Hfst. 5 Flashcards

(21 cards)

1
Q

Consortium

A

Een meestal tijdelijke samenwerking tussen twee of meer ondernemingen met het doel risico’s te spreiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

E-commerce

A

Het kopen en verkopen van producten via het internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Franchising

A

Een overeenkomst waarbij de franchiseverlener aan de franchisenemer tegen betaling toestaat gebruik te maken van de handelsnaam, het merk, het embleem, het te voeren assortiment of de bedrijfsformule van de franchisverlener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fusie

A

De vermogens van twee bedrijven worden ondergebracht in een geheel nieuwe onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Joint venture

A

Zelfstandige bedrijven richten een gezamenlijke nieuwe onderneming op waarin de partijen hun specialistische kennis en vermogen inbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kartel

A

Ondernemingen uit een zelfde bedrijfstak werken samen met het doel onderlinge concurrentie uit te sluiten (verboden want nadelig consument)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Marketing

A

Verkoopbeleid gericht op de beïnvloeding van de wensen en behoeften van afnemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Marketingmix

A

De combinatie van de 4 p’s: productbeleid, prijsbeleid, plaatsbeleid en promotiebeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Monopolie

A

Marktvorm waarbij één aanbieder opereert en er veel vragers zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Monopolistische concurrentie

A

Marktvorm waarbij veel aanbieders een heterogeen product aanbieden en er veel vragers zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Octrooi (patent)

A

Een exclusief recht op een uitvinding waarmee een ander verboden wordt de uitvinding na te maken, te verkopen of in te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oligopolie

A

Marktvorm waarbij er enkele aanbieders zijn, tegenover veel vragers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Overname

A

Een bestaande onderneming koopt keer dan 50% van de aandelen met zeggeschap van een andere bestaande onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Plaatsbeleid

A

De keuze van de vestigingsplaats en de wijze waarop een product of dienst wordt aangeboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Prijsbeleid

A

Beleid gericht op het vaststellen van de hoogte van de verkoopprijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prijsdifferentatie

A

Voor een soortgelijk product worden verschillende prijzen gevraagd waarbij het verschil is gebaseerd op werkelijke kostenverschillen zoals duurdere verpakkingen en verschillen in kwaliteit

17
Q

Prijsdiscriminatie

A

Een aanbieder brengt voor een homogeen product aan verschillende afnemers verschillende prijzen in rekening

18
Q

Productbeleid

A

Beleid gericht op de keuze welk soort en kwaliteit producten een bedrijf aanbied

19
Q

Productdifferentiatie

A

Door aanpassingen het product onderscheidend maken ten opzichte van concurrerende producten

20
Q

Productinnovatie

A

Vernieuwing van het product of het assortiment

21
Q

Promotiebeleid

A

De wijze waarop een onderneming het product of het bedrijf onder aandacht wil brengen