Hoorcollege 6: Psychopathie Flashcards

(9 cards)

1
Q

Vroeger

A

Vroeger  synoniem voor antisociale persoonlijkheidsstoornis.
Cleckley  the mask of sanity (1942); eerste boek over psychopathie (lijken op eerste gezicht normaal en goed functionerend, tot je dieper graaft). Lijst van 16 karakteristieken (niet allemaal meer gebruikt, maar sommige nog wel!)  veel gedragsmatige kenmerken.
Gedragsmatig:
* Oppervlakkige charme en normale tot bovengemiddelde intelligentie
* Onbetrouwbaarheid
* Leugenachtig gedrag
* Antisociaal gedrag met inadequate motieven
* Gebrek aan wederkerigheid in interpersoonlijke relaties
* Hinderlijk gedrag (met en zonder alcohol)
* Onpersoonlijk en triviaal seksleven
Emotioneel:
* Gebrek aan angst en andere neurotische symptomen
* Gebrek aan spijt en schaamte
* Afwezigheid van diepe en blijvende emoties
Cognitief:
* Antisociaal gedrag met inadequate motieven
* Slecht beoordelingsvermogen of falen om te leren uit ervaringen
* Ontbreken van zelfinzicht en onvermogen zichzelf te zien zoals anderen dat doen
* Ontbreken van een levensplan en een geordend leven
Interpersoonlijk:
* Leugenachtig gedrag
* Pathologisch egocentrisme en afwezigheid van liefde en gehechtheid
* Gebrek aan wederkerigheid in interpersoonlijke relaties
* Onpersoonlijk en triviaal seksleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R) (Hare)

A

)= meten van psychopathie
Standaard instrument om psychopathie vast te stellen in klinische settings. Integreert informatie uit een interview en externe bronnen (ander-rapportage, klinische rapporten).
PCL-R factoren: bestaat uit 20 items die gescoord worden op antwoorden en andere informatie. Onderverdeeld in F1 (meer persoonlijkheidstrekken) en **F2 (gedragingen). **
F1 (persoonlijkheidstrekken):
- Interpersoonlijk:
1. Galdde prater / oppervlakkig charme
2. Opgeblazen gevoel eigenwaarde
3. Pathologisch liegen
4. Manipulerend gedrag
- Affectief:
5. Gebrek aan wroeging / schuldgevoel
6. Oppervlakkige emoties
7. Kil/gebrek aan empathie
8. Geen verantwoordelijkheid eigen gedrag
F2 (gedragingen):
- Levensstijl:
9. Prikkelhonger/neiging tot verveling
10. Parasitaire levensstijl
11. Ontbreken realistische lange termijn doelen
12. Impulsiviteit
13. Onverantwoordelijkheid
- Antisociaal
14. Gebrek aan gedragsbeheersing
15. Gedragsproblemen jonge leeftijd
16. Jeugdcriminaliteit
17. Schending voorwaarden
18. Veelsoortige criminaliteit
Overig:
19. Promiscue seksueel gedrag
20. Veel kortstondige relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Persoonlijkheidstrekperspectief op psychopathie

A

psychopathie als (maladaptieve!) persoonlijkheidstrek. = continue schaal met variatie aan scores in de samenleving (iedereen heeft een score); deel van veel modellen van ‘duistere persoonlijkheid’ ‘dark triad’ (psychopathie / machiavellianisme / narcisme).
Kritiek: meestal gemeten met zelf-rapportage. Clinici stellen dat machiavellianisme onderdeel is van psychopathie (en ook afhankelijk tussen andere constructen).
Short Dark Triad (DS3) = vragenlijst die de persoonlijkheidstrekken (3) meet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Persoonlijkheidsstoornisperspectief op psychopathie

A

psychopathie is een persoonlijkheidsstoornis met een relatief coherente constellatie van affectieve karakteristieken, interpersoonlijke stijl, problemen in de levensstijl en gedragsmatige neigingen. Psychopathie beschrijft een individu dat gedragsproblemen vertoont doorheen het leven en als gevolg over het algemeen beperkt functioneren kent in de sociale, educationele en werk domeinen.
 Echter; psychopathie is geen volwaardige persoonlijkheidsstoornis volgens de DSM-5; sectie III (AMPS) kan ASPS diagnose gespecificeerd worden met psychopathische trekken
Specifier: gebrek aan angst (negatief affect) / bold interpersonal style / terugtrekking (detachment) en hoge levens van aandacht zoeken (antagonisme domein).
ASPS en psychopathie:
- Beide: levenslang patroon van antisociaal gedrag
- 50% van psychopathie kenmerken in de PCL-R refereren naar criteria van ASPS in de DSM
ASPS: focus op ernstig en chronisch patroon van antisociaal en crimineel gedrag
Psychopathie: voornamelijk geoperationaliseerd o.b.v. persoonlijkheidskenmerken, met nadruk op emotionele deficiten en interpersoonlijke kenmerken.
- 25-40% van de mensen met ASPS heeft ook psychopathie
- 80-90% van de mensen met psychopathie heeft ook ASPS (theoretisch gezien 100%).
Psychopathie  zowel instrumenteel als reactieve agressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Co-morbiditeit/prevalentie

A
  1. Interpersoonlijke/affectieve component (F1); overlap met narcistische persoonlijkheidsstoornis (emotieregulatie problemen)
  2. Antiosciale levensstijl component (F2): overlap met ADHD, borderline persoonlijkheidsstoornis, middelengebruik en internaliserende problemen.
    Prevalentie
    - Algemene populatie: 1%
    - Mannelijke gevangenen: 20%
    - Vrouwelijke gevangenen: 10%
    - Mannelijke forensische patiënten: 15%
    - Mannelijke verkrachters: 35%
    - Mannelijke kinderverkrachters 10%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Etiologie

A

Psychopathie wordt terecht niet gediagnosticeerd bij kinderen; maar volwassenen met psychopathie vertoonden veelal gevoelloos en antisociaal gedrag vanaf de kindertijd.
 Voorlopers van persoonlijkheidsstoornissen manifesteren al in de kindertijd en/of adolescentie. Interactie tussen genetische en ontwikkelings-risicofactoren.
Genetische factoren:
Sterkste bewijs voor de Callous en Unemtional traits  geen direct bewijs voor psychopathie. Serotonerg/oxytocinergisch systeem; mogelijk verantwoordleijk voor verminderde emotionele reactiviteit en capaciteit voor hechting.
Genome-Wide association studies; momenteel nog te weinig power.
Omgevingsfactoren
- Prenatale stress van moeder
- Kindermishandeling
- Hardvochtige opvoeding
- Negatieve gevoelens ouders
- Gedesorganiseerde hechting
- Ontregeld familie functioneren
Probleem: gen-omgeving correlatie en andere interacties
Risicofactoren voor de ontwikkeling van psychopathie: over verschillende levensfases heen kunnen omgeving en genetica anders met elkaar interacteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neurocognitieve verstoringen: psychopathie als neurocognitieve stoornis

A

A. Emotionele responsiviteit (met name in empathie)
Emotie herkenning speelt een belangrijke rol binnen empathie  meta-analytisch bewijs voor verminderde emotieherkenning in individuen met psychopathie ten opzichte van controle groep.
Uitzondering = Woede en afkeer
Tevens bewijs voor tekorten in verwerken van emotie expressies; huidgeleiding als maat van opwinding (arousal sympathische activiteit)  verminderde autonomische reacties op angst en verdriet van anderen.
Blood oxygen level dependent (BOLD) afwijkende reacties op emotie expressies.
Psychopathische trekken gerelateerd aan verminderde reactie op angst maar sterkere reactie op woede!
Dus  reactie op woede intact en zelfs versterkt (voor mensen met psychopathie); verhoogd risico op reactie agressie op basis van woede. Reactie op angst en verdriet verminderd; verhoogd risico op instrumenteel geweld, minder last van leed van anderen. Zo leren kinderen niet wat wel en niet te doen door het niet oppakken van emotionele feedback.
B. Reinforcement-based decision-making (waaronder moreel oordelen)
Individuen met psychopathie presteren relatief slecht op reinforcement-based decision-making taken
Verminderde sensitiviteit voor straffen (en verhoogde voor beloningen)
 Problemen met leren van feedback vanuit de taak
Eerder onderzoek: individuen met psychopathie verkrijgen geen geconditioneerde reactie op stimuli geassocieerd met shock en nare geuren.
Hersenen reageren minder wanneer ze geld verliezen, sterkere reactie op beloning.
Individu legt geen link tussen overtreding en een aversieve ongeconditioneerde stimulus
C. Aandacht
Individuen met psychopathie zijn geneigd te focussen op bepaalde stimuli en andere stimuli te negeren (focus op beloning of bereiken van doelen) (negeren van straf, leed van anderen of contextuele informatie).
Nog niet volledig duidelijk waar problemen zetten, maar verschillen in organisatie dorsale aandachts-netwerk.
 Verschillen in automatische allocatie van aandacht, maar kunnen worden gecompenseerd met opzettelijke aandachtstoewijzing
Instructie focus op ogen elimineert verschillen in emotieherkenning.
Instructie focus op emotionele respons of emotionele component stimuli elimineert verschillen in neurale respons. Ze kunnen hun informatie en focus dus wel er op stellen.
= Dit betekent dat aandacht mogelijk een factor is voor verbetering in behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychopathie en criminaliteit

A

Psychopathie geassocieerd met:
- Vroegere start criminele daden
- Ernstigere en gewelddadigere misdaad carrières
- Meer diverse misdaad
Fledging psychopathy: DSM-IV diagnoses oppositioneel-opstandige gedragsstoornis, gedragsstoornis en ADHD gedurende jeugd.
Moord:
- Psychopaten meer waarschijnlijk om moord te plegen (schokkendere moorden).
Mogelijke redenen:
- Emotieregulatie problemen (relationele moord)
- Impulsiviteit
- Grandiositeit
Impulsieve moord; in een opwelling
- Instrumentele agressie door betrokkenheid in criminele daden (bijv. overval)
- Deviante seksuele activiteit (Seksuele moord)
o 85% van daders van seksuele moord heeft gemiddeld tot hoge psychopathische trekken.
Seksuele misdaad:
- Psychopathische trekken gelinkt met seksistische en gewelddadige houdingen ten opzichte van vrouwen
- Hoge proportie psychopaten onder juvenile seks offenders (JSO), lager onder juvenile non-seks offenders (JNSO)
- Meta-analyse: psychopathie is een voorspeller van seksueel recidivisme
- Co-morbiditeit met parafilische stoornissen
Psychopathie in het rechtelijk systeem
Prevalentie onder gevangenen, gearresteerden, individuen op proefperiode en voorwaardelijke vrijlating veel hoger dan in algemene populatie.
Problemen van psychopaten voor corretionele instellingen:
- Belangrijkste aandrijvers van geweld in gevangenissen
- Veiligheid van medewerkers en mede-gevangenen aangetast
- Minder meegaan in therapie en interventies
- Houden zich minder aan proefperiodes en voorwaardelijke vrijlating

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling

A

Preventie: focus op kinderen met gedragsproblemen die risico lopen op ontwikkeling psychopathie bijv. met:
* Ouder management training
* Probleem-oplossingsskilss training
* Sociale skills training
* Contingency management
* Cognitieve-gedragsinterventies
* Familietherapie
* Multi-systeemtherapie
maar minder effectief voor kinderen met ernstigere gedragsproblemen.
Management en behandeling: management van individuen met psychopathie is uitdagend. O.a. door verminderde coöperatie en geïnstitutionaliseerde setting (TBS), motivatie is laag.
Farmacotherapie  geen bewijs voor effectiviteit
Psychotherapie  CGT = treatment-as-usual. Pessimisme: studies suggereren dat individuen met psychopathie ernstigere sympotmen hebben na therapie (slimmere daders maken?).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly