Overzicht en verduidelijking thema's per hoofdstuk Flashcards
(12 cards)
Kernideeën H1: waarom verleden bestuderen?
- Geschiedschrijving met nut: verklaren & beschrijven
- Geschiedschrijving zonder nut: anything goes & voor de fun
- Beperkingen geschiedschrijving: biased bronnen en historici, opletten determinisme
- basisregels historische bewijsvoering: redenering + kritische juxtapositie van bronnen
- Bronnenmanipulatie/falsa
Kernideeën H2: ontmoetingen tussen historici en criminologen
- historici en criminologen andere belangen: moeilijke samenwerking
- bijdrage criminologen
- onderzoeken: vanaf 1970 en voor WOII
- kwantitatieve benadering
- kwalitatieve benadering
Kernideeën H3: toepassen van de historisch-criminologische benadering
- onderzoek Bosworth: thema, methodologische kwesties, struikelblokken criminologie
- toepassing herstelrecht in historisch perspectief: vergelijking heden en verleden
- extra relevantie historisch onderzoek rond informele conflichtbeslechtiging: gemeenschappen, gender, leeftijd, informeel vs formeel
Kernideeën H4: Vroegmoderne periode: origines van de basisstructuur van de moderne strafrechtsbedeling
- opkomst publieke strafrechtsbedeling: Germaanse volkeren tot 8e eeuw, Karolingische Rijk 8-10e eeuw, katholieken 10e eeuw, doorbraak inquisitoir systeem 16e eeuw
- misdaad en straffen vroegmoderne periode: in steden/op platteland, banditisme, geweldsvormen, landlopers/bedelaars, gebrekkige misdaadbestrijding
- nieuwe ideeën misdaadbestrijding en strafrechtsbedeling: Boeventucht (Coornherts), 3 nieuwe ontwikkelingen 16-18e eeuw (vernieuwing gevangenis, politie en koloniale verbanning)
- Besluit: inquisitoir systeem sinds late middeleeuwen, basisstructuur = moderne politie en gevangenis
Kernideeën H5: Verlichting
- Toeneming gevoeligheden tav foltering en publieke straffen: bewijskracht en eind 16e eeuw nieuwe straffen
- Verlichtingsdenken: POWER verspreid door filosofen en burgerij
- Vrijheidsstraf en gevangenisstraf centraal: moderniseringen late 18e eeuw met focus op morele verbetering
- Kritiek op doodstraf: abolitionisme
- Aanpak misdaad: bescherming persoonlijk bezit en integriteit + gelijkheid en bewijskracht
- Veranderend beeld homo criminalis: rationeel en verantwoordelijk
Kernideeën H5: Franse tijd
1. Kenmerken FR revolutie: verklaring rechten van de mens + nieuw wetboek strafvordering 1791 + democratie
2. Impact FR tijd op tijd met Napoleon: banditisme + nieuwe staatsstructuur (behouden N)
3. FR politiemodel: centralisatie + openbare orde en inlichtingendienst + invoering gelijkaardige structuren EU
4. Napoleon staatsgreep 1799: autoritair regime met gratierecht + 1808 nieuw strafvorderingswetboek
Kernideeën H6: 19e eeuw
- Einde Napoleon, begin De Nederlanden:** eco groei, maatschappelijke crisis**
- “Gevaarlijke” wordt** “zieke” crimineel**: gebrekkige normen en ratio wordt psychologisch motief
- Criminaliteit = MTS probleem
- Misdaad steden en platteland
- Internationale netwerk van hervormers
- Moderne gevangenis “Panopticon”: Bentham, scheiding, permanente surveillance & heropvoedingsproject
- New police: veldwachters, plural police, publieke politie
- Uitbouw politie en gevangenis
Kernideeën H7: Opkomst wetenschappelijke studie omtrent criminaliteit
- Statistieken bijhouden = ongerustheid
- Wetenschap om misdaad op te lossen: nieuwe deskundigheden ontwikkeld
- Basis moderne criminologie: nieuwe deskundigen en hervorming moderne politie en gevangenis
- Nieuwe deskundigen: wetenschappers die “zieke crimineel” moeten kunnen herkennen + wetenschappers met menselijk inzicht en gezond verstand => komen overeen in: theorie en praktijk om criminaliteit te verklaren
- Criminologische politiewetenschap: focus stedelijke criminele onderwereld, politionele beelden media, 19e eeuw
- Nieuwe opsporingstechnieken: antropometrie, vingerafdrukken, mugshots, conferenties en fysieke kenmerken op checklist
- Evolutionair denken: Morel, Darwin, Marx, Engels
- Frenologie (biologisch) = schedelmeten: gedrag en emoties lokaliseren in hersenen: “aangeboren” criminaliteit
- Maniënleer (pychiatrisch) = criminaliteit is stoornis, Esquirol!
- Quetelet (sociologisch) = sociale fysica
Kernideeën H8: naar 20e eeuw en WOI
- Overgang 19e-20e eeuw: Garland (penal warfarism + individuele behandeling > straf + nature vs nurture
- Pessimisme en sociaal verweer: angst immoraliteit en degeneratie (idee Morel in gedrang), Adolf prins (staat grijpt in bij verdachte gedragingen en situaties met therapie)
- Criminaliteit in WOI: loslopende jongeren, angst stijging door socio en eco ontwrichting, angst banditisme en deserteurs, discussie brutalisering jongeren
- Discussie correlatie oorlogsveteranen en fascisme = incorrect
- Gevolgen criminaliteit na WOI: meer geweld door socio-eco en pol onrust (niet brutalisering!) en deserteurs groter probleem, meer vermogenscriminaliteit
- 1920 = terug naar voordien
- Invloed WOI MTS en SR: MTSe en psychologische breuk + politieke ideologieën en versnelling modernisering SR
- Hervormingen strafrecht: liberale wetgeving voorwaardelijke, jongeren weghouden stigma’s en misdaad, nieuwe wetgeving jongeren
Kernideeën H9: evoluties sinds 1945
- Weinig bronnen na-oorlogse periode WOII
- Maatschappelijke transformaties: gezagsverhoudingen, vrouwen- en burgerrechtenbewegingen, toename welvaart westen, opkomst vrije media en groeiende impact, ontzuiling en ontkerkelijking
- Ontdekking veiligheid: welvaartstaat, preventie > bestrijding, ontzuiling en informalisering, inclusie en democratisering, angst verlies welzijn, De Graaf
- Securitisering **(Schuilenburg) **= langzame proces van veiligheid binnen samenleving (1980-1990)
- Evolutie dodelijk geweld (Eisner): late middeleeuwen, 1960-1970, 1990
- Evolutie statistieken: 1955-19601990, na 1993
- Veranderd beeld daders en slachtoffers: 4 verbanden (Spierenburg): angst, media, dadersbeeld steeds slechter, aandacht en medeleven slachtoffers
Kernideeën H10: Krachtlijnen en slotbeschouwingen: 2 eeuwen van strafrechtsbedeling en criminologie
A. KRACHTLIJNEN ONTWIKKELINGEN EU 1750-1940
1. denken over criminaliteit + straffen: blijvende en veranderde factoren
2. controle en toezicht: civilisatie, groeiende intolerantie publiek geweld, meer staatscontrole
3. grenzen politie- en strafinstellingen
4. **19-20e eeuw: idealen rond heropvoeding falen **–> terug naar harde aanpak
B. SLOTBESCHOUWINGEN VAN 2 EEUWEN SRB EN CRIMINOLOGIE
1. beslissende factoren ontwikkeling criminologie: algemeen wetenschappelijke ontwikkeling, pol invloed, meer vraag naar gericht onderzoek oorzaak en aanpak ernstige problemen
2. criminaliteit altijd verbonden aan SR en bestrijding
3. moderne criminologie: nieuwe disciplines en inzicht justitie-pol-gevangenis
4. westerse ontwikkeling criminologie in 3 fases
Kernideeën H11: Historie jeugddelinquentie
- 16e eeuw: geen aparte aanpak, wel kritisch over “hedendaagse” jeugd
- Ontdekking discipline midden 19e eeuw:
- Jeugdgeweld: motieven, gewoontes, verwonding > moord, laatmiddeleeuwen en vroegmoderne steden
- Vermogenscriminaliteit jongeren
- Jeugdbendes: vooral eind vroegmoderne periode: op zichzelf of gestuurd
- Jeugddelinquentie onderzoek dominante thema’s: opvoeding, thrill, gezinsituatie, gevaarlijke stad, bedreiging autoriteit
- Beleid 1650-1950: preventie, omgeving medeverantwoordellijk, evenwicht straf en zorg
- Beleid heden: punitief of behandelend, lange wachttijd en hoof recidive na behandeling