Hoofstuk 4: taak 3&4 Flashcards
(108 cards)
1
Q
attractive
A
aantrekkelijk
2
Q
single/alone (adj)
A
alleenstaand
3
Q
the interest (for)
A
de belangstelling
4
Q
fair
A
eerlijk
5
Q
to enjoy
A
genieten*
6
Q
the skin colour
A
de huidskleur
7
Q
the humour
A
de humor
8
Q
someone
A
iemand
9
Q
in the meantime
A
inmiddels
10
Q
the interest (in)
A
de interesse
11
Q
the character
A
het karakter
12
Q
sweet
A
lief
13
Q
love
A
de leifde
14
Q
the surroundings
A
de omgeving
15
Q
the person
A
de persoon
16
Q
the relative
A
de relatie
17
Q
to divorce/seperate
A
scheiden*
18
Q
serious
A
serieus
19
Q
slim
A
slank
20
Q
spontaneous
A
spontaan
21
Q
to die
A
sterven*
22
Q
then
A
toen
23
Q
faithful
A
trouw
24
Q
fixed
A
vast
25
commited realtionship
vaste relatie
26
responsible
verantwoordelijk
27
to move
verlegen
28
to pamper
verwennen
29
to cater for
verzorgd
30
last
vorig
31
single (noun)
vrijgezel
32
to walk
wandelen
33
the bond (relationship)
de band
34
death
dood
35
lonely
eenzaam
36
the family member
het familielid
37
the origin
de herkomst
38
the grandchild
het kleinkind
39
loose
los
40
to miss
missen
41
the cousin
de neef
42
the niece
de nicht
43
the grandma
de oma
44
the uncle
de oom
45
the grandpa
de opa
46
together
samen
47
the mother in law
de schoonmoeder
48
the father in law
de schoonvader
49
the sister in law
de schoonzus
50
to play
spelen
51
strong
sterk
52
the aunt
de tant
53
back in the days
vroeger
54
the brother in law
de zwager
55
aantrekkelijk
attractive
56
alleenstaand
single/alone (adj)
57
de belangstelling
the interest (for)
58
eerlijk
fair
59
genieten*
to enjoy
60
de huidskleur
the skin colour
61
de humor
the humour
62
iemand
someone
63
inmiddels
in the meantime
64
de interesse
the interest (in)
65
het karakter
the character
66
lief
sweet
67
de leifde
love
68
de omgeving
the surroundings
69
de persoon
the person
70
de relatie
the relative
71
scheiden*
to divorce/seperate
72
serieus
serious
73
slank
slim
74
spontaan
spontaneous
75
sterven*
to die
76
toen
then
77
trouw
faithful
78
vast
fixed
79
vaste relatie
commited realtionship
80
verantwoordelijk
responsible
81
verlegen
to move
82
verwennen
to pamper
83
verzorgd
to cater for
84
vorig
last
85
vrijgezel
single (noun)
86
wandelen
to walk
87
de band
the bond (relationship)
88
dood
death
89
eenzaam
lonely
90
het familielid
the family member
91
de herkomst
the origin
92
het kleinkind
the grandchild
93
los
loose
94
missen
to miss
95
de neef
the cousin
96
de nicht
the niece
97
de oma
the grandma
98
de oom
the uncle
99
de opa
the grandpa
100
samen
together
101
de schoonmoeder
the mother in law
102
de schoonvader
the father in law
103
de schoonzus
the sister in law
104
spelen
to play
105
sterk
strong
106
de tant
the aunt
107
vroeger
back in the days
108
de zwager
the brother in law
