Hoofdstuk 11: Historie jeugddelinquentie Flashcards

(17 cards)

1
Q

Waarom Belgische statistieken omtrent jeugddelinquentie moeilijk te interpreteren?

A

blinde vlek sinds 1989

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

visie jeudgdelinquentie 16e eeuw

A
  • “jeugdcriminelen nu zijn veel erger dan vroeger”
  • toch geen aparte aanpak voorzien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is zijn grote problemen bij aanpak van jeugddelinquentie

A
  1. discussie punitieve of behandelende aanpak
  2. lange wachttijd zorg + hoog recidivecijfer na zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is historisch onderzoek moeilijk in dit thema?

A

Lange-termijn vergelijkingen moeilijk te maken:
- definitie criminaliteit verandert met ruimte en tijd
- geen wetenschappelijke criteria in antropologie om jeugdcrimineel te identificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke thema’s bestuderen historisch criminologen omtrent jeugddelinquentie?

A
  1. deviantie definitie in ruimte en tijd
  2. veranderingen en visies tav jeugdcriminaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Algemene bevindingen 1650-1950: strategieën

A
  1. focus preventie
  2. familie, omgeving, MTS en staat medeverantwoordelijk stellen
  3. evenwicht straf en zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Algemene bevindingen 1650-1950: dominante thema’s

A
  1. amusement/for the thrill
  2. gezinsituatie
  3. opvoeding
  4. gevaarlijke stadsomgeving
  5. bedreiging natie, autoriteit en sociale stabiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke zaken hebben 1650-1950 gemeen?

A
  1. wettelijk en strafrecht afstoten van jongeren en jonge daders
  2. heropvoedende instellingen probleemkinderen
  3. probleemgezinnen doelwit: inmenging en controle overheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn jeugdbendes?

A
  • groep jongeren die in een stad geweld plegen
  • gewelddadig, maar niet per se zware feiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Overwinning Antwerpse politie 1770-1785

A

70+ jongeren opgepakt uit 6 dievenbendes
- 2/6: geleid door 17-19-jarigen
- 4/6: 4/6 niet begeleid: meeste -16 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer jeugdbendes (criminele gangs) meest actief

A

vooral eind vroegmoderne periode
- platteland en VL & Brabantse steden overspoeld
- geweldsvormen
1. afpersen aalmoezen
2. winkeldiefstallen
3. inbraken
4. brandstichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Motieven jeugddelinquentie

A
  • integratie gemeenschap
  • reputatie
  • territorium
  • plaats op huwelijksmarkt veroveren/behouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geweldsvormen laatmiddeleeuwen en vroegmoderne periode in steden

A
  • nachtlawaai
  • vandalisme
  • moord
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vooral groepsgeweld of individueel in laatmiddeleeuwen en vroegmoderne periode?

A

Groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer ontstond de aandacht voor jeugdcriminologie?

A

midden 19e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Factor bij ontstaan jeugdcriminologie

A

politieke en economische veranderingen

17
Q

Waarvoor zorgt de angst voor “gevaarlijke klasse” in ons huidige systeem?

A

Basis “problematisch opvoeding”, jeugdrecht, jeugdzorg, zorgbescherming