Hoofdstuk 1 Flashcards
(64 cards)
1
Q
De jeugd
A
Youth
2
Q
Overeenkomst
A
Similarities
3
Q
Achtergrond
A
Background
4
Q
De Arbeider
A
Factory workers
5
Q
Bouwen
A
To built
6
Q
Het enige
A
The only one
7
Q
Herinneren zich
A
To remeber
8
Q
Het platteland
A
Εξοχή
9
Q
Uitbreiden
A
Expand
10
Q
Het weiland
A
Λιβάδι
11
Q
De Bejaarde
A
Elderly people
12
Q
Gelden
A
To apply
13
Q
Knuffelen
A
To hag
14
Q
De kooi
A
Κλουβί
15
Q
Kruipen
A
Μπουσουλάω
16
Q
Het ongedierte
A
Παράσιτα
17
Q
De reden
A
Reason
18
Q
Uitlaten
A
To walk
19
Q
Laten
A
Let
20
Q
Verstaan
A
To understand
21
Q
Zacht
A
Soft
22
Q
Bereiken
A
To reach a goal
23
Q
Beschermen
A
To protect
24
Q
Het doel
A
Goal
25
De Kerncentrale
Πυρηνικός σταθμός
26
Het middel
The way
27
De overheid
Government
28
Overleggen
To discuss
29
De regel
The rule
30
De samenleving
Society
31
De steun
Support
32
Stichting
Foundation
33
Stimuleren
To encourage
34
Vereniging
Σύλλογος
35
De waarde
Value
36
De beek
Ρυάκι
37
Beheren
To manage
38
Beschikbaar
Available
39
Het bord
Notice
40
Breken
To break
41
De Dam
Φράγμα
42
Het gebied
Area
43
De geul
Χαντάκι
44
Merken
To notice
45
Overstromen
To flood(πλημμυρίζω )
46
De ramp
Catastrofe
47
De slee
Έλκηθρο
48
Slingeren
Ελίσσεται
49
De Spiegeling
Reflection αντανάκλαση
50
Springen
To jump
51
De stilte
Silence
52
De streek
Area
53
Terechtkomen
To end up
54
Uitmonden
Ξεχειλίζω
55
Uitslijten
Διαβρώνω
56
Vechten
To fight
57
De veiligheid
Security
58
Verbazen zich
To amaze
59
Verdrinken
Πνίγομαι
60
Winnen
To win
61
De kraan
Βρύση
62
Tandenpoetsen
To brush my teeth
63
Uitdoen
To turn off
64
De Begeleiding
support
