Hoofdstuk 9 - Peuter/kleuter - Cognitieve ontwikkeling Flashcards
(59 cards)
Hoe heet het stadium waarin kinderen van 2-7 jaar zich bevinden volgens Piaget? Leg uit wat hij hiermee bedoelt.
Het preoperationeel stadium
In dit stadium groeit het gebruik van symbolisch denken, ontstaat het vermogen tot redeneren en neemt het gebruik van concepten toe.
Wat zijn denkoperaties en hoe werken die voor kinderen in het preoperationeel stadium?
Denkoperaties zijn georganiseerde, formele, logische mentale processen.
In het preoperationele stadium hebben kinderen nog niet voldoende beschikking over die cognitieve denkoperaties, ze nemen soms fantasieen voor waar aan, of combineren zaken die niet logisch te combineren zijn.
Wat is symboolgebruik in connectie met symbolische denken in de pre-operationele fase?
Vermogen om een mentaal symbool, een object of een woord te gebruiken om iets wat niet fysiek aanwezig is weer te geven of te vervangen
Wat zijn pictogrammen? Op welke manier worden deze gebruikt bij kinderen?
Symbool dat of afbeelding die de plaats inneemt van tekst
Bijv. in de kleuterklas
Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand, stoornis of verstandelijke beperking -> PECS (picture exchange communication system)
Visitaal pictogrammen voor kinderen met een visuele beperking, lichte verstandelijke beperking of ASS
Wat stelt Piaget over de relatie tussen taal en gedachten?
Piaget stelt dat taal en denken onlosmakelijke met elkaar verbonden zijn en dat taalontwikkeling verschillende verbeteringen met zich meebrengt.
Symbolisch denken stelt peuters en kleuters in staat om acties symbolisch weer te geven, waardoor hun denken veel sneller gaat.
Door taal kunnen kinderen over het heden maar ook over de toekomst denken.
Piaget stelt dat taal voortvloeit uit verbeterde cognitieve vermogens, dit is een controversieel issue.
Welke tekortkomingen zijn er bij peuters aanwezig mbt logische mentale denkprocessen volgens Piaget?
Centratie
Onvolledig begrip van conservatie
Onvolledig begrip van transformatie
Egocentrisme
Intuitief denken
Wat is centratie? Geef een voorbeeld.
Het onvermogen van jonge kinderen om zich op meer dan 1 aspect van een stimulus to concentreren en dan met name ligt hun focus op de fysieke verschijning.
Voorbeelden:
- Zet een kat een hondenmasker op en deze is nu voor een 3-jarige een hond geworden
- Leg 10 knopen dicht bij elkaar en 8 knopen in een langere rij wat verder uit elkaar en vraag waar meer knopen liggen - de meeste 3 jarigen wijzen dan de rij met 8 knopen aan. Ze baseren hun antwoord op de uiterlijke verschijning van de rijen knopen.
Wat is conservatie? Kunnen kinderen in de preoperationele fase dit?
Het inzicht dat bepaalde fysieke eigenschappen (zoals aantal, massa, lengte, hoeveelheid, gewicht, volume) van voorwerpen dezelfde blijven, zelfs wanneer hun uiterlijke verschijningsvorm veranderen
Kinderen in de preoperationele fase kunnen dit niet
Welke begrip van type conservatie ontstaan bij kinderen van welke leeftijd?
6-7 jaar - aantal
7-8 jaar - substantie/massa, lengte
8-9 jaar - ruimte
9-10 jaar - gewicht
14-15 jaar - volume
Hoe linkt een gebrek aan conservatie met centratie in het preoperationele stadium?
Volgens Piaget komt het gebrek aan conservatie bij peuters en kleuters vooral voort uit het onvermogen om op meer dan 1 dimensie van de situatie te focussen (centratie) die hen ervan weerhoudt om zich te concentreren op de relevante kenmerken van de situatie.
Wat is onvolledig begrip van transformatie? Geef een voorbeeld.
Het onvermogen van jonge kinderen om de tussenliggende toestanden te zien tussen het begin en eindstadium. Transformatie = het proces waarbij de ene toestand verandert in de andere.
Als een potlood valt dan kunnen ze zich alleen het beginstadium en eindstadium voor de geest halen, alles ertussenin negeren ze.
Als ze in het bos een worm tegenkomen en dan even verderop nog eentje, denken ze dat het dezelfde worm is. Ze kunnen zich niet bedenken dat zo’n beestje dan wel heel hard van de ene naar de ander plek moet kruipen.
Wat is egocentrisme? Welke vormen zijn er?
Het onvermogen om zich in anderen te verplaatsen
1. Gebrek aan besef dat anderen situaties vanuit een fysiek ander perspectief zien
2. Het onvermogen om zich te realiseren dat anderen gedachten, gevoelens en standpunten hebben die verschillen van de eigen gedachten, gevoelens en standpunten
Welk intellectuele vermogen ontstaat volgens Piaget in de preoperationele fase? Leg uit wat dit betekent.
Intuitief denken
Vorm van denken waarbij peuters en kleuters kennis over de wereld proberen te verwerven met behulp van primitief redeneren (waardoor ze vaak niet-kloppende verklaringen hebben voor alles wat ze waarnemen) Ze gedragen zich alsof ze experts zijn op bepaalde gebieden maar kunnen hun standpunten niet onderbouwen en hebben geen aandacht voor hoe ze weten wat ze weten.
Welke intellectuele vermogens ontwikkelen kinderen aan het einde van de preoperationele fase volgend op het intuitieve denken?
Begrip van functionaliteit
Bewustwording van het concept identiteit
Wat is functionaliteit vanuit Piagets theorie?
Het besef dat je acties, gebeurtenissen en resultaten in verband kunt brengen met elkaar en dat deze volgens een bepaalde logica aan elkaar zijn gekoppeld
Wat is identiteit vanuit PIagets theorie?
Het besef dat bepaalde objecten hetzelfde blijven, ongeacht veranderingen in vorm, omvang of uiterlijk
Voor de ontwikkeling van welk intellectueel vermogen is het concept van identiteit van belang?
Begrip van identiteit is noodzakelijk voor conservatiebegrip, het besef dat kwantiteit niet gerelateerd is aan fysieke verschijning.
Welke concept markeert de overgang tussen de preoperationele periode en de concreet operationele periode volgens Piaget?
Conservatiebegrip
Wat zijn kritieken op Piagets benadering van de preoperationele fase?
- Onderschatte de vermogens van peuters en kleuters door de moeilijkheid van de taken die hij ze gaf.
- Keek niet naar inter-individuele verschillen - de een gaat sneller dan de ander
- Keek niet naar intra-individuele verschillen - een kind zou voor alle vaardigheden in hetzelfde stadium zitten, wat in realiteit niet zo is.
- Omgevingsinvloeden worden niet meegenomen - Piaget erkent dat ze er zijn maar ziet ze als een stabiele factor. Anderen, zoals Vygotsky, zien omgeving helemaal niet als een stabiele factor maar juist als een factor die enorm veel invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen.
- Piaget legt niet uit waardoor een kind van het ene naar het andere stadium doorgaat.
Waarom onderschatte Piaget de vermogens van peuters en kleuters mogelijk?
- Te moeilijk taalgebruik, waardoor ze het niet begrepen
- Focus op wat ze niet kunnen en niet op wat ze wel kunnen
Wat is het concept van reversibiliteit?
Het vermogen om een uitgevoerde handeling (in gedachten) terug te draaien
Wat zegt de informatieverwerkingstheorie over het getalbegrip bij peuters en kleuters?
De gemiddelde kleuter kan over het algemeen al tellen en doet dit op een systematische en consistente manier.
Ze weten dat ze elk object maar 1x moeten tellen en dat ze elk object maar 1 getal moeten toekennen. Ze zijn consistent ook al hebben ze de namen van getallen verkeerd.
De meeste 4 jarigen kunnen eenvoudige optel en aftreksommen maken door te tellen. Ook kunnen ze vrij goed verschillende hoeveelheden met elkaar vergelijken.
Wat is het autobiografische geheugen?
Herinneringen aan gebeurtenissen in het eigen leven
Wat is een script?
Een algemene weergave in het geheugen van gebeurtenissen en de volgorde waarin ze optreden (denk aan schema’s bij sociale psychologie)