Hoorcollege 2 Flashcards
(33 cards)
adaptatie vs. adaptiviteit
adaptatie = protomap, structuur brein staat vast
adaptiviteit = protocortex, brein kan zich aanpassen aan de omgeving
functie gliacellen
ondersteunen de neuronen. op hun plaats brengen en houden, voedingsstoffen toevoeren en afvalstoffen afvoeren.
verbindingen tussen neuronen
de spines van de dendrieten verbinden met de uiteinden van de axonen
elektrochemisch signaal
neurotransmitters zorgen voor excitatie (elektrische lading vuren naar volgende neuron) of inhibitie (volgende neuron laten stoppen)
Functie myeline schede
vergroot de snelheid waarmee het signaal wordt getransporteerd. het is een wit vettig materiaal rond neuronale axonen en synapsen
wanneer vindt neurogenese en neuromigratie plaats?
voor de geboorte
wat vindt plaats na de geboorte?
synaptogenese (meer verbindingen), myelinatie en netwerkvorming
Hoeveel lagen heeft de cortex? wat doen de bovenste lagen en wat de onderste?
6 lagen. De bovenste lagen (eerste laag) bevatten vooral axonen en dendrieten voor verbindingen met andere delen van de hersenen, pyramide cellen en witte stof. De onderste lagen bevatten cellen, grijze stof maar ook axonen die naar subcorticale gebieden gaan.
Is het brein bij de geboorte gespecificeerd of niet?
Brein is grotendeels ongespecificeerd. Koppeling tussen structuur en functie is nog redelijk afwezig en voor verdere ontwikkeling afhankelijk van omgeving.
Structuur neurale buis
Bestaat uit drie lagen (embryonale disk). buitenste laag is ectoderm (huid en zenuwstelsel).
Begin van de buis groeien van binnenuit in verschillende hersensystemen. Uiteinde is ruggenmerg en wervelkolom.
Neurulatie
neurale plaat (deel van de ectoderm) vouwt zich dubbel en vormt een buis = neurale buis
Wat is belangrijk voor de lage structuur van de hersenen?
Radius
Hoe ontstaan neuronen?
In de neurale buis worden neuronen en gliacellen geboren uit neuroblast- en glioblastcellen. Bepaalde neuroblasten producen bepaalde neuronen en hetzelfde geldt voor gliacellen.
rol van gangliacellen bij migratie
genereren als touwladder. neuronen klimmen naar boven, naar de plek waar ze terecht moeten komen
Twee typen migratie
Passieve migratie = nieuwe cellen duwen oude omhoog (outside-in)
Actieve migratie = nieuwe cellen klimmen over oudere cellen (inside-out)
Hoe ontstaat een verbinding tussen neuronen?
Co-activatie = twee neuronen die tegelijkertijd actief zijn vuren. co-activatie kan komen door spontane zelforganisatie of door input
Tot welke leeftijd vindt synaptogenese plaats?
tot 4 jaar, maar langer in frontale gebieden. axonale groei en myelinatie is tot de volwassenheid
Synaptische dichtheid in de eerste twee levensjaren
2x de synaptische dichtheid van die van volwassenen. Later vindt er snoei/pruning plaats (synaptische dichtheid neemt af doordat verbindingen afsterven)
Waar begint myelinatie als eerst?
in de corticale en subcorticale hersengebieden voor waarnemnig en motoriek (achter), later in voor.
*achter naar voren, van onder naar boven.
groei en snoei
gebeurt tegelijker tijd. je hebt nog op latere leeftijd synaptogenese, maar accent verschuift naar verval. ook metabolische processen (gebruik van glucose in de hersenen) daalt na de reductie van synaptische verbindingen.
verschillen tussen hersengebieden (differentiatie). verticaal en horizontaal
verticaal = dikte en structuur van de 6 lagen. genetisch geprogrammeerd (protomap)
horizontaal = verschillen naar verbindingen binnen en tussen gebieden door input, vooral vanuit de thalamus. modulaire netwerkstructuur (intern sterk, extern zwak) (protocortex)
Radiale migratiemodel van Rakic
verschillende neuroblasten leiden via migratie tot specifiek gelokaliseerde gebieden van groepen neuronen met dezelfde afstamming.
tegenargumenten protomap
- hersenstructuren veranderen door activiteit door bijvoorbeeld zintuigelijke input van de thalamus
- input vanuit thalamus kan neurogenese versterken (celdeling versnellen)
- een hersengebied heeft niet 1 specifieke taak. meerdere gebieden werken samen.
twee tegengestelde ontwikkelingstrends (is het altijd van achteren naar voren, van onder naar boven?)
- verbindingen van de thalamus (zintuigelijk, motorisch) met de cortext wel. dus eerst visueel en auditief (achter) en dan frontaal (voor)
- bij neurogenese niet! eerst neurogenese en migratie frontaal en dan naar de achterliggende sensorische gebieden. Piek van synaptogenese is wel later bij frontale gebieden