Hoofdstuk 8 Flashcards

Complementaire en symmetrische interactie (6 cards)

1
Q

Complementair

A

Wanneer één van de betrokkenen het initiatief neemt en de ander dat opvolgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Symmetrisch

A

De betrokkenen nemen beide het initiatief. De interactieposities van de betrokkenen lijken op elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Up

A

Het initieren van de interactie of het kunnen geven de baas te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Down

A

Meegaan initiatief van de ander of superioriteit van de ander erkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Complementaire verstarring

A

Als de interactie uitsluitend ‘up down’ is en de betrokkenen niet meer in staat zijn tot symmetrische interactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Symmetrische escalatie

A

Als de betrokkenen in een voortdurende machtsstrijd zijn verwikkeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly