Hoofdstuk 6 Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wie stoot meer CO₂ uit: rijkere of armere mensen?

A

Rijkere mensen stoten meer CO₂ uit dan armere mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verband tussen de grootte van een land en de CO₂-uitstoot?

A

Hoe groter het land, hoe groter meestal de CO₂-uitstoot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het doel van de Europese Green Deal tegen 2030?

A

55% minder CO₂-uitstoot ten opzichte van 1990.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het doel van de Europese Green Deal tegen 2050?

A

Europa klimaatneutraal maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom zijn investeringen in duurzaamheid belangrijk?

A

Niets doen kost op termijn meer; investeren loont en stimuleert de groene economie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel daalde de CO₂-uitstoot per persoon in België in 50 jaar?

A

Van 14 ton naar 8 ton per persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de trend van de wereldwijde CO₂-uitstoot per persoon?

A

Gestabiliseerd ondanks bevolkingsgroei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is klimaatadaptatie?

A

Het aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en verminderen van kwetsbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is klimaatmitigatie?

A

Maatregelen nemen om de klimaatverandering zelf te beperken of vertragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is regeneratie in het kader van klimaatverandering?

A

Ecosystemen herstellen en natuurlijke veerkracht versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van mitigatie?

A

Oorzaken van klimaatverandering aanpakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem drie voorbeelden van mitigatie.

A

Hernieuwbare energie, minder fossiele brandstoffen, bomen planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van adaptatie?

A

Omgaan met de gevolgen van klimaatverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem drie voorbeelden van adaptatie.

A

Dijken bouwen, hittebestendige gewassen, groene steden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef 5 voorbeelden van mitigatiemaatregelen.

A

Hernieuwbare energie (zon, wind)
Minder fossiele brandstoffen
Energiezuinige gebouwen, elektrische auto’s
Bomen planten
Duurzame landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef 5 voorbeelden van adaptatiemaatregelen.

A

Dijken en waterkeringen
Vergroening van steden
Hittebestendige gewassen
Waarschuwingssystemen
Wateropslag

17
Q

Noem 5 voorbeelden van mitigatie.

A

Wind- en zonneparken
Elektrisch rijden
Energiezuinige woningen
Bomen planten
Duurzame landbouw

18
Q

Noem 5 voorbeelden van adaptatie

A

Dijken versterken
Groene daken en stadsparken
Droogtebestendige gewassen
Overstromingsbestendige gebouwen
Waterreservoirs en zuinig watergebruik

19
Q

Wat is mitigatie in één zin?

A

Klimaatverandering proberen te voorkomen door minder broeikasgassen uit te stoten.

20
Q

Wat is adaptatie in één zin?

A

Aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering om schade te beperken.