HC.7: Tumoren van het bewegingsapparaat Flashcards

(14 cards)

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tumoren: Kraakbeen, eventueel ander weefsel, maar geen bot

A

Maligne tumoren
- Chondrosarcoom
Benigne tumoren
- Chondroom
- Chondroblastoom
- Chondromyxoid fibroom
- Osteochondroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tumoren: Vezels, geen bot of kraakbeen

A

Maligne tumoren
- Fibrosacroom
- Maligne fibreus histiocytoom
Benigne tumoren
- Niet-ossificerend fibroom
- Fibroom
- Desmoplastisch fibroom
Op tumor lijkende afwijkingen
- Fibreus corticaal defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tumoren: Geen tussenstof

A

Maligne tumoren
- Ewing-sacroom
- Ongedifferentieerd sacroom
- Myeloom
- Leukemie
- Reuzencellen sacroom
Benigne tumoren
- Reusceltumor
- Hemangioom
- Aneurysmatische botcyste
Op tumor lijkende afwijkingen
- Solitaire botcyste
- Eosinofiel granuloom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Klinisch beeld bottumoren

A

Chronisch zeurende pijn die ook ‘s nachts en in rust optreedt → röntgenonderzoek
Eerste röntgenfoto laat bijna altijd afwijkingen zijn
Spontane fractuur
Pijnlijke scoliose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Radiologische vraagstukken bij bottumoren

A

Waar zit de tumor?
Hoe groot is de tumor?
Hoe kenmerkt zich de overgangszone van tumor naar normaal bot?
Hoe is de compositie van de tumormatrix?
Welk type botdestructie is er?
Hoe kenmerkt zich eventuele periostreactie?
Is er weke delen betrokkenheid?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Locatie tumoren

A

Welk bot → femur, wervellichaam, falanx
Type bot → lang pijpbeen, plat bot, hand- of voetwortel
Waar in het bot → dia-, meta-, of epifyse, centraal, excentrisch, corticaal, periostaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Overgangszone

A

Smal → benigne
Breed → vaak maligne
Slecht bepaald → maligne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tumormatrix: compositie van tumorweefsel

A

Calcificaties
Lytisch
Melkglas
Sclerotisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Type botdestructie

A

Geografisch → benigne
Moth-eaten → waarschijnlijk maligne
Permeatief → maligne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Periostale reactie

A

Solide → benigne
Codmanse driehoek
Gelammeleerd
Sunburst → maligne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Biopsie

A

Zowel mogelijk spier vermijden
Bloedvaten en zenuwen vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Curretage

A

Door een opening in het bot worden de tumorcellen met een scherp lepeltje uit het bot geschraapt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cryochirurgie

A

Na het weghalen van de tumor wordt de holte gevuld met vloeibare stikstof om eventuele achtergebleven tumorcellen te doden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly