Hoofdstuk 3: toepassen van een historisch-criminologische benadering Flashcards

(12 cards)

1
Q

Welk onderzoek voerde Bosworth? Thema, doel, werkwijze, vaststelling

A

Thema: regime en bevolking van een vrouwengevangenis in Parijs in de 17-18e eeuw

Doel: bewijzen dat de massale opsluitingen in de 20e eeuw niet uniek zijn in de geschiedenis door te verwijzen naar de massale opsluitingen in 17-18e eeuw. Chronologie en opzet gevangenis uitleggen + oorzaak huidige massale opsluiting verklaren

Werkwijze: werk geschreven over straffen en opsluiting in 20e eeuw tegenover 17-18e eeuw.

Vaststelling: veel continuïteit in denken en praktijken opsluiting = piek in 20e eeuw is niet nieuw, maar een zoveelste golf

  1. challenging chronology: Foucault “ontdekt” in 19e eeuw gevangenissen. Maar eigenlijk was dat ook al een concept in de 16e-17e eeuw = vrijheidsberoving met massale opsluiting
  2. gender constante: aanpak vrouwelijke gedetineerden beïnvloed door genderrollen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Methodologische kwestie Bosworth: moeilijkheden van historische criminologie

A
  1. reconstrueren ipv objectieve werkelijkheid = altijd selectief!
  2. emoties bij onderzoek misdaad en straf spelen rol = biased en persoonlijk
  3. stellingname: innemen van positie, selectiviteit, sporen verzamelen om geheel mee te reconstrueren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de conclusie van Bosworth over historisch onderzoek?

A

minder streven naar objectiviteit, is toch niet haalbaar.

meer focussen op emoties van de bron én de historicus die reconstrueert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Studie N. & Y. Castan over informele of infrajudiciële conflictregeling (1978)

A

= waarom stappen mensen wel of niet naar justitie voor probleemoplossing

= meeste geschillen informeel opgelost door zowel armen als rijken, justitie is zelden benut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werden conflicten vroeger opgelost?

A

meestal informeel
- zowel bij armen als rijken
- in verschillende regio’s en perioden
- informele bestraffing dader
- notabelen van gemeenschap bemiddelden, verzoenden en bepaalden schikking. niet justitie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom conflictbestrijding vroeger anders dan nu?

A
  1. particuliere conflictoplossing altijd al relevant. Vandaag geïntegreerd in rechtssysteem door maatschappelijk en cultureel draagvlak
  2. hedendaags herstelrecht als haalbaar en solide scenario: dader bestraft en slachtoffer vergoed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beperkingen bij vergelijken vroeger en nu?

A

verschillende tijdperken: cultureel, moreel, cohesie, samenleving, overheid, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is onderzoek omtrent informele conflictoplossing relevant?

A

meer info over aangiftebereidheid en dark number

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn risicofactoren om crimineel te worden?

A
  • weinig/geen sociaal kapitaal
  • slecht huishouden/gezinsverband
  • status en acceptatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een reden dat vrouwen en meisjes minder in statistieken verschijnen?

A

Vaker informeel opgelost om reputatie te beschermen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom is het relevant om verschillende culturen in de samenleving te bestuderen?

A

Kijken hoe zij omgaan met criminaliteit/justitie/politie/…

=> sommige culturen lossen alles informeel op en stoten politie af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom komen jongeren mogelijks minder voor in statistieken?

A

Informeel afgehandeld door ouders: schande vermijden. Wel naar justitie: “loslopend, slechte opvoeding, …”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly