HC.9: Pijnmechanismen en pijnmedicatie Flashcards

(12 cards)

1
Q

Kenmerken pijn

A

Vervelende sensatie in een deel van het lichaam
Belangrijke klinische symptoom van musculo-skeletale aandoeningen
Geassocieerd met vermijdend gedrag en stressrespons
Levert belangrijke bijdrage aan de morbiditeit, functionele beperking en socio-economische kosten van reumatische ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderverdeling pijn bewegingsapparaat

A

Nociceptief: weefselbeschadiging
Neuropatisch: zenuwstelsel
Cognitieve factoren, gedragsmechanismen, omgevingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nociceptieve pijn

A

Synovitis/weefselschade -> Prostaglandines
Ontstekingsmediatoren -> Activatie nociceptoren -> A-delta en C-vezels -> Sensitizatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zenuwvezels betrokken bij reumatische pijn

A

A-delta vezels: directe, scherpe en prikkende pijn
C-vezels: langdurige, diepe en doffe pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sensitizatie

A

Door intense, herhaalde of langdurige stimuli in aanwezigheid van ontstoken of beschadigd weefsel
- Verlaging van activatiedrempel van afferente nociceptoren
- Verhoogde vuur frequentie voor alle stimulus intensiteiten
Bijdrage door ontstekingsmediatoren
Klinische belangrijk proces: in gesensitizeerde weefsels leiden onschadelijke stimuli tot pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pijnladder

A

Stap 1a: paracetamol;
Stap 1b: NSAID;
Stap 1c: paracetamol + NSAID;
Stap 2: overstappen op of toevoegen van een zwakwerkend opioide;
Stap 3: overstappen op of toevoegen van een sterk werkend opioide;
Stap 4: parenterale toediening van een opioide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling reumatische pijn

A

Artrose: paracetamol
Artritis: NSAID’s
Fibromyalgie: gedragstherapie, neurotransmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fibromyalgie

A

Chronisch pijn syndroom
Tendynomyalgene pijn
Widespread pain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Diagnose fibromyalgie

A

Klinisch beeld
- Uitgebreidheid pijn
- Tenderpoints
Uitsluiten van andere oorzaken
Patroon herkenning
Chronische pijnscore

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mogelijkheden pijnbestrijding

A

Opioïden
Corticosteroïden
NSAIDs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Werking NSAIDs

A

Remming cyclo-oxygenase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly