toneel in Engeland- Noordelijke Nederlanden- Frankrijk Flashcards

(12 cards)

1
Q

Renaissance en barok: gouden eeuw in Noordelijke Nederlanden
Bredero (4)

A
  • schreef in traditie rederijkers
  • grens tussen ME en renaissance
  • aandacht: volksmensen –> tekende in komedies
  • Spaanse Brabander = klassieke vorm MAAR fundamenteel volks
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Renaissance en barok: gouden eeuw in Noordelijke Nederlanden
Hooft (4)

A
  • reis naar Italië: kennis met Latijnse toneelstukken: Warenar = voorbeeld aan Plautus
  • tragedies: nationale thema’s: zuiver klassiek model
  • Geerardt van Velsen: moord op tirannieke Hollandse graaf Floris V
  • renaissance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Renaissance en barok: gouden eeuw in Noordelijke Nederlanden
Vondel (3)

A
  • barok: vol pahtos
  • Bijbelse tragedies: Lucifer
  • Gijsbrecht van Aemtstel = tragedie over vaderlandse geschiedenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vondel: Gijsbrecht van Aemstel (5)

A
  • gaat over belegering van Amsterdam door omliggende dorpen
  • men verdenkt Gijsbrechts ervan betrokken te zijn bij ontvoering en doodslag Floris V #jaar eerder
  • soldaten lijken te vertrekken maar houden zich schuil onder lading rijshoud in schip dat als brandhout werd binnengehaald
  • Gijsbrecht moet vluchten
  • hiermee eerste Amsterdamse theaterzaal geopend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Barokke theater in Nederlanden (5)

A
  • decors en rekwisieten bescheiden gebruikt
  • moesten realiteit suggereren ipv ze uitbeelden
  • vaak decor enkel beschreven door acteurs: geest toeschouwer tot leven
  • meestal in verzen geschreven
  • ver af van omgangstaal –> vooral in tragedies: gezwollen stijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Classicisme: gouden eeuw in Frankrijk
classicisme in theater (7)

A
  • 17de eeuw
  • Frankrijk
  • strakke regels: eenvoudige en duidelijk regelsysteem
  • diepgaande boodschap overbrengen onder eenvoudige vorm
  • doorzichtig en eenvoudig mogelijke schrijfstijl
  • complexe thematiek
  • personages: leven door passies en zitten gevangen in bepaald soort dwangmatig gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Classicisme: gouden eeuw in Frankrijk
classicisme in theater: wet van de drie eenheden (3)

A
  • eenheid van tijd: actie binnen stuk max 24 u duren
  • eenheid van plaats: op 1 plek
  • eenheid van handeling: 1 verhaallijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Classicisme: gouden eeuw in Frankrijk
classicisme in theater: wet van de drie eenheden –> waarom belangrijk? (3)

A

1) dit kwam ten goede aan de gelijkenis van de werkelijkheid =vraisemblance : handeling moest geloofwaardig zijn
2) vermijden dat vorm afleiden van verhaal
3) bienséance, kuisheid: gewelddadige/intieme scènes niet getoond worden maar naverteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bekendste Franse classicistische toneelschrijvers (2) (3)

A

1) Racine
2) Corneille
- bewerkte vooral oude tragedies
- stukken vooral in hofkringen
- stukken voldeden aan de kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Komedies in classicisme

A
  • respecteerden ook de wetten maar minder streng
  • milieu personages: moesten geen vorsten/helden zijn–> mensen uit burgerij
  • grootste komedieschrijver Fra: Molière
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stukken van Molière (2)
(5)

A

= Le médecin malgré de lui
- refereert aan commedia dell’arte
- Sganarelle = duidelijke verfransing van naam knechten Zanni/Zannerelli
= Le malade imaginaire
- bekend voor satirische komedies: kritiek op huidige maatschappij
- ook vrouwelijke acteurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

opvoering classicisme (12)

A
  • werd een cultuuruiting voor hovelingen en geletterde, onherkenbaar voor gewone volk
  • toneel verhuisde van openbare plaatsen naar theatergebouwen en paleizen
  • toegangsprijzen
  • 1548 Parijs: eerste overdekt theater gebouwd: oude cirkelvormige opstelling verbroken
  • elitair publiek dat moest betalen
  • volk: kluchten van rondreizende acteurs op kermissen
  • toneel- en toeschouwersruimte: helling
  • houten zitplaatsen in parterre
  • op toneel zelf: enkele zitplaatsen voor edelen –> beperkte bewegingsvrijheid spelers
  • voorstelling aangekondigd met aanplakbrieven: Molière = groene kleur: Comédie Française
  • troep met tromgeroffel door straten
  • publiek gaf luidop commentaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly