Woordenlijst 7 Flashcards
(37 cards)
antistedelijk beleid
Tot de jaren ’80 van de 20ste eeuw heerste er een beleid waarbij een keuze werd gemaakt voor suburbanisatie vanuit economische en sociaal-politieke beweegredenen.
babyboom
geboortegolf die na de Tweede Wereldoorlog optrad in veel westerse landen
bouwshift
Woonuitbreidingsgebieden kunnen niet langer ontwikkeld worden, waardoor de resterende open ruimte beschermd blijft.
cohousing
nieuwe woonvorm waarbij gebruikers van één of meerdere gemeenschappelijke voorzieningen gebruikmaken
desurbanisatie
proces waarbij inwoners uit een stedelijke omgeving vertrekken om ver weg van de steden te gaan wonen
gecontroleerde overstromingsgebieden
gebieden die voorzien zijn om bij een hoge waterstand te overstromen
gedeconcentreerde bundeling
nieuwe ruimte voor wonen, werken … moet komen op plaatsen waar die nu al geconcentreerd zijn
gentrificatie
herwaarderingsproces waarbij vervallen stadsdelen veranderen in hippe buurten
gewestplannen
planningsinstrument in elk gewest waarbij het grondgebied een specifieke bestemming krijgt
kangoeroewonen
vorm van zorgwonen waarbij minstens twee gezinnen of generaties op één stuk grond wonen, elk met eigen voorzieningen
knooppuntwaarde
toegang tot het openbaar vervoer vanaf een bepaalde plaats
lintbebouwing
lang, uitgestrekt, bewoond gebied in de open ruimte die zich langs een weg heeft ontwikkeld
meervoudig ruimtegebruik
Binnen eenzelfde ruimte is er plaats voor een verweving van meerdere gebruikers op verschillende momenten.
people-based
met als doel de mens centraal te stellen en ontmoetingen te laten plaatsvinden
place-based
met als doel de ruimte er aantrekkelijker te laten uitzien
regionalisatie
het vormen van regio’s
re-urbanisatie
verschijnsel waarbij mensen weer verhuizen naar de stad omdat ze er opnieuw de voordelen van inzien
ruimtebeslag
gaat om het aandeel van de ruimte dat is ingenomen door onder meer huisvesting, industriële en commerciële doeleinden, transportinfrastructuur of recreatieve doeleinden
ruimtelijk rendement
mate waarin het ruimtebeslag wordt gebruikt voor maatschappelijke doeleinden
rurbanisatie
verstedelijking van het platteland, waardoor het stedelijk gebied en de invloedssfeer worden uitgebreid
sociale cohesie
mate waarin individuen in de maatschappij met elkaar verbonden zijn
sociale segregatie
oververtegenwoordiging van een bepaalde bevolkingsgroep in een deel van de stad
stadsinbreiding
het bebouwen van niet ontwikkelde zones of verlaten terreinen in de stad