Hoofdstuk 2 - perceptie, attributie en besluitvorming Flashcards
(31 cards)
Wat is gewaarwording?
Het bewust worden van prikkels
Wat is perceptie?
Die prikkels interpreteren
Perceptie is afhankelijk van de werkelijkheid
Perceptie wordt beïnvloedt door hoe wij prikkels structureren en ordenen in ons brein
Perceptie is afhankelijk van de context
De gevoelens, betekenis, voorkennis etc die gekoppeld wordt met de situatie
Primacy effect
Het eerste wat je ziet kleurt latere oordelen
Contrast effect
Als diegene voor jou in de rij er heel verzorgd uitziet, zal jij er automatisch, in contrast, minder verzorgd uitzien
Halo-effect
Een positieve aspect van de persoon die uitblonk zorgt er nu voor dat je hen in de algemene zin veel positiever gaat zien
Stereotypen
beoordelen van anderen op basis van perceptie dat ze tot een bepaalde groep behoren
Een illusie
Je koppelt verschillende verwachtingen aan verschillende groepen in een organisatie
Selectieve perceptie
Wat we waarnemen hangt ook af van ons, wat vinden we belangrijk, hoe voelen we ons etc. Ook gaan we onbelangrijke informatie uitfilteren etc
Perceptuele vigilantie
Elementen die onze behoeften beantwoorden gaan we sneller waarnemen
Perceptuele defensie
Elementen die strijdig zijn tegenover onze opvattingen gaan we sneller vergeten, minder vlug waarnemen, etc
Welke factoren zijn er in het covariatiemodel van Kelley
- Kenmerkendheid
- Consensus
- Consistentie
Wat betekent kenmerkendheid?
De persoon heeft in andere situaties vergelijkbaar gedrag vertoont
Hoog: Intern
Laag: Extern
Wat betekent consensus?
Vertonen andere medewerkers vergelijkbaar gedrag in dezelfde situatie?
Hoog: Extern
Laag; Intern
Wat betekent consistentie?
De mate waarin het betreffende gedrag in dezelfde situatie op andere tijdstippen ook voorkomt
Hoog: Intern
Laag: Extern
Attributiemodel van Weiner
- Controleerbaarheid
- Stabiliteit
Wat betekent controleerbaarheid?
Kunnen we deze interne of externe factoren controleren?
Wat betekent stabiliteit?
Is het een blijvende factor of een tijdelijke?
Gevolgen van attributies?
Beïnvloeden zelfvertrouwen medewerker
Fundamentele attributie fout
actor en observator effect etc
Vertekening uit eigenbelang
positieve dingen worden intern geattribueert, terwijl negatieve dingen extern worden geattribueert
Self-fulffilling prophecy
We zorgen er eigenhandig voor dat onze voorspelling uitkomt
Wat is een optimaal besluitvormingsproces?
Is compleet rationeel, eerst wordt probleem gedefinieerd, dan opgelost. Wordt als niet mogelijk gezien