Hoofdstuk 1 Flashcards

inleiding tot organisatiepsychologie (46 cards)

1
Q

Wat is organisatiepsychologie?

A

De studie van gedrag van organisaties. Het individuele gedrag maar ook het gedrag van groepen in organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat word er in de organisatiepsychologie onderzocht?

A
  • Individueel gedrag; Perceptie, motivatie, prestatie
  • Collectief gedrag; Leiderschap, vormen van onderlinge groepen, samenwerking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doel van organisatiepsychologie

A

Gedrag verklaren en voorspellen in organisaties en zo organisaties verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke uitdagingen zijn er voor organisaties

A
  1. Verandering
  2. Schaarste op de arbeidsmarkt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is VUCA?

A

Volatility (verandering)
Uncertain (onzekerheid)
Complex (innovatie en specialisatie)
Ambigious (vaag, dubbelzinnig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er belangrijk om in een VUCA markt te overleven

A
  • Flexibel (agile) zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is LLL

A

Levenslang leren (ontwikkeld door ex baas VDAB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de VUCA competenties?

A
  • Vision (visie op de toekomst, op korte en lange termijn)
    -Understanding (de markt begrijpen, analyse van veranderingen voor heldere keuzes)
    -Clarity
    -Agile (flexibel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent de “war for talent”

A

De juiste werknemer kunnen vinden in deze arbeidsmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is “job crafting”

A

Het aanpassen van de job inhoud aan de werknemer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorsprong organisatiepsychologie?

A

18de eeuw, Adam Smith (econoom), 20ste eeuw Frederick Taylor (capitalist)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar heeft adam smith voor gezorgd?

A
  • Taakverdeling
  • Comparatieve voordelen (Match tussen talent van werknemer en taak zorgt voor meer productiviteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de visie Frederick Taylor?

A
  • Scientific management
    -Time is money
  • Mensen zijn intrinsiek lui
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is “scientific management”

A

Tijd en productiviteit zo goed mogelijk managen (tijds en bewegingsstudies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke oplossing vond Taylor voor de “luie werknemer”

A

Prestatieloon, hoe harder ze werken hoe meer ze beloont worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe worden de theorien van Taylor en Smith genoemd?

A

Industriële psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat houd industriële Psychologie precies in?

A
  • Rekruteren
  • Maximalisatie van productie
  • Organisatie staat centraal
  • Mens wordt aangepast aan de organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is productie vervreemding?

A

Werknemers voelen zich vervreemd, voelen zich ontmenselijkt, protesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is wat de tegenreactie voor industriële psychologie

A

21ste eeuw, Elton Mayon: Human relations beweging (Hawtorne experiment)

20
Q

Wat is de human relations beweging

A

Focus moet liggen op de mensen, niet op de organisatie of productie. Sociale groe, relaties en systeem is erg belangrijk voor de werknemer

21
Q

Wat is de tegenreactie op Human relations en Scientific management?

A

Revisionisme, Hackman en Oldham

22
Q

Wat is revisionisme?

A

Organisatie EN sociale zijn belangrijk. Perceptie van werknemer staat centraal

23
Q

Wat wordt er bedoelt met “perceptie van de werknemer”?

A

Ervaring van verantwoordelijkheid, kennis van resultaten, denkt hij/zij dat het nuttig is, etc.

24
Q

Wat voor systeem was de organisatie volgens het revisionisme?

A

Organisatie wordt als een zowel sociaal een technisch systeem.

25
Wat is de eerste vorm van HRM?
Revisionisme
26
Wat is een organisatie?
7 aspecten
27
Eerste aspect van een organisatie
Moet 2 of meer leden hebben
28
Tweede aspect van een organisatie
Er is altijd een doel
29
Derde aspect van een organisatie
Heeft een missie om het doel te kunnen realiseren
30
Vierde aspect van een organisatie
Wordt bewust gemaakt voor het doel
31
Vijfde aspect van een organisatie
Is gericht op de toekomst
32
Zesde aspect van een organisatie
Er is een structuur (hiërarchie)
33
Zevende aspect van een organisatie
Stakeholders hebben ook macht
34
Tendensen in de arbeidsmarkt
- Virtuele bedrijf - Mensgerichte organisatie - Kennisonderneming - Geautomatiseerd bedrijf - Klantgerichte organisatie -Globalisering -Pluriform personeelsbestaan - Drang naar innovaties - Het nieuwe werken - Inzetten van L en D
35
Wat is een virtuele bedrijf
Leeg bedrijf dat door outsourcing hun producten verkoopt
36
Wat is een mensgerichte organisatie
Aandacht op werknemers. Door taak verbreding en taakverrijking. Betrokkenheid werknemer staat centraal. Empowerment
37
Wat is een kennisonderneming
Kennis staat centraal. Van arbeider naar kenniswerker. Lerende organisatie
38
Wat is een geautomatiseerd bedrijf?
Beperkte menselijke factor. AI en ERP processen (enterprise resource planning)
39
Wat is een klantgerichte organisatie?
Wensen van de klant staan centraal, tevreden klant is doel. Geen verspilling, vraag van klant pas produceren (Just in time)
40
Wat is globalisering?
Uitbreiding naar buitenland, arbeidsintensieve sectoren, ICT specialisten
41
Wat is een pluriform personeelsbestaan?
Diversiteit van werknemers
42
Wat is een drang naar innovatie?
Research en development, meegaan in verandering, nieuwe markten en technologieën verkennen, digitale disruptie
43
Wat is het nieuwe werken?
Anywhere anytime, Manage your own work, leiding geven tussen mensen, flexibele arbeidsrelaties, vrije toegang
44
Wat is het inzetten van L en D, learning and development
Paul Kramer testen, Career advisors
45
Wat is MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen, profit planet people
46
Wat kunnen we concluderen voor hfdstk 1?
Er zijn veel veranderingen binnen in de arbeidsmarkt maar in de organisatiepsychologie moeten we de mensen, werknemers en klanten, zijn erg belangrijk