hoofdstuk 7 Flashcards
(36 cards)
welke 2 krachten spelen een rol bij reële fluïda + uitleg
impulskrachten: krachten die ervoor zorgen dat de vloeistof stroomt
wrijvingskrachten: remmen vloeistof af, genereert warmte (en geluid)
wat zijn 3 kenmerken van laminaire stroming + uitleg
lage snelheid
kleine buisdiameter
hoge viscositeit
+ de vloeistoflagen glijden over elkaar zonder storingen zoals draaikolken
welk snelheidsprofiel heeft laminaire stroming + andere naam
parabolisch stromings- of snelheidsprofiel
formule van plaatselijke vloeistofsnelheid in de buis bij laminaire stroming + benoem de delen
formule van plaatselijke vloeistofsnelheid in de buis bij turbulente stroming + benoem de delen
welk snelheidsprofiel is dit
laminaire stroming
welk snelheidsprofiel is dit
turbulente stroming
wat is het verband tussen umax en de laminaire onderlaag bij de snelheidsprofielen
hoe groter umax hoe dunner de laminaire onderlaag
wat zijn CFD’s + uitleg + voorbeeld
CFD = computational fluid dynamics + ze zijn computerprogramma’s waarmee je complexe geometrieën kunt oplossen
+ deze programma’s lossen vaak de Navier-Stokes op
wat is viscositeit
dat is de mate waarin een fluïdum aan een schuifkracht weerstand biedt
bij welke stoffen heb je viscositeit + hoe ontstaat het
viscositeit heb je bij zowel gassen als vloeistoffen en die ontstaat doordat lagen vloeistof of gas langs elkaar bewegen en wrijvingskrachten op elkaar uitoefenen
aan wat hebben de wrijvingskrachten bij vloeistoffen en gassen te wijten bij viscositeit
voor vloeistoffen zijn deze wrijvingskrachten te wijten aan cohesiekrachten en voor gassen door botsingen tussen moleculen
welke 2 definities van viscositeit zijn er
de dynamische of absolute viscositeit
de kinematische viscositeit
symbool voor dynamische of absolute viscositeit (2) + eenheden (3)
symbool: μ of η
eenheid: Pa*s = 1 Poiseuille = 1*10-2 centipoise (cP)
wat is de absolute viscositeit van water
μwater = 1 cP (bij benadering)
wat is de absolute viscositeit van lucht
μlucht = 1*10-2 cP (bij benadering)
formule kinematische viscositeit + eenheid + wat is er speciaal aan het symbool
v = μ/ρ in m²/s
+ voor snelheid gebruiken we niet v maar u
wat is 1 stoke
een andere eenheid voor kinematische viscositeit
1 stoke = 1*10-4 m²/s
wat is het verschil tussen de Newtoniaanse en niet-Newtoniaanse fluïda
Newtoniaanse fluïda: μ is constant
niet-Newtoniaanse fluïda: μ is afhankelijk van de afschuifsnelheid
welke 2 soorten fluïda heb je bij niet-Newtoniaanse fluïda + vb
dilatante fluïda: water en maizena
pseudoplastische fluïda: ketchup
geef de grafiek van de Newtoniaanse en niet-Newtoniaanse fluïda
hoe is de drukafhankelijkheid bij de dynamische en kinematische viscositeit bij vloeistoffen
hoe is de drukafhankelijkheid bij de dynamische en kinematische viscositeit bij gassen
hoe is de temperatuurafhankelijkheid bij de dynamische en kinematische viscositeit bij toenemende temperatuur bij vloeistoffen en gassen + grafiek