Het drama vanaf 18e tot begin 20e eeuw Flashcards
(14 cards)
1
Q
18de eeuw (4)
A
- verspreiding rationalisme en ideeën verlichting door Europa
- maatschappij bevrijdde zich van traditionele absolute gezag
- meeste landen: ontwikkeling geleidelijk
- Fra: mondde uit tot revolutie
2
Q
In de Europese cultuur (4)
A
- verschuiving van classicistische naar het burgerlijke toneel
- stof: niet langer van de koning die heerst voor wie volk niet telt
- onder invloed Franse Revolutie: verlichting en gewone burger centraal
- vorm: van streng classicistische toneel ontstaan in renaissance
3
Q
18e-eeuwse Duitsland (5)
A
- vernieuwende synthese van al die invloeden
- laatste decennia 18e eeuw: ontstaan reactie tegen rationalisme
- nieuwe stroming = romantiek: grote invloed op 19e-eewse cultuurleven
- Duitse drama in 18e eeuw = gouden eeuw
- Goethe : Faust
4
Q
Schiller (2)
A
- grondlegger Duitse historische drama
- schreef Willem Tell: zie bundel
5
Q
Wagner (5)
A
- geïnspireerd door bewondering Grieks theater: zag drama als openbaring van wat in de volksziel leefde
- ontwikkelde mythisch drama: logica en consequentie onderschikt aan primaire emoties
- uitbeelding: leiden door Grieks model: verbale en muzikale uitbeelding moesten ineensmelten
- Gesamtkunstwerk = droom Wagner
- schreef Der Ring des Nibelungen = parabel over macht
6
Q
achtergrond: congres van wenen
A
- legde in 1815 nieuw evenwicht in Europa
- ontstaan grote rijken + kleinere nationale staten: Bel, GRE, Pol
- nieuwe politieke situatie schiep gunstige voorwaarden voor de ontwikkeling van het politieke en economische liberalisme
- grote wetenschappelijke vooruitgang: stimuleerde industrialisering
7
Q
halfweg 19e eeuw (5)
A
- duidelijk dat economische bloei gepaard ging met veel sociaal onrecht
- omwentelingen vorige eeuw door burgerij verraden: macht was vergelijkbaar met ader in Ancien Régime
- sociale spanningen –> opkomst socialisme
- begin 19e eeuw: romantiek
- 2e helft 19e eeuw: eiste realiteit–> naturalisme
8
Q
Realisme en Naturalisme (3)
A
- resultaat van positivistische levensbeschouwing, nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen en sociale hervormingen
- E. Zola: in Fra basis voor experimenteel naturalisme
- Noorwegen = bakermat moderne dramatiek –> realisme intrede in theater met Ibsen: Nora/ Een poppenhuis
9
Q
Tsjechov (2)
A
- schreef: Drie Zusters en De Meeuw: schildert het verwoede streven van de mens om dromen waar te maken en een zinvol evenwichtig leven te leiden
- blijft bij verlangens die geen werkelijkheid worden
10
Q
Nieuwe realistische toneelwerken eisten en eigen speelstijl
A
moest zich voor het voetlicht bewegen alsof er geen toeschouwers waren, alsof men zich in een kamer bevond waarvan de 4e wand was weggenomen
11
Q
vierde wand
A
driedimensionaal decor wat een huiskamer voorstelt. 4e want is weggehaald waar het publiek binnen kijkt –> publiek gaat mee in illusie theater, zijn aanwezig in leven personages
12
Q
acteur van groot belang in die periode (eind 19e begin 20e eeuw)
A
- Konstantin Stanislavski
13
Q
Konstantin Stanislavski (6)
A
- berust methode op totale inleving van acteur in rol
- producties van Tsjechov: vroeg acteurs zich meer te concentreren op de emoties en de complexe filosofie van karakters
- verplichte acteurs zich te identificeren met innerlijke van personagens
- natuurlijk gebruik stem en lichaam zeer belangrijk
- leven personages proberen doorgronden
- trainingsmethode = stanislavski-methode : method acting
14
Q
Strindberg
A
- Zweedse theatermaker
- spooksonate: vol symboliek en metaforen, herenhuis staat centraal in stuk maar bewoners zijn vreemde wezens–> geen mensen van vlees en bloed maar karikaturaal
- toeschouwer: zoeken naar dieperliggende betekenis over menselijke relaties en het leven