Hoofdstuk 10: Krachtlijnen en slotbeschouwingen: 2 eeuwen van strafrechtsbedeling en criminologie Flashcards
(10 cards)
Ontwikkelingen EU
1750 tot 1940
- denken over criminaliteit
- straffen
- controle en toezicht
Krachtlijnen ontwikkeling EU: Controle en toezicht
1. Civilisatie: burgers controleren mee
2. Groeiende intolerantie publiek geweld
3. Verhoogde staatscontrole
-> publiek strafrecht
-> publieke politie en gevangenis
Grenzen aan controle en toezicht
Politie- en strafinstellingen
- cultureel: volksjury milder dan magistraten
- politiek: democratie: machtsevenwichten nodig
- financieel: gebrek middelen institutionele en beleidsveranderingen afgeremd
**ideaal heropvoeding en vooruitgang faalt **
- 19-20e eeuw => “onverbeterlijke crimineel”
- harde aanpak terug nodig
Krachtlijnen ontwikkeling EU: denken over criminaliteit
Blijvend
- othering: wij-zij-denken
- invloed media op crime en daders
- vooroordelen en stereotypen ondanks wetenschappelijk tegenbewijs
- weinig aandacht witteboordencriminaliteit
Veranderingen
- misdaad < dader
- “gevallen” dader < gebrekkige dader (“ziek”)
- meer invloed criminologie en deskundigen
Krachtlijnen ontwikkeling EU: straffen
Blijvend
- debat: vergelding of behandeling?
- debat: doodstraf?
Veranderingen
- vergelding < behandeling
- preventie en vroegtijdig ingrijpen
- geweld < gevangenis
- schandestraf < private straf
Beslissende factoren ontwikkeling criminologie
- algemene wetenschappelijke ontwikkeling
- grote voortrekkers
- politieke invloed onderwijs en onderzoek criminologie om te gebruiken in beleid
- ernstige problemen vergroten vraag naar gericht onderzoek over oorzaak en aanpak
Intrinsieke verbondenheid criminologie: 2 richtingen
- criminologie leunt op SB
- gericht op hervorming en verbetering SB en misdaadbestrijding
Intrinsieke verbondenheid criminologie
- criminologie altijd samen met SR en bestrijding
- praktijk SB en instanties die SR toepassen
- verbondenheid binnen criminologie
Geschiedenis criminologie: wetserse ontwikkeling (dis)continu in 3 fases
Fase 1
- 19-20e eeuw
- criminologie in West-EU
- bio-antropologische benadering invloed in US
Fase 2
- 1920-1960
- West-EU: autoritaire greep
- US: verbeding kennis
Fase 3
- na WO II
- transnationale verworvenheid
- variatie perspectieven, methoden en onderwerpen
Moderne criminologie
- verderbouwen op vroegmoderne ideeën
- leren uit vroegmoderne politie/justitie/gevangenis
- veranderingen
-> nieuwe biologische/psychologische/sociologische perspectieven
-> wetenschappelijke invloed op gevangeniswezen, jeugdrecht, rechtspraak en opsporing