Hoofdstuk 10.1 Flashcards
(10 cards)
1
Q
Het systeemkarakter van het gezin wordt geillustreerd aan de hand van:
A
- Structurele gezinsfenomenen.
- Grens ouderlijke subsysteem en subsysteem kinderen.
- Verschillende gezinstype.
- Gezinsmythen en gezinsgeheimen.
- Dynamiek gezinssystemen.
- Levenscyclus gezin.
- Gezin in zijn sociale omgeving.
- Emotionele krachtenveld binnen het gezin.
2
Q
Sociale rol
A
Een geheel van min of meer bindende verwachtingen ten aanzien van het gedrag van een persoon in een bepaalde positie.
3
Q
De volgende spelers zijn bij een rol betrokken:
A
- Rolverkleder (van wie een bepaald gedrag verwacht wordt)
- Diegene die verwachtingen hebben ten aanzien gedrag rolbekleder.
- De leden van het systeem die ervoor zorgen dat iemand uit het systeem in die bepaalde positie terecht komt.
4
Q
Zondebok fenomeen:
A
- Er is sprake van hardnekkige afleidingsmanouvres naar één kind. Alle onvrede komt bij dit kind terecht.
- Komt vaak voor dat ouders onderling problemen hebben, ze ontkennen deze problemen.
- Beide ouders uiten voortdurend verwijten aan het adres van dat kind.
- Kind plijt aan, doet aan het gedrag mee in die zin dat het gedrag gaat vertonen dat een rechtvaarding vormt voor de verwijten die zijn ouders in zijn richting maken.
5
Q
Parentificatie
A
Het duidt een situatie aan waarin een kind ‘tot ouder wordt gemaakt’ of waarin aan het kind ouderlijke verantwoordelijkheden worden toegekend.
6
Q
Adjudant
A
Geparentificeerd kind.
7
Q
Go-between
A
Sfeergevoelige kinderen die de communicatie gaande houden in het gezin.
8
Q
De perverse triade:
A
- Er zijn drie mensen in een interactieproces verwikkeld, twee hiervan behoren tot hetzelfde hierarchisch level, de derde zit in een lagere rangorde.
- Iemand van het hierarchische hoger niveau gaat een coalitie aan met iemand van het lagere niveau.
- De coalitie wordt door betreffende personen ontkend.
9
Q
Mythe
A
Een mooi verhaal dat binnen een bepaalde gemeenschap leeft, niet helemaal waar verhaal.
10
Q
Gezinsfase:
A
- Kinderloze fase
- Uitbereidingsfase
- Schoolfase
- Stabiliteitsfase
- Kinderen huis verlaten fase
- Lege nest
- Pensioen
- Oma opa fase
- Alleen fase