Hoofdstuk 2 Flashcards

(37 cards)

1
Q

Wat is de marketingomgeving van een bedrijf?

A

De marketingomgeving van een bedrijf bestaat uit spelers en krachten binnen en buiten het bedrijf die van invloed zijn op het marketingmanagement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat de marketingomgeving?

A

De marketingomgeving bestaat uit Micro (het bedrijf), meso (leveranciers of concurrenten) en macro (DESTEP ontwikkelingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de micro omgeving?

A

De groep van topmanagement , financien, R&D, inkoop, productie en boekhouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke onderdelen komen aanbod bij de analyse van de micro omgeving?

A

Analyse van de noodzakelijke competenties, van de rol van afdelingen (waarde keten), prestatie analyse en accountability

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke spelers zijn er in de meso omgeving?

A

Klanten, leveranciers, tussenpersonen/handelaren, belanggroepen en concurrenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de afzetmarkt in?

A

Een aantal klanten met min of meer dezelfde behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 5 soorten afzetmarkten zijn er?

A

Consumentenmarkt, industrielemarkt, wedeverkopersmarkt, institutionele martk en overheidsmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt industrielemarkt in?

A

Organisaties die goederen en diensten kopen om verder te bewerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt wedeverkopersmarkt in?

A

Organisaties die goederen en diensten kopen om deze met winst weer te verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke andere soorten tussenhandelaren zijn er?

A

Logistieke dienstverleners zoals DHL, marketingservicebureau en financiële dienstverleners zoals banken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke zes soorten belangengroep zijn er?

A

Financieel, media, overheid, specifieke consumenten, maatschappij en lokale groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een strategische groep?

A

Een groep bedrijven die dezelfde strategie volgt in een bepaalde doelmarkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de doel van het vijfkrachtenmodel van porter?

A

Doel van het model is de aantrekkelijkheid van een markt of bedrijfstak te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 5 krachten volgens de 5 krachtenmodel van Porter?

A

De onderhandelingsmacht van leveranciers en afnemers, dreiging van substituten en nieuwe toetreders, de interne concurrentie van spelers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de macro omgeving?

A

DESTEP ontwikkelingen= Demografisch, economisch, sociaal, technologie, ecologisch en politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet het maatschappelijke marketingconcept?

A

Kijkt naar het toekomstige welzijn van consumenten

17
Q

Wat doet het strategische marketingconcept?

A

Neemt de toekomstige behoeften van het bedrijf in ogenschouw

18
Q

Wat doet het duurzame marketingconcept?

A

Zowel de strategische als de maatschappelijke marketingconcept

19
Q

Wat houdt een mondiaal bedrijf in?

A

Een bedrijf dat in meerdere landen actief is. Een mondiaal bedrijf ziet de wereld als een markt

20
Q

Op wat moet een bedrijf letten als die actief wilt worden op buitenlandse markten?

A

Op het internationale handelssysteem

21
Q

Wat zijn invoerrechten?

A

Een belasting die een regering int bij geïmporteerde producten

22
Q

Wat is een quotum?

A

Een limiet op de hoeveelheid producten van een bepaald type die uit het buitenland mag worden geïmporteerd

23
Q

Wat is een embargo?

A

Een extreem quotum waarbij het importeren van bepaalde producten volledig verboden is.

24
Q

Wat houdt deviezenbeperkingen in?

A

Regelingen voor het maximale bedrag van de lokale valuta dat mag worden gewisseld en de koers die hierbij wordt gerekend

25
Wat zijn niet geldelijke (non tarifaire) handelsbeperkingen?
Productnormen die in conflict komen met de eigenschappen van buitenlandse producten
26
Wat is de General Agreement on Tariffs (GATT)?
Een internationaal verdrag dat bedoeld is om de wereldhandel te bevorderen door invoerrechten en andere internationale handelsbeperkingen te verminderen
27
Wat houdt de industriële structuur in?
Bepaalt de behoefte aan producten en diensten, het inkomensniveau en de werkgelegenheid.
28
Welke 5 soorten industriële structuren zijn er?
Bestaanseconomie, grondstof exporterende economie, industrialiserende economie en geïndustrialiseerde economie
29
Wat houdt bestaanseconomie in?
Het overgrote deel van de bevolking is werkzaam in de landbouw. Deze economie biedt weinig marktkansen
30
Wat houdt de grondstof exporterende economie in?
Land is rijk aan een of meerdere grondstoffen maar arm in andere opzichten
31
Wat houdt industrialiserende economie in?
De productie industrie neemt 10 to 20% van de economie voor haar rekening
32
Wat houdt geïndustrialiseerde economie in?
Land exporteert industriële en consumentengoederen en diensen die op zoek zijn naar investeringsmogelijkheden
33
Welke twee economische factoren zijn er?
Inkomensverdeling en industriële structuur
34
Welke punten komen voor in de inkomensverdeling?
Zeer laag inkomen per huishouden, voornamelijk laag inkomen per huishouden, zeer laag/zeer hoog inkomen per huishouden, laag, gemiddeld en hoog inkomen per huishouden en voornamelijk gemiddeld inkomen per huishouden
35
Welke vier factoren tellen sterk mee bij het besluit om niet zaken te doen in het buitenland?
Houding ten opzichte van import, overheidsbureaucratie, politieke stabiliteit en monetaire beperkingen
36
Wat houdt monetaire beperkingen in?
In het ideale geval betaalt de koper in de munteenheid de verkoper of met een andere internationaal geaccepteerde valuta
37
Wat houdt overheidsbureaucratie in?
Of er sprake is van efficiënte afhandeling door de douane, informatie over de markt en andere diensten die het zakendoen bevorderen