Woordenlijst 8 Flashcards

(10 cards)

1
Q

landschap

A

gebied dat gekenmerkt wordt door natuurlijke en/of menselijke factoren en de interactie daartussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

landschapsgenese

A

de verschillende processen en landschapsvormende factoren die de vorming van het landschap bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

traditionele landschappen

A

De indeling van de traditionele landschappen bestaat sinds 1985 en stelt op een kaart de regionale verscheidenheid van de historisch gegroeide cultuurlandschappen voor. Het baseert zich op zowel fysische en natuurlijke kenmerken als cultuurlandschappelijke kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

horizontale relaties

A

verband tussen de ligging en afstand van het landschap t.o.v. andere landschappen of gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verticale relaties

A

verband tussen twee elementen op dezelfde plaats in het landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

orohydrografie

A

op een orohydrografische kaart zijn zowel het reliëf als de waterlopen weergegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

landschapsecologie

A

wetenschap die het landschap in zijn geheel als een complex ecosysteem bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

regionale landschappen

A

streken met een eigen identiteit en met specifieke natuur- en landschapswaarden; Vlaanderen telt 16 regionale landschappen (en de afbakening is afwijkend van de indeling in traditionele landschappen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geopark

A

een gebied met een unieke geologische geschiedenis en cultuurhistorie; met een uniek uitzicht als gevolg van miljoenen jaren aan geologische processen en duizenden jaren aan menselijke activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het Sigmaplan

A

plan ontwikkeld om Vlaanderen te beschermen tegen stormvloeden, die ontstaan door een combinatie van springtij en een noordwesterstorm op zee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly