Hoofdstuk 6: Het object van de orthopedagogiek Flashcards

(50 cards)

1
Q

Heilpedagogiek

A

Heil = helen/genezen: beperkingen genezen met opvoedkundige maatregelen
Pedagogiek voor abnormale (beperkte) kinderen
Gevolg van rol die medici hebben gespeeld in opvoeding van kinderen met beperking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vier kritieken op de heilpedagogiek

A
  1. Veel beperkingen zijn niet te genezen
  2. Orthopedagogiek is een opvoedkundige wetenschap, geen paramedische
  3. Orthopedagogiek wil geen paramedische discipline zijn die afhankelijk is van geneeskunde, maar een eigen discipline
  4. Heilpedagogiek is een toegepaste wetenschap (gebaseerd op psychopathologie) en geen autonome wetenschap (wat orthopedagogiek wel is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Speciale pedagogiek

A

Pedagogiek voor kinderen die anders zijn, opvallende kinderen of kinderen met beperking
Speciale opvoeding helpt kinderen die ‘anders’ zijn een zo menswaardig mogelijk leven te laten leiden
in maatschappij
Geen verwijzing naar genezing, want te medisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vier nadelen aan de speciale pedagogiek

A
  1. Zijn kinderen met een beperking anders?
  2. Zijn kinderen met een beperking het object van de orthopedagogiek? Probleem ligt hier alleen bij kind
  3. Te veel nadruk op het speciale in plaats van op analogie met het gewone
  4. Andere kinderen hebben misschien ook nood aan speciale opvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Special education

A

Wordt in literatuur vaak gebruikt als vertaling van ‘speciale opvoeding of pedagogiek’, maar verwijst naar school en onderwijs en niet naar opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Orthopedagogiek

A

‘Ortho’: recht omhoog, juist of volgens de regel, op de juiste wijze → ‘aangepast aan’
! Niet ‘rechtzetten wat krom is of afwijkt’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ortho-agogiek

A

Agogiek gebruiken omdat sommige mensen met beperking geen kind/jongere meer zijn, maar wel nog steeds aanpassing van opvoeding/omgang nodig hebben (pedagogiek slaat op kinderen)
Ortho-agogiek voor volwassenen, orthopedagogiek voor kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Speciale educatiewetenschappen

A

Onderscheid tussen orthopedagogiek (kind) en orthoagogiek (volwassene) valt vanzelf weg omdat educatie zowel betrekking heeft op kinderen als volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Drievoudige oorsprong van orthopedagogiek

A
  1. Vakgebied onderwijs aan kinderen met een beperking
  2. Vakgebied residentiële zorg voor verwaarloosde kinderen en jeugdige delinquenten
  3. Vakgebied ambulante hulpverlening aan ouders en kinderen om een uithuisplaatsing te voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vakgebied onderwijs aan kinderen met een beperking

A

Kinderen (doven, blinden, zwakzinnigen) bij wie normale opvoedings- en onderwijsaanbod niet werkte
Evolutie van zorg voor doven naar doofstommen, en later van doven naar blinden → orthopedagogen werkten niet van in het begin vooral met mensen met beperking, was eerst vooral auditieve en visuele problemen
Hieruit ontstond het Buitengewoon Onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vakgebied residentiële zorg voor verwaarloosde kinderen en jeugdige delinquenten

A

Zorg voor passende opvoedingsinrichting voor kinderen van wie de ontwikkeling door het natuurlijke leefmilieu ernstig wordt bedreigd
De oorzaak van het gedrag wordt vooral in het kind gesitueerd
Residentieel plaatsen: in een instelling
Basis van residentiële hulpverlening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vakgebied ambulante hulpverlening aan ouders en kinderen om een uithuisplaatsing te voorkomen

A

Residentiële zorg is niet alles, plus het is heel duur
Ambulant: meer zorg en begeleiding in thuiscontext + gaat niet alleen over kinderen, maar ook ouders
Grondslag voor Ambulante en mobiele orthopedagogische hulpverlening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geschiedenis van de orthopedagogiek

A

16de eeuw: zorg voor doven en blinden, maar niet gebaseerd op theorieën
17de-18de eeuw: denken over theorieën om zorg te organiseren
19de eeuw: orthopedagogiek bestond uit hulp van kerkelijke hoek, nieuwe visies, medisch
1951: ‘orthopedagogiek is pedagogiek en niets anders’ → niet medisch of filosofisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Drie fasen in de evolutie van orthopedagogiek als wetenschap

A
  1. Orthopedagogiek als wetenschap van opvoeding van het afwijkend kind
  2. Orthopedagogiek als methodische hulp aan het kind in opvoedingsnood
  3. Orthopedagogiek als wetenschappelijke studie van hulpverlening in de problematische opvoedingssituatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hanselmann

A

Grondlegger van de wetenschappelijke orthopedagogiek in 1930
Benadrukt dat orthopedagogiek gegevens betrekt uit uiteenlopende gebieden
Accent wordt gelegd op kind met tekorten, met ontwikkelingsbelemmering als centrale categorie
Sluit zich niet aan bij de toenmalige pedagogische theorie: ontwikkeling is meer biologisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Paul Moor

A

Kritiek op biologische ontwikkelingsbegrip van Hanselmann: ontwikkeling is meer dan ontplooiing volgens genetisch programma
Gaat altijd uit van de praktijk
Doel van opvoeding: bieden van een innerlijke houvast
Orthopedagogiek is ‘verdiepte pedagogiek’ en dus deel van pedagogiek
Object van de heilpedagogiek is de opvoeding van het kind met ontwikkelingsbelemmeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Drie kanttekeningen bij Hanselmann en Moor

A
  1. Ze kunnen moeilijk het specifieke van de orthopedagogiek aangeven
  2. Vertrekken van een kind met problemen/tekorten → probleem ligt bij kind en nog niet bij de opvoeding
  3. Moeite met aansluiten bij pedagogische theorie, dus vallen nog steeds terug op medische theorieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Orthopedagogiek als methodische hulp aan het kind in opvoedingsnood

A

Accent op moeilijkheden bij het opvoeden van het kind met een tekort → oorzaak ligt nog grotendeels bij kind
Gaat zowel over belemmering van kind als opvoeding
Kindgericht: niet het idee dat het sociaal of gezinsgericht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

William E. Vliegenthart

A

Steeds verbinding tussen kennis en praktijk
Betwijfelt of we met begrippen uit theorie over opvoeding tot de kern van orthopedagogiek kunnen doordringen
Verbinding tussen praktijk en theorie
Orthopedagogiek is specialisatie van de pedagogiek
Wanneer objectief tekort niet resulteert in subjectief probleem, is orthopedagogiek misschien niet nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Object van de orthopedagogiek

A

De opvoeding van al die kinderen in wie door zeer verschillende oorzaken blijvend of gedurende lange tijd zo ernstige belemmeringen in het verloop der opvoeding aanwezig zijn of te voorzien zijn dat de in de cultuurgemeenschap voor de grote massa van de jeugd de gebruikelijke opvoedingsnormen niet tot een voor het kind en/of gemeenschap acceptabel resultaat voeren
→ Gaat over opvoeding
→ Primair gevormd door het kind met opvoedingsbelemmeringen

21
Q

Drie criteria voor orthopedagogische zorg

A
  1. Aard, ernst en duur van de stoornis/beperking (objectief)
  2. Vraag of speciale middelen of technieken nodig zijn
  3. De vraag naar subjectieve belevingsmoment door het kind
22
Q

Orthopedagogiek als wetenschappelijke studie van hulpverlening in de problematische opvoedingssituatie

A

Verschuiving van kind in opvoedingsnood naar gezin in opvoedingsnood
Opvoeden is dialogisch dus opvoedingsproblemen hebben niet alleen te maken met het kind

23
Q

Drie factoren die de verschuiving van kind in opvoedingsnood naar gezin in opvoedingsnood mogelijk maakten

A
  1. Opkomst van de systeemtheorie
  2. Introductie van hechtingstheorie
  3. Onduidelijker worden van opvoedingsdoel, maar toch moet opvoeding worden gerechtvaardigd
24
Systeemtheorie
Zorgde voor een theoretisch kader waarbinnen het (dis)functioneren van systemen en het verband tussen het disfunctioneren van individuen en gezinnen kon worden bestudeerd
25
Hechtingstheorie
Kwaliteit van opvoedingsrelatie kwam sterk in de belangstelling en er was een verschuiving van opvoedingsdoel naar opvoedingsrelatie Kwaliteit van relatie ouder-kind kwam centraal te staan
26
Ter Horst
Orthopedagogiek heeft geen te bestuderen object maar een actieveld, om dit te benoemen introduceerde hij de term 'problematische opvoedingssituatie (POS)' Opvoeding heeft dialogisch karakter en is perspectiefbiedend Concrete vragen die opvoeder zich zelf moet stellen om uit de problemen te geraken
27
Problematische opvoedingssituatie (POS)
Een opvoedingssituatie die zodanig leed met zich meebrengt dat men meent niet verder te kunnen Vier elementen: kind, opvoeders, omgeving van kin, werkelijkheid achter omgeving van kind
28
De funderingsrelatie
Drie persoonlijke substraten die menselijk niveau funderen: fysisch (stof, materie), biotisch (groei, ontwikkeling), animaal (gedrag, bewustzijn) → Totaliteit: werkingssfeer F
29
Het superstraat (humane niveau)
Werkingssfeer D: dialoog, zelfbewustzijn, geweten, verantwoordelijkheid, vrijheid
30
Horizontale relaties bestaan uit (3)
1. Relaties met directe omgeving (O-sfeer) 2. Relaties met indirecte omgeving (I-sfeer) 3. Omgeving achter de werkelijkheid
31
J. F. W. Kok
Orthopedagogiek als studie van het specifiek pedagogisch handelen dat antwoord zoekt en geeft op problematiek die in opvoedingssituatie ontstaat
32
Twee kanten van opvoeden
1. Ontwikkelen: op affectief, cognitief en conatief vlak 2. Opvoedend handelen: relatie, klimaat en situatie
33
Verschil orthopedagogiek en pedagogiek
Verschil in object: opvoeden bij peda, specifiek opvoeden bij orthopeda Verschil in methode: gedrag van kind en dit verhelderen bij peda, luisteren naar vraag naar specifiek opvoeden bij orthopeda Verschil in opdracht: orthopedagoog verheldert orthopedagogische vraagstelling van het kind voor opvoeders
34
Drie aspecten van het assenstelsel van Kok
1. Affectieve as (r-as) 2. Cognitieve as (s-v) 3. Conatieve as (h-z)
35
Affectieve as (r-as)
Eén van de pijlers om sociaal te worden Vormt fundament voor gevoelens van veiligheid R1-vraag: kinderen die niet/nauwelijks relatie kunnen aangaan, maar dit wel zouden willen → emotionele ruimte bieden R2-vraag: emotioneel verwaarloosde kinderen die nooit echt affectieve relaties hadden, kunnen nauwelijks meer een relatie aangaan → emotionele ruimte laten
36
Cognitieve as (s-v)
Twee belangrijke aspecten: het kunnen analyseren en flexibiliteit S-vraag: indien analyseren een probleem vormt, zal het kind hopeloos ronddwalen als een vreemde in eigen wereld → nood aan structuur V-vraag: indien flexibiliteit een probleem vormt, is het kind niet in staat om veranderingen aan te kunnen en begrijpt het niet dat een gelijkende situatie soms anders moet behandeld worden → nood aan variëren
37
Conatieve as (h-z)
Conatief: eigenheid die zich in streven naar ontplooiing en voltooing openbaart H-vraag: kind dat in inrichting van het zich afschermende/egocentrische gaat → vraag naar in harmonie leren leven met omgeving Z-vraag: kind dat in richting van het wegschenken/ziekelijke overaanpassing gaat → vraag naar ondersteuning van het zelf
38
Eerstegraads strategisch handelen
Situatiehantering: structureren vs variëren Klimaatcreatie: koel-zakelijk vs warm Opvoederpresentatie: sturend vs sensitief → Als opvoeder variëren in functie van wat het kind nodig heeft en wat je kan bieden
39
Tweedegraads strategisch handelen
Gerichte en specifieke therapieën indien nodig → behandelen Congruent met opvoedproces Medicijngebruik
40
Derdegraads strategisch handelen
Persoonlijke inkleuring van de behandeling
41
Descriptieve orthopedagogiek
Gaat om kennis en verklaringen Gaat vooral over opvallend kind Technisch-instrumentele opvatting over opvoeding Op zoek naar effectieve methoden: effectmetingen doen Sluit aan bij gedragswetenschappen Vooral cognitieve factoren in hulpverlening
42
Prescriptieve en normatieve orthopedagogiek
Werkt vanuit normenkader Hoe werkt opvoedingsproces en hoe optimaliseren Gaat over POS Dialogische opvoeding Minder gericht op wetenschappelijke effectiviteitsmeting, maar op hulpverlenen Sluit aan bij agogische wetenschappen Ook niet-cognitieve factoren in hulpverlening
43
Minimale rationaliteit
Gaat over cognitie (je kent de regels) en wat je kiest (regels hanteren/overtreden)
44
Twee niveaus van persoonlijke ontwikkeling
1. Basale niveau: mens als kiezer → wordt gedefinieerd in termen van minimale rationaliteit 2. Excellent niveau: autonoom, kritisch en creatief
45
Minimale moraliteit
1. De volkomen welwillende persoon: neemt zowel gevolgen voor zichzelf als voor anderen in beschouwing, laat consequenties voor iedereen even zwaar doorwegen → in maximaal opzicht moreel 2. De volkomen zelfzuchtige persoon: zal alleen consequenties voor eigen welzijn en beoordeling van morele regels betrekken, onverschillig tegenover geluk van anderen → in minimaal opzicht moreel
46
Twee soorten opvoedingsimpasse
Intern: opvoeder zelf zegt dat het zo niet verder kan Extern: een buitenstaander zegt dat het zo niet verder kan
47
Empirisch-analytische methodologie
Empirische cyclus als grondfiguur → doel: versterken theorie Gaat om opvallend kind Opvoeden Verwijst naar gedragswetenschappen: wat werkt voor wie, effectmetingen in kader van opvoeden en afwijkende kinderen
48
Fenomenologische methodologie
POS Gericht op hulpverlenen en niet zozeer op wetenschap Sluit aan bij agogische wetenschap Fenomenologisch
49
Definitie orthopedagogiek
De wetenschappelijke studie van de preventie van en de hulpverlening aan zij die betrokken zijn of dreigen te worden betrokken bij ernstige opvoedingsproblemen Opvoedingsproblemen kunnen worden omschreven als een interne of externe opvoedingsimpasse