Hfst. 6 Flashcards

(27 cards)

1
Q

Aanbodoverschot

A

De aangeboden hoeveelheid goederen is groter dan de gevraagde hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanbodtekort

A

De aangeboden hoeveelheid is minder dan de gevraagde hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Accijns

A

Belasting op door de overheid ongezond of schadelijk geachte goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Autoriteit consument en markt (acm)

A

Houden toezicht op markt, beste voor de consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Autoriteit financiële markt (afm)

A

Houdt toezicht op het gedrag van pensioenfondsen, accountants van kopers en verkopers op financiële markten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Collectieve goederen

A

Goederen waar je je niet aan kunt onttrekken. Ze zijn niet splitsbaar in individuele eenheden en je kunt er geen prijs aan vastzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Collectivitsatie

A

Taken van de particuliere sector worden overgenomen door de collectieve sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Deregulering

A

Het afschaffen of versoepelen van wetten en regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Externe effecten

A

Bijkomende gevolgen van de productie en consumptie die niet tot uitdrukking komen in de marktprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indirecte belasting

A

Kostprijsverhogende belastingen die betaald moeten worden bij de aanschaf het bezit of het gebruik van bepaalde goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Individuele belastingen

A

Goederen waar wel een prijs aan kan worden vastgesteld, deze goederen kunnen door het marktmechanisme worden geleverd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kartel

A

Bedrijven maken onderlng afspraken om de concurrentie te beperken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Maatschappelijke kosten

A

Kosten van negatieve externe effecten die ten laste komen van de overheid en daarmee door iedereen via de belasting worden betaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Maatschappelijke opbrengsten

A

De opbrengsten van positieve externe effecten, waar alle inwoners voordeel van hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Maximumprijs

A

Een door de overheid ingestelde prijs waarboven goederen niet mogen worden verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Minimumprijs

A

Een door de overheid ingestelde prijs waarbeneden de goederen niet mogen mogen worden verkocht

17
Q

Nationalisatie

A

Een particulier bedrijf wordt opgekocht door de rijksoverheid

18
Q

Negatieve externe effecten

A

Schade en kosten van productie en consumptie die niet in de prijs tot uitdrukking komen en leiden tot verlaging van de welvaart in ruime zin

19
Q

Niet-efficiente allocatie

A

Niet-optimale afstemming van de productiemiddelen op de behoeften

20
Q

Positieve externe efecten

A

Opbrengsten van productie en consumptie die niet in de prijs tot uitdrukking komen en leiden tot verhoging van de welvaart in ruime zin

21
Q

Privatisering

A

Taken van de collectieve sector worden overgenomen door de particuliere sector

22
Q

Quasi-collectieve goederen

A

Individuele goederen die worden geleverd door de overheid

23
Q

Quotum

A

Maximale hoeveelheid goederen die volgens de overheid mag worden geproduceerd

24
Q

Regulering

A

De overheid stelt extra wetten of regels voor de marktsector op

25
Subsidies
Prijsverlagende overheidsbedrage die bedrijven of consumenten ontvangen bij de aanschaf, het bezit of gebruik van bepaalde goederen
26
Zelfstandig bestuursorgaan (ZBO)
Organisatie die overheidstaken zelfstandig uitvoert buiten de directe verantwoordelijkheid van de minister
27
Zwarte markt
Verboden handel boven de maximumprijs