HC8 Shizotypische, schizoïde en paranoïde persoonlijkheidsstoornis Flashcards

1
Q

Cluster A stoornissen

A

Paranoïde: wantrouwen en achterdocht
Schizoïde: onthechting van sociale relaties, beperkt bereikt van emotionele expressie
Schizotypisch: accuut ongemak in hechte relaties, cognitieve en/of perceptuele vervorming, excentriciteiten en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
- Criterium A

A

Voortdurend wantrouwen en achterdocht jegens anderen zodat hun motieven worden geïnterpreteerd als kwaadwillig, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals aangegeven door vier (of meer) van de volgende criteria:
1) Vermoerd, zonder voldoende basis, dat anderen hem/ haar zullen uitbuiten, schaden of bedriegen (wantrouwen).
2) Houdt zich bezig met ongerechtvaardigde twijfels over de loyaliteit of betrouwbaarheid van vrienden en partners.
3) Aarzelt om anderen in vertrouwen te nemen uit ongegronde angst dat de informatie kwaadwillig tegen hem of haar zal worden gebruikt.
4) Leest verborgen, vernederende of bedreigende betekenissen in vriendelijke opmerkingen of gebeurtenissen
5) Koestert hardnekkig wrok, d.w.z. dat hij/ zij beledigingen, verwondingen of vernederingen van anderen niet vergeeft
6) Neemt aanvallen op zijn of haar karakter of reputatie waar die niet zichtbaar zijn voor anderen en reageert snel boos of in de tegenaanval (sensitief).
7) Heeft terugkerende vermoedens, zonder rechtvaardiging, over de trouw van de echtgenoot of seksuele partner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
- Criterium B

A

Komt niet uitsluitend voor tijdens het verloop van schizofrenie, bipolaire stoornis, depressieve stoornis met psychotische kenmerken, psychotische stoornis, en niet toe te schrijven aan de directe fysiologische effecten van een andere medische aandoening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kern karakteristieken Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Verwijst naar personen wiens perceptie doordrongen is van wantrouwen en achterdocht, en die geneigd zijn motivaites van anderen als kwaadaardig te interpreteren. Paranoïde persoonlijkheidsstoornis verwijst naar een uitgebreide en aanhoudende psychosociale stoornis, geclassificeerd door een patroon van uitingen zoals overgevoeligheid, zelfreflectie en wantrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
- Criterium A

A

Een pervasief patroon van onthechting van sociale relaties en een beperkt bereik van expressie van emoties in interpersoonlijke omgevingen, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals aangegeven door vier (of meer) van de volgende criteria:
1) Verlangt noch geniet van hechte relaties, inclusief het deel uitmaken van een gezin (onthechten uit relaties).
2) Kiest bijna altijd voor eenzame/ geïsoleerde activiteiten
3) Heeft weinig of geen belangstelling voor seksuele ervaringen met een andere persoon (kluizenaar).
4) Beleeft plezier aan weinig of geen activiteiten.
5) Heeft geen andere goede vrienden of vertrouwelingen dan eerstegraads familieleden.
6) Lijkt onverschillig/ ongeïnteresseerd voor de lof of kritiek van anderen
7) Vertoont emotionele kilte, afstandelijkheid of afgevlakte affectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
- Criterium B

A

Komt niet uitsluitend voor tijdens het verloop van schizofrenie, bipolaire stoornis, depressieve stoornis met psychotische kenmerken, psychotische stoornis, of autismespectrumstoornis, en is niet toe te schrijven aan de fysiologische effecten van een andere medische aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kern karakteristieken Schizoïde persoonlijkheidsstoornis

A

Het essentiële kenmerk van de schizoïde persoonlijkheidsstoornis is een aanhoudende onthechting van sociale relaties en beperkte emotionele expressie in sociale omgevingen. Ze hebben beperkte sociale expressie en hebben de neiging sociale situaties te vermijden die interactie met andere mensen met zich meebrengen. Ze vinden het moeilijk om emoties te uiten en missen het verlangen om hechte persoonlijke relaties aan te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
- Criterium A

A

Een pervasief patroon van sociale en interpersoonlijke gebreken, gekenmerkt door acuut ongemak met, en verminderde capaciteit voor, nauwe relaties en ook door cognitieve of perceptuele vervormingen en excentrieke gedragingen, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals aangegeven door vijf (of meer) van de volgende criteria:
1) Denkbeelden van referentie (met uitzondering van wanen van referentie).
2) Vreemde overtuigingen of magisch denken dat het gedrag beïnvloedt en niet strookt met de subculturele normen (bijv. bijgelovigheid, geloof in helderziendheid, telepathie, of “zesde zintuig”; bij kinderen en adolescenten, bizarre fantasieën of preoccupaties).
3) Ongewone perceptuele ervaringen, inclusief lichamelijke illusies
4) Vreemd denken en spreken (bijv. vaag, indirect, metaforisch, overdreven of stereotypisch).
5) Achterdocht of paranoïde ideeën.
6) Ongepaste of beperkte affecten.
7) Gedrag of uiterlijk dat vreemd, excentriek of eigenaardig is.
8) Gebrek aan goede vrienden of vertrouwelingen anders dan eerstegraads familieleden.
9) Buitensporige sociale angst die niet vermindert naarmate men meer vertrouwd raakt en die eerder gepaard gaat met paranoïde angsten in plaats van negatieve oordelen over zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
- Criterium B

A

Komt niet uitsluitend voor tijdens het verloop van schizofrenie, bipolaire stoornis, depressieve stoornis met psychotische kenmerken, psychotische stoornis, of autismespectrumstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
- alternatief model A

A

Matige of grotere stoornissen in het persoonlijkheidsfunctioneren, die zich uiten
in karakteristieke moeilijkheden op twee of meer van de volgende vier gebieden:
1) Identiteit: Verwarde grenzen tussen zelf en anderen; vervormd zelfbeeld; emotionele expressie vaak niet congruent met context of
interne ervaring.
2) Zelfsturing: Onrealistische of onsamenhangende doelen; geen duidelijke set interne normen.
3) Empathie: Uitgesproken moeite om het effect van eigen gedrag op anderen te begrijpen; vaak verkeerde interpretaties van andermans motivaties en gedrag.
4) Intimiteit: Duidelijke beperkingen in het ontwikkelen van hechte relaties, geassocieerd met wantrouwen en angst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
- alternatief model B

A

Vier of meer van de volgende zes pathologische persoonlijkheidskenmerken:
1) Cognitieve en perceptuele ontregeling (een aspect van psychoticisme): Vreemde of ongewone denkprocessen; vaag, indirecte,
metaforische, overbewerkte, of stereotype gedachten of spraak; vreemde gewaarwordingen in verschillende zintuiglijke modaliteiten.
2) Ongewone overtuigingen en ervaringen (een aspect van psychoticisme): Gedachte-inhoud en visie op de werkelijkheid die door anderen als bizar of eigenaardig worden gezien; ongewone ervaringen van de werkelijkheid.
3) Excentriciteit (een aspect van psychoticisme): Vreemd, ongewoon of bizar gedrag of uiterlijk; ongewone of ongepaste dingen zeggen.
4) Beperkte affectiviteit (een aspect van onthechting): Weinig reactie op emotioneel opwindende situaties; beperkte emotionele ervaring en expressie; onverschilligheid of kilte.
5) Teruggetrokkenheid (een aspect van onthechting): Voorkeur voor alleen zijn boven samenzijn met anderen; terughoudendheid in sociale situaties; vermijden van sociale contacten en activiteit; gebrek aan initiatie van sociaal contact.
6) Achterdocht (een aspect van onthechting): Verwachtingen van en verhoogde gevoeligheid voor tekenen van interpersoonlijke kwade
bedoelingen of schade; twijfels over loyaliteit en trouw van anderen; gevoelens van vervolging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kern karakteristieken Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis wordt gekenmerkt door eigenaardige waarnemingen en vreemde overtuigingen (bijv. vreemde overtuigingen en magisch denken, ongewone perceptuele ervaringen, achterdocht), interpersoonlijke tekorten (bijv. afwezigheid van goede vrienden), en ongeorganiseerd gedrag (bv. vreemde spraak).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Prevalentie van Cluster A

A
  • 1.1%- 3%.
  • Mogelijk vaker bij mannen.
  • Mogelijk vaker bij jongere volwassenen.
  • Absoluut gerelateerd aan sociale klasse, lager onderwijs, inkomen, werkgelegenheid en huisvesting.
  • Waarschijnlijk vaker dan gemiddeld nooit getrouwd of gescheiden.
  • Gerelateerd aan slecht functioneren en kwaliteit van leven
  • Relatief lage frequentie in de klinische praktijk (5-6%).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Comorbiditeit Cluster A

A
  • Major depressive disorder.
  • Andere cluster A persoonlijkheidsstoornissen
    –> 1/3 van de patiënten komt in aanmerking voor schizoïde PS.
    –> 60% komt in aanmerking voor paranoïde PS.
  • Borderline en vermijdende PS
  • Schizofrenie: wanneer de symptomen erger worden kan STPS overgaan in
    schizofrenie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overeenkomsten tussen Cluster A stoornissen

A
  • Paranoïde PS en schizotypische PS delen de kenmerken van achterdocht, interpersoonlijke afstandelijkheid, en paranoïde ideatie, maar schizotypische PS omvat ook symptomen zoals magisch denken, ongewone perceptuele
    ervaringen, en vreemd denken en spreken.
  • Hoewel kenmerken van sociaal isolement en beperkte affectiviteit gemeenschappelijk zijn voor schizoïde, schizotypische, en paranoïde PS, kan schizoïde PS worden onderscheiden van schizotypische PS door het ontbreken van cognitieve en perceptuele vervormingen en van paranoïde PS door het ontbreken van achterdocht en paranoïde ideeën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschillen tussen cluster A symptomen

A
  • Personen met gedrag dat voldoet aan de criteria voor schizoïde PS worden vaak gezien als vreemd, excentriek, koud, en afstandelijk, maar ze hebben meestal geen prominente paranoïde ideatie.
  • Hoewel paranoïde en schizoïde PS ook gekenmerkt kunnen worden door sociale afstandelijkheid en beperkte affect, kan schizotypische PS van deze twee diagnoses worden onderscheiden door de aanwezigheid van cognitieve of perceptuele vervormingen en duidelijke excentriciteit of vreemdheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Schizofrenie Spectrum Stoornis en Cluster A

A

In de huidige opvatting wordt chrinische schizofrenie gekenmerkt door ernstige verslechtering op verschillende gebieden, waaronder cognitieg en sociaal functioneren, wordt beschouwd als de ‘eindstadium’ ziekte van het schizofrenie continuüm, of spectrum. Schizotypie, en in mindere matie, Paranoïde en schizoïde PS worden beschouwd als een spectrum van kwetsbaarheid voor psychotische stoornissen
- schizotypie
- waanstoornis
- kortstondige psychotische stoornis
- schizoïde
- paranoïde
- Schizotypische PS
- schizofrenie
- schizoaffectieve stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Schizofrenie spectrum informatie

A
  • De negatieve symptomen, die prominent aanwezig zijn bij schizofrenie, zijn ook aanwezig, (in mindere mate), bij patiënten met schizotypische en schizoïde PS.
  • De cognitieve en perceptuele vervormingen van patiënten met schizotypische PS kunnen een minder ernstige variant van de positieve symptomen (hallucinaties en wanen) van schizofrenie representeren.
  • Wantrouwen en paranoïde ideeën, die kenmerkend zijn voor schizotypische en
    paranoïde PS, kunnen een weerspiegeling zijn van een minder ernstige variant van cognitieve desorganisatie, verstoringen in de perceptie en tekorten in de denkprocessen processen van patiënten met schizofrenie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Vergelijking met Cluster A kenmerken

A

1) Schizoïde PS trekken worden geassocieerd met verminderd affect en een gebrek aan zorgzame relaties.
2) Schizotypische PS trekken worden geassocieerd met slechter sociaal functioneren.
3) Paranoïde PS trekken worden geassocieerd met cognitieve problemen.
- Schizotypische en paranoïde PS zijn geassocieerd met negatief affect, paranoïde symptomen, en psychotische ervaringen, wat de heterogene aard van het schizofrenie-spectrum psychopathologie weerspiegelt.
- Personen met schizotypische en schizoïde PS delen gemeenschappelijke fenomenologische, genetische en biologische kenmerken met patiënten met schizofrenie, zoals aanhoudende anhedonie, asocialiteit en cognitieve beperkingen, maar in een mildere mate en meer afgebakend.
- Cognitieve desorganisatie (bijv. vreemd spreken, gestoorde denkpatronen) is een van de belangrijkste kenmerken van schizotypische PS en lijkt op ernstigere cognitieve desorganisatie die kenmerkend is voor schizofreniepatiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ontwikkeling schiztypische persoonlijkheidsstoornis

A

Genen stellen sommige mensen bloot aan hogere niveaus van schizotypische
kenmerken. Omgevingsstressoren in de perinatale periode en kindermishandeling werken samen met deze genen. Producten van deze gen-omgevingsinteracties zijn (bijv.) hersenafwijkingen, disfunctioneren van de hersenen, neurochemische verschillen in dopamine, etc. Deze verklaren hoe mensen de positieve symptomen (overtuigingen, perceptuele vervormingen), negatieve symptomen (ontwenning, anhedonie) en gedesorganiseerde symptomen (vreemd denken en spreken) ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Genen in Shizotypische persoonlijkheidsstoornis

A

Gegevens uit familie- en tweelingstudies tonen erfelijkheid aan in schizotypische persoonlijkheidsstoornis en schizotypie spectrum. Ongeveer 60% wordt als erfelijk beschouwd.
- Familiestudies tonen relatie van schizotypische persoonlijkheidsstoornis met
schizofrenie.
- De kans op het ontwikkelen van schizotypische persoonlijkheidsstoornis is
hoger wanneer ouders al schizofrenie (kenmerken) hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Perinatale omgevingsrisico’s

A
  • laag geboortegewicht
  • complicaties tijdens de zwangerschap
  • blootstelling aan griep tijdens de zwangerschap
  • prenatale ondervoeding
  • dermatogliphische afwijkingen en andere tekenen van intra-uteriene ontwikkelingsinstabiliteit
23
Q

Trauma en mishandeling in de kindertijd als bijdrage aan Schizotypie

A

Zowel maatschappelijke als klinische studies tonen aan dat kindermishandeling en trauma verband houdt met schizotypische PS. Echter, is het niet op dezelfde manier (en in dezelfde mate?) gerelateerd als borderline PS. Bijkomende omgevingsfactoren op macroniveau zijn gerelateerd aan psychotische symptomen en schizofrenie: stedelijke opvoeding, migratie status, etniciteit.
Over het algemeen worden personen met schizotypische PS gekenmerkt door een lagere sociaaleconomische status, een lagere opleiding, en zijn vaak werkloos. Ze hebben meestal geen vaste relatie en wonen nog bij hun familie van herkomst of op zichzelf.
- Angstsymptomen en depressie.
- Sociale angst en obsessief-compulsieve symptomen zijn sterker geassocieerd met positieve schizotypie dan met negatieve schizotypie.
- Schizotypische PS trekken, vastgesteld in de adolescentie, voorspellen dysthymische stoornis of depressieve stoornis op volwassen leeftijd.

24
Q

Schizotypie

A

Schizotypie, het persoonlijkheidskenmerk dat ten grondslag ligt aan schizotypische PS, bestaat uit twee of drie factoren: negatieve en positieve schizotypie en gedesorganiseerde dimensie, grofweg vergelijkbaar met de positieve en negatieve symptomen van schizofrenie

25
Q

Negatieve schizotypie

A

Weerspiegelt een patroon van sociale terugtrekking en anhedonie, het verminderde vermogen om aangename emoties te ervaren die zich vervolgens te kunnen manifesteren als negatieve symptomen van schizofrenie
–> emotionele problemen

26
Q

Positieve schizotypie

A

Weerspiegelt idiosyncratische cognitieve stijlen die later kunnen ontaarden in de positieve symptomen van schizofrenie, waaronder wanen en hallucinaties
–> psychotische symptomen, depressie, laag zelfbeeld en algemene psychopathologie

27
Q

Ongeorganiseerde dimensie van schizotypie

A

Verwijst naar formele denkstoornis en excentriek gedrag

28
Q

Schizotypie als persoonlijkheidstrek

A

Schizotypie moet worden beschouwd als een normaal verdeelde persoonlijkheidstrek die ligt op een continuüm dat varieert van het veroorzaken van weinig psychisch leed tot het geassocieerd zijn met volledige schizofrenie. Samen maken de criteria voor schizotypische persoonlijkheidsstoornis de indruk als nogal een heterogeen geheel van licht psychotische verschijnselen

29
Q

Genetische kwetsbaarheid

A

Genen voor ontwikkeling van schizofrenische stoornissen binnen schizotypische patiënten. Deze personen zijn kwetsbaar voor schizofrenie door hun genen

30
Q

Schizotaxie

A

Schizotypie wordt verondeersteld het resultaat te zijn van een combinatie van neurale dysmaturatieprocessen met sociaal eren tijdens de ontwikkeling
- boven een bepaald cutoff punt zou men een positief risico hebben over psychotische stoornissen
- schizotype - schizofrenie ligt op een dimensionaal continuüm

31
Q

Genetische risicofactoren voor schizotypie en schizofrenie

A
  • Schizotypische PS komt vaak voor bij eerstegraads familieleden van patiënten met schizofrenie en mensen bij wie schizotypische PS is vastgesteld, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van schizofrenie op latere leeftijd.
  • Schizotypische PS patiënten hebben dezelfde afwijkingen in hun hersenen als patiënten met schizofrenie, maar meestal wel in mindere mate.
  • Vooral de gedesorganiseerde dimensie van schizotypische PS kan een kwetsbaarheidsmarker zijn voor psychotische stoornissen
  • Schizotypische PS (althans bij familieleden van psychotische patiënten) kan eerder predisponeren voor psychose dan voor schizofrenie op zich.
32
Q

Cognitieve beperkingen schizotypie en schizofrenie

A

Personen met schizotypische PS en schizofrenie hebben dezelfde tekorten op een
aantal cognitieve gebieden. Schizofreniepatiënten vertonen ernstige cognitieve stoornissen op de meeste cognitieve functies, patiënten met schizotypische PS of
personen die hoog scoren op schizotypie vertonen matige stoornissen in cognitieve
domeinen. Hoe meer psychotische problemen, hoe meer het brein beïnvloedt wordt
op cognitief gebied.

33
Q

Aandachtstekorten

A

Schizotypische personen vertonen stoornissen in zowel het vermogen oom de aandacht vast te houden, als in het vermogen om de aandacht af te remmen

34
Q

Geheugentekorten

A

Tekorten in het werkgeheugen en het episodische geheugen zijn kenmerkend gebleken voor schizotypische personen

35
Q

Beperkt executief functioneren

A

Het uitvoerend functioneren is beperkt bij schizotypische eerstregraads familieleden van schizofrene patiënten

36
Q

Emotionele verwerking van schizotypie

A

Beperkingen worden waargenomen in emotie gerelateerde processen is het ervaren,
uiten en identificeren van emoties.
- Personen met schizotypische persoonlijkheidskenmerken blijken meer
aandacht te besteden aan hun emoties en gevoelens dan controle deelnemers.
Dit kan individuen predisponeren aan een grote verscheidenheid van denkfouten, en kan geassocieerd worden met de ontwikkeling van eigenaardige overtuigingen en magisch denken.
- Zowel de cognitief-perceptuele stoornissen (bijv. “eigenaardige overtuigingen”)
als de achterdochtigheid van schizotypie worden in verband gebracht met verschillende facetten van emotioneel bewustzijn.
- Ongeorganiseerde schizotypie wordt geassocieerd met slechte emotieverwerking, kenmerken die geassocieerd zijn met desorganisatie symptomen bij schizofrenie.
- Cognitief-perceptuele stoornissen waren geassocieerd met aandacht voor emotie, achterdochtigheid was geassocieerd met lagere duidelijkheid van emotie, eerder dan aandacht voor emotie.

37
Q

Reasoning bias

A

Redeneerbias bij schizotypische personen uit zich in een “jumping to conclusions” stijl van redeneren, vermoedelijk gemedieerd via een proces van overinclusief denken.

38
Q

Impulsieve non-conformiteit

A

die verwijst naar ontremde, gewelddadige, zelfmisbruikende en roekeloos gedrag

39
Q

Positieve aspecten van schizotypie

A

Een aanzienlijke hoeveelheid onderzoek suggereert dat positieve schizotypie (=
cognitieve en perceptuele afwijkingen, zoals pseudohallucinaties) geassocieerd is met
creativiteit in de kunst, maar niet met negatieve schizotypie. Kunstenaars scoorden
significant hoger dan normatieve steekproeven op positieve, maar niet op negatieve schizotypie, wat eerder onderzoek naar de rol van positieve schizotypie in creativiteit
ondersteund. Positieve schizotypie is in verband gebracht met verschillende maten
van creativiteit, zoals woordassociatie taken, figuurlijke voorkeuren, en creatieve
betrokkenheid bij kunst.

40
Q

Zelfrapportage Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A
  • Schizotypal Personality Questionnaire (SPQ), met subschalen voor de verschillende schizotypische trekken.
  • Oxford-Liverpool Inventory of Feelings and Experiences (O-LIFE).
41
Q

Interview Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A
  • SCID-5-P
  • STIP.5.1.
42
Q

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis in de diepte

A

Schizoïde persoonlijkheidsstoornis is de minst bestudeerde van de persoonlijkheidsstoornissen in de DSM, waardoor het een van de redenen was dat de
DSM-5 Task Force voorstelt om schizoïde PS uit de DSM te verwijderen. Schizoïde PS bestaat uit drie factoren die de validiteit van de stoornis ondersteunt als dimensioneel in plaats van categorisch construct:
* Sociale afstandelijkheid.
* Terugtrekking.
* Beperkte affectiviteit/ anhedonie.

43
Q

Ouderen met Schizoïde PS

A

Schizoïde PS trekken werden in verband gebracht met een verminderd affect en een
gebrek aan zorgzame relaties. Ouderen uit de samenleving en oudere psychiatrische patiënten rapporteerden meer schizoïde kenmerken in vergelijking met jongere
personen. Dit kan een artefact zijn dat verband houdt met verminderde belangstelling voor seksuele activiteit en afname van het sociale netwerk, wat vaak voorkomt bij ouderen. Ze vinden het minder erg om alleen te zijn en hebben minder behoefte aan sociaal contact.
Gebrek aan vrienden, eenzame activiteiten en weinig belangstelling voor seksuele activiteiten (drie van de zeven criteria van onthechting van sociale relaties van schizoïde PS), kunnen het resultaat zijn van factoren die verband houden met het ouder worden in plaats van een levenslange persoonlijkheidsstoornis.

44
Q

Comorbiditeit Schizoïde PS

A
  • Schizoïde PS is in verband gebracht met autismespectrumstoornissen. De positieve associatie tussen autismespectrumstoornis en schizoïde PS is niet specifiek. Autismespectrumstoornis werd namelijk ook in verband gebracht met paranoïde, schizotypische, vermijdende, en obsessief-compulsieve PS.
  • Een bescheiden, maar significante positieve relatie (r = .30) tussen alexithymie en schizoïde PS kenmerken werd gevonden. Alexithymie wordt gekenmerkt door moeilijkheden in het beschrijven en onderscheiden van gevoelens en emoties.
  • Schizoïde PS is in verband gebracht met geweldsdelicten: 16,2% van de gevangenen had Cluster A persoonlijkheidsstoornissen: 1,9% schizotypische; 7,1% schizoïde, en 7,1% paranoïde PS.
    –> Deze geweldsdelicten worden gepleegd vanuit wantrouwen.
45
Q

Neurologische ontwikkeling Schizoïde PS

A
  • Voedingsgebrek tijdens de vroege zwangerschap is gerelateerd aan aangeboren afwijkingen van het centraal zenuwstelsel die het risico op schizoïde PS verhogen.
  • Blootstelling aan ernstige hongersnood in de Nederlandse Hongerwinter aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd in verband gebracht met de ontwikkeling van schizoïde PS.
  • Mannen die prenataal werden blootgesteld aan ernstige voedingstekorten van de moeder tijdens de eerste trimesters van de zwangerschap hadden twee keer zoveel kans om schizoïde PS te ontwikkelen.
46
Q

Paranoïde Persoonlijkheidsstoornis in de diepte

A

Hoewel paranoïde persoonlijkheidsstoornis voortdurend vertegenwoordigd wordt in
de DSM en de ICD, is de diagnostische status ervan in twijfel getrokken, aangezien zij
in de klinische praktijk relatief zelden als een op zichzelf staande stoornis opduikt.
Vandaar dat de DSM-5 Task Force heeft voorgesteld om de paranoïde PS uit de DSM
te verwijderen. Paranoïde PS lijkt eerder een dimensioneel dan categorisch construct
te zijn.

47
Q

Verschillen paranoïde PS

A

Paranoïde PS moet worden onderscheiden van paranoïde wanen en hallucinaties die
geassocieerd worden met psychotische stoornissen en van het zich voortdurend
bedreigd voelen in het geval van PTSS.

48
Q

Risicofactoren Paranoïde PS

A

Er zijn aanwijzingen dat de aanwezigheid van perceptuele afwijkingen het risico op
paranoïde reacties verhoogt. Ondervoeding, kindermishandeling en fysiek, seksueel
en emotioneel misbruik leidden tot een verhoogd risico op persoonlijkheidsstoornissen,
vooral paranoïde PS, maar niet zo sterk als bij borderline PS.

49
Q

Comorbiditeit Paranoïde PS

A

Paranoïde PS vroeg in de volwassenheid levert een verhoogd risico op terugkerende
of chronische unipolaire depressie later in leven. Verder is een associatie gevonden
tussen paranoïde PS en posttraumatische stressstoornis. Er zijn aanwijzingen
gevonden dat paranoïde PS kan zorgen voor een verhoogd risico op externaliserende
problemen, zoals criminaliteit en geweld op volwassen leeftijd.

50
Q

Psychodynamische theorie voor paranoïde PS

A

Personen die lijden aan paranoïde PS zijn geneigd andere mensen de schuld te geven van hun eigen ongeluk. In de psychodynamische theorie worden paranoïde ideeën geconceptualiseerd als verdedigingsmechanismen die dienen om: “de klappen af te weren die voortkomen uit de gevoelens van schaamte en vernedering die werden veroorzaakt door de kritische, bestraffende omgeving die deze individuen tijdens hun ontwikkeling hebben meegemaakt”.
- Wantrouwen en gebrek aan vertrouwen in anderen, geassocieerd met paranoïde individuen, zijn cognitieve verdedigingen tegen de gevoelens van lage eigenwaarde en de perceptie dat ze zullen worden afgewezen en falen.
- Personen met paranoïde trekken zijn hyperwaakzaam en scannen voortdurend
de omgeving op waarschuwingssignalen dat hun zelfbeeld wordt bedreigd.
- In dergelijke situaties worden subcorticale informatieverwerkingssystemen geactiveerd en nemen het over van de corticale informatieverwerking.
- Personen met paranoïde trekken zijn meer bezig met de omgeving, dan met hun eigen onzekerheid en angst.

51
Q

Cognitieve gedragstherapie voor paranoïde PS

A

Cognitieve gedragstherapie (Beck et al., 2004) benadrukken de basisaanname bij
individuen met paranoïde PS anderen als kwaadaardig en bedrieglijk zien, en klaar om
aan te vallen als ze de kans krijgen. Als men waakzaam is voor subtiele aanwijzingen
dat anderen niet te vertrouwen zijn, ziet men gemakkelijk vele acties van anderen die
geïnterpreteerd kunnen worden als bewijs dat mensen inderdaad kwaadaardig zijn, en
vergelding/ wraak verdienen. Personen met paranoïde PS worden verondersteld te
geloven dat het tonen van zwakte een aanval kan aanmoedigen.

52
Q

Attributional bias (paranoïde PS)

A

Personen met paranoïde ideatie zijn geneigd negatieve gebeurtenissen toe te schrijven aan externe bronnen (= anderen). Deze patiënten hebben eerder een personaliserende bias dan een algemene externe attributie voor negatieve gebeurtenissen, d.w.z. zij geven eerder andere mensen dan de situatie de schuld. Paranoïde ideatie is een mechanisme waarmee individuen zichzelf beschermen tegen angst, depressie, of een laag zelfbeeld in verband met persoonlijke mislukkingen door
anderen de schuld te geven.
- Personaliserende bias: zaken onnodig persoonlijk aannemen; alles persoonlijk
aantrekken.
- De oorzaak van de problemen ligt bij anderen

53
Q

Redeneerbias (paranoïde PS)

A

Personen met waanideeën en personen die vatbaar zijn voor waanideeën vertonen een redeneerfout. Deze personen hebben namelijk een “jumping-to-conclusions” redeneerstijl op een probabilistische redenering. Onderzoek suggereert dat zij minder informatie nodig hebben alvorens een beslissing te nemen, waardoor de kans dat er te snel onjuiste overtuigingen worden gevormd groter wordt (Conway e.a., 2002). De “jumping to conclusions” bias dient als moderator in het verband tussen negatieve stemming en negatieve psychotische ervaringen.
Een andere redeneerbias is het personaliseren van attributies voor negatieve gebeurtenissen (Freeman, 2007). Beide redeneerfouten (“jumping to conclusions” en
“personalizing attributions”) zouden kwetsbaarheidsfactoren kunnen zijn voor de
ontwikkeling van paranoia. Echter, zijn deze experimentele paradigma’s nog niet getest op patiënten met een daadwerkelijk diagnose van paranoïde PS.