hoofdstuk 2 Flashcards

het voorspelbare kind (57 cards)

1
Q

rizomatische verbanden

A

Verbanden die bijzonder complex zijn en niet lineair, waarvan geen begin of einde is, omdat je steeds in het midden bent en er is altijd een wirwar van andere invloeden die amper in kaart te brengen zijn, waar oorzaken ook gevolgen zijn en vice versa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rizoom

A

netwerkachtige wortelstructuur (in de biologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cochelair implantaat

A

een apparaatje dat de chirurg onder de huid inplant en dat geluiden rechtstreeks overzet op de gehoorzenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

NIPT-test

A

een test die in de twaalfde week van de zwangerschap problemen bij ongeboren kinderen kan detecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reprogenetics

A

de combinatie van reproductieve geneeskunde en genetica, waarbij embryo’s gescreend en eventueel verbeterd worden voor ze bij aanstaande moeder ingeplant worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

education by numbers

A

een kwantificering van de ontwikkeling die de opvoeders moeten informeren en aansturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vakantiekolonies of zeehospitalen

A

in de 19e eeuw aan de Belgische kust; medische wetenschap werd ingezet om opvoedingsadvies te geven aan arbeidersgezinnen; vorm van liefdadigheid; voor voldoende zieke kinderen (maar ook niet te); discipline, geen contact met buitenwereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

open air-beweging

A

de zeelucht werkt genezend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

melkdruppels

A

voorzieningen waar koemelk in arme wijken werd uitgedeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

eugenetica

A

wetenschap van de verdeling van de rassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ontaarding van het ras / la dégénération

A

zowel een lichamelijke ontaarding (door ziekten) als een intellectuele en morele ontaarding, zowel individueel als collectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

definitie gezondheid door de WGO

A

een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontwikkelingspsychologie

A

In de jaren vijftig, zestig van de vorige eeuw werden in een bijzonder hoog tempo tests uitgewerkt om de ontwikkeling van kinderen zowel meetbaar als voorspelbaar te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

intelligentietest

A

Een test die kon voorspellen welke leerlingen vermoeddellijk leerproblemen zouden ontwikkelen en dus extra ondersteuning nodig hadden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wechsler-test

A

ook voor volwassenen (WAIS); op grote groep getest en genormeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gehechtigheidstheorie

A

Indien een kind geen veilige gehechtigheid zou ontwikkelen, dan zou het steeds angstig zijn en de onvermijdelijke scheiding van de moeder moeilijker aankunnen, waardoor het een basis van vertrouwen in de ander en in zichzelf zou missen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

maternal deprivation

A

het gemis van de moederlijke liefde en zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

strange situation test

A

test die de kwaliteit van gehechtigheid kan meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

orale stadium

A

0-1 jaar: basisvertrouwen vs wantrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

anale stadium

A

1 - 3 jaar: autonomie versus schaamte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

locomotorische stadium

A

3-6 jaar: initiatief versus schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

latentiestadium

A

6-12 jaar: vlijt en minderwaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

adolescentie

A

12-20 jaar: identiteit versus rolverwarring

24
Q

vroege volwassenheid

A

20-40 jaar: intimiteit versus isolatie

25
middenvolwassenheid
40-65 jaar: generativiteit versus stagnatie
26
late volwassenheid
65+ integriteit versus wanhoop
27
morele stadia van ontwikkeling
preconventionele: morele oordeel van volwassenen overnemen conventionele: autoriteit wordt geïnternaliseerd postconventionele: begrip voor universele ethische principes
28
vier grote stadia van ontwikkeling
sensorimotorische fase: geen objectpermanentie, alles ervaren via zintuigen pre-operationele fase: dingen voorstellen die niet rechtstreeks ervaren worden concreet operationele fase: logisch redeneren en verminderd egocentrisme formeel operationele fase: systematisch abstract denken
29
objectpermanentie
wanneer een voorwerp niet meer zichtbaar is, weet de baby niet dat het nog bestaat.
30
Infant determinism
het idee dat alles op de babyleeftijd bepaald wordt (in de eerste duizend dagen)
31
parental determinism
het idee dat wat je als ouder doet, bepalend zal zijn voor de rest van het leven van je kind
32
olympische spelen van de ontwikkeling
Kinderen komen steeds meer onder druk te staan om bepaalde prestaties te leveren op een bepaalde leeftijd
33
deficitaire kijk
focus op tekort of gebrek
34
classificatie
toekennen label of stempel (vaak gebaseerd op DSM-criteria)
35
diagnose
Een verhalende beschrijving van hoe iemand is of kan worden met inbegrip van positieve eigenschappen, protectieve factoren en inbedding van de omgeving en context.
36
holistisch perspectief
mogelijkheden en behoeften van kinderen
37
sterktegerichte aanpak
(ook) kijken naar mogelijkheden, talenten en capaciteiten
38
flourishing
openbloeien
39
binaire relaties
bv normaal / abnormaal
40
anti-essentialistische benadering
Een benadering die mensen niet tot één aspect van hun identiteit reduceert.
41
AABR
automated auditory brainstem response technologie = een techniek die niet intrusief is en toegepast kan worden terwijl de baby slaapt
42
Ewing-test
Werd afgenomen door een verpleegkundige tussen negen en twaalf maanden oud, in een aparte kamer van het consultatiebureau. Het kindje kreeg speelgoed en zat op de schoot van de ouder. Achter de rus werden zachte geluiden van het tikken tegen een kopje afgespeeld. Verpleegkundigen noteerden de reactie van de baby.
43
Algo-test
Men plaatst elektroden op het hoofd van de baby, een machine zendt signalen naar de hersenen van de baby en vangt de respons van de baby op en bepaalt op die manier automatisch of er zich een gehoorprobleem voordoet of niet. (pass of refer)
44
rollercoaster van emoties
geen tijd om na te denken of te reflecteren wat ze nu wouden voor hun kind
45
verdoving
niet enkel doof, maar ook minder aanwezig
46
verstomd
niet alleen niet praten, maar ook minder intelligent
47
pedagogisering van ouders
Ouders moeten doen wat experten zeggen om hun kind klaar te maken voor een competitieve wereld. (surrogaatleraren)
48
La maison des petites
een experimenteerschool van het institut Jean-Jacques Rousseau in Genève
49
anecdotic evidence en informal baby biographies
sceptische benaming van de experimentele psychologie om Piaget's naturalistische beschrijvingen te benoemen
50
status anxiety
op zoek naar aanzien om als 'echte wetenschap' gezien te worden
51
spoetnik
de eerste satelliet die een baan rond de aarde maakte
52
spoetnikshock
De Russen waren er eerder dan de VS in geslaagd een satelliet in een baan rond de aarde te brengen. De VS kreeg een wake up call en investeerde enorm in onderwijs.
53
scientific motherhood
de wetenschap bracht een wantrouwen ten aanzien van de moeder(lijke instincten)
54
eugenetica
de overtuiging dat je als natiestaat een 'sterk ras' nodig had en dat het in de opvoeding was dat dit ras gesterkt moest worden, zodat kinderen tot een 'pillar of the nation' opgroeiden.
55
Lego-paradigma
pedagogische interventies in het heden vrijwaren ons van toekomstige sociale kwesties
56
derde milieu
gelanceerd door Paul Natrop; hiermee wordt de adolescentie bedoeld
57
return on investment
overgeslagen kapitalistisch gedachtengoed