Hoofdstuk 4 Flashcards
Elke communicatie bezit een inhouds- en een betrekkingsniveau (8 cards)
Betrekkingsniveau
De relatie tussen de communicerende personen. Verschaft aanwijzingen over de manier waarop hetgeen in het inhoudsaspect is meegedeeld, moet worden opgevat en begrepen.
Paulusbeginsel
Het gegeven dat alle werkzaamheden met mensen, alle interacties van mensen binnen relaties etc. slechts dan effect hebben als de betreffende beroepsbeoegenaren erin slagen om een open betrekking met hun clienten te realiseren.
Methodiek
Het op proffesionele en authentieke wijze vormgeven van het betrekkingsniveau in de betrekking met de client.
Wat Wauzlewick het betrekkingsniveau noemt, wordt door Schulz von Thun gedifferentieerd in drie sub-betrekkingsaspecten:
- Het expresieve aspect
- Het relationele aspect
- Het appelerende aspect
Het expresieve aspect
Waarmee mensen hun zelfomschrijving geven
Het relationele aspect
Geeft een relatie definitie waarmee men te kemen geeft.
Het appelerende aspect
Waarmee iemand een beroep doet op een ander en probeert iets van hem gedaan te krijgen
Het is noodzakelijk de volgende regels te hanteren voor expliciete metacommunicatie:
- Het is uitsluitend geoorloofd feedback te geven als je de ander van dienst wilt zijn.
- Feedback dient beschrijvend te zijn en niet veroordelend, interpeterend en naar motieven gissend.
- Feedback moet specifiek zijn en niet worden geformuleerd in algemene termen.
- De feedbackgever moet rekening houden met de behoeften en het incasseringvermogen van de ander.
- Feedback moet bruikbaar zijn, ofwel gedrag waar de ontvanger iets aan kan veranderen.
- Feedback is effectiever als er op een constructieve, maar niet dwingende wijze gedragsalternatieven bij gepresenteerd worden.
- Feedback moet op het juiste moment worden gegeven.
- Feedback dient duidelijk, precies en begrijpelijk geformuleerd te worden.
- Feedback dient correct te zijn.