaliteit
  • beperkte hoeveelheid omdat donorsite primair gesloten moet (kunnen) worden
  • gaat veel minder trekken en blijft beetje dezelfde maat

WEL:
- brandwonden in de hals
- defecten in gezicht

17
Q

Welke donorsites gebruiken we vaak voor het gezicht?

A
  • Bovenooglid
  • Pre- of post auriculair
  • supra-claviculair (vaak zelfde kleur)
18
Q

Wat is een lokale lap?

A

Weefsel verplaatsing van donorsite naar wond met behoud van eigen bloedvoorziening (random of perforator)
Lap moet grenzen aan het defect
- Weten dat stuk goed doorbloed is
- gaat niet trekken

19
Q

Welke type lokale lappen zijn er?

A
  1. pivotal
    a) Transpositie
    - Z-plastiek
    - Bilobed flap
    - rhomboid lap
    b) rotatie lappen
    c) eiland lappen
  2. Advancement = unidimensionale verplaatsing van weefsel
    a) Uni- of bipedicled verplaatsing in 1 of 2 richtingen
    b) V-Y of Y-V
    c) eiland lappen
20
Q

Wat houdt een Z-plastiek in? Wat is de indicatie hiervoor?

A

= transpositie van weefsel en rotatielap
- 75% verlenging van een litteken krijgen
- hoeken van 60-60 graden in praktijk ideaal (in theorie hoe groter de hoek hoe meer toename weefsel)
indicatie:
- Verleggen of verlengen van litteken of defect

21
Q

Wat houdt een bilobed flap in? Welk principe zit hierachter? Wanneer doen we dit?

A
  • boven defect 1/3 van cirkel maken en dit opschuiven in oude defect
  • boven nieuwe defect een soort blaadje maken en dit in middelste defect schuiven
  • bovenste defect primair sluiten

Principe: rob Peter to pay Paul
Ideaal donorweefsel
GEEN subunits gebruik

Bij:
- oudere mensen
- puntje van neus

22
Q

Wat is het principe van de rhomboid (Limberg) lap?

A

Naar vorm van defect genoemd

  • Gebruik maken van veel overbodige huid op de wang
  • litteken laten verdwijnen in plooien van gelaat waardoor het niet opvalt
23
Q

Wat is het principe van de rotatielap?

A
  • veel op schedel: grote gebieden op convexe ondergrond
  • indraaien van lap
24
Q

Wat bedoelen we met Uni- of bipedicled?

A

Uni: van 1 kant bloed krijgen
Bi: van 2 kanten bloed krijgen

25
Q

Wat is het idee achter advancement lappen?

A

= Verplaatsing in een richting (uni dimensionale verplaatsing) van weefsel
Bbv Voorhoofd defect –> twee kanten weefsel losmaken –> advancen naar elkaar –> littekens in rimpels

26
Q

Wat is tissue expansion en wanneer doen we dit?

A

Huid oprekken met ballonnetje voor het sluiten
- bvb bij jong persoon met defect op achterhoofd waarbij kale plek willen voorkomen