Hoorcollege 6 - Ouder-kindrelaties Flashcards

(7 cards)

1
Q

Invloed van SES op de opvoeding

A

Ouders met een lage SES hebben meestal autoritaire opvoedstijl, hoge SES autoritatief en een hele hoge SES weer autoritair.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Adolescenten streven naar autonomie op het gebied van:

A

Cognitief > eigen mening
Gevoel > een eigen persoon zijn los van ouders
Gedrag > zelf kunnen bepalen en reguleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Theorieën op individu, focus op verandering

A

Separatie-individuatie - Hormonale veranderingen > conflicten > losmaken > autonomie/onafhankelijkheid

Evolutionaire theorieën - Hormonale veranderingen > toename conflict, afname verbondenheid > partner zoeken

Maturatie perspectief - Cognitieve ontwikkeling > gelijkwaardigere relatie

Expectancy-violation realignment theory - verschil in verwachtingen > conflict > gelijkwaardigere relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Theorieën op relatie, focus op continuïteit

A

Gehechtheidstheorie - Relatie is gebaseerd op stabiele cognitieve representaties. Als de relatie in de vroege kindertijd stabiel is zal dat zo blijven. Zowel kind als ouder gericht op positief behouden relatie.

Interdependence models - Ouder en kind zien relatie beiden als wederkering en blijvend, verbinding behouden.

Autonomie-verbondenheid - Ondanks toename autonomie en onafhankelijkheid blijft de verbondenheid bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vormen van ouderlijke controle

A

Psychologische controle - Beïnvloeden/manipuleren van gedachten en gevoelens. Hangt negatief samen met autonomieontwikkeling.

Gedragscontrole - Gedrag adolescent reguleren door structuur en monitoring. Hangt positief samen met autonomieontwikkeling mits dit passend is bij ontwikkelingsbehoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Turiels sociale domeintheorie

A

Stelt dat kinderen over de kennis beschikken van sociale domeinen, waarbinnen keuzes gemaakt kunnen worden gemaakt over moraliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderverdeling Turiels sociale domeintheorie

A

Morele problemen > rechtvaardigheid, niet stelen of liegen
Sociaal-conventionele problemen > normen die als cultuur hebben op sociale interacties soepel te laten verlopen.
Psychologische problemen > geloof en kennis over jezelf en anderen
Prudential problemen > persoonlijke acties die je gezondheid kunnen aanpassen.
Persoonlijke problemen > problemen die alleen jezelf aangaan (privacy, haarkleur)
Gemengde problemen > zitten in meerdere domeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly