HS 4 Aarde Flashcards
(119 cards)
Hoe is de aarde en dampring ontstaan?
AARDE: 4,5 miljard jaar geleden –> verdichting van een gas- en stofwolk = hete vloeibare bolvormige planeet
Vloeibaar –> scheiding tussen lichtere en zwaardere stoffen
Dieper = veranderende fysische en chemische eigenschappen –> concentrische opbouw van de aarde
DAMPRKING: vulkanen –> CO2- en H2O-damp
OCEANEN: H2O uit dampkring condenceert
EERSTE LEVEN: CO2 –> O2 –> aerobe organismen
==> eerste leven in de water
Geef de opbouw van de aarde
diameter = 12 700 km / omtrek = 41 000 km
KERN - binnen + buitenkern
1. ijzer en nikkel
2. 2900 km diep
BINNENKERN
1. Vast
2. 1250 km dik
BUITENKERN
1. Hoge druk en T –> vloeibaar
2. 2200 km dik
AARDMANTEL
2900 km dik –> 80% volume
KORST = oppervlak
1. Dunner dan andere lagen
2. Drijft op vloeibare mantel
Wat is aardmagintisme?
Binnenkern = vast + buitenkern = vloeibaar + aarde draait om as –> buitenkern spint om binnekern
==> magnetische veld rondom de aarde
Hoe ontstaat poollicht?
Aardmagnetisme beschermt de aarde tegen zonnenwind.
Zonnewind = geladen deeltjes die door zon worden uitgestoten –> worden afgebogen & aangetrokken door polen
–> dringen thv de polen de atmosfeer binnen met verhoogde snelheid
–> E vd deeltjes wordt ad atmosfeer overgedragen onder de vorm van licht
= lichtverschijnsel met schitterende kleuren dat enkel bij duisternis kan worden waargenomen
Oceanische korst vs continentale korst
OCEANISCHE
1. 10 km dik
2. Zware gesteenten vb. basalt
CONTINENTALE
1. 30 km
2. Lichter materiaal - vb. graniet
Platentektoniek
Aardmantel is zeer heet –> convectiestromen
Convectiestromen = 1. warmtestroming vanuit de kern naar het opp.
2. ah opp. Koelt stroming terug af = horizontaal langs korst
3. Voldoende afgekoeld –> stroming daalt terug naar kern
4. terug naar stap 1.
==> plantentektoniek = verschuiving van de aardplaten
Aardplaten = grote lossen stukken aardkorst die drijven op onderliggende lagen
Continentendrift
WIE? Alfred Wegener
WAT? Vroeger zaten alle continenten aan elkaar = Pangea
–> Pangea in stukken op broze plekken in de aardkorst
–> uit elkaar bewogen agv plantentektoniek
ARGUMENTEN
1. Oostkust Zuid-Afrika & westkust Afrika –> passen in elkaar
2. Overeenkomsten in gesteentelagen en fossielen aan beide zijden Alantische oceaan
3. Convectiestromen –> theorie werd aannemelijk
Orogenese
Vorming van geberten
Divergerende platnen
= uit elkaar bewegen
–> vormen nieuw gesteente = magna komt aan het opp. en stolt
= oceaanruggen + aarbevingen + vulkanen
vb. Mid-Atlantische rug
Convergerende platen
= naar elkaar toe bewegen
1. oceanische plaat + continentale plaat
–> O gaat onder C = subductie
= troggen (= verdiepingen langs de rand van de C) + aardbevingen en vulkanen
vb. Andesgebergte
2. Continentale plaat + Continentale plaat
–> 2 even zware platen worden opgeduwd
= gebergte
vb. Alpen en Himalaya gebergte
Transverale platen
= langs elkaar bewegen
–> wrijvingen –> aardbevingen
vb. St.-Andreasbreuk
Vulkaan
Gat in de aardkorst, waardoor gesmolten gesteente en andere materialen naar opp. komt.
Magma
Vloeibaar mantel-materiaal
Lava
Maga die aan het opp. komt.
Ontstaan vulkanen
- Scheur in de aardkorst agv platentektoniek
vb. vulkanen Sicilië, Ring of Fire (subductiezone) - Zwakke plek in de aardkorst –> GEEN gevolg van plantentektoniek
Hotspot
vb. vulkanen Hawaii , Ijsland, Yellow stone park
Hotspot
= Plaats boven een kolom heet inwendig materiaal
Magma brandt door de aardkorst op een zwakke plek en borrelt omhoog
–> plaat beweegt over hotspot ==> onstaan verschillende vulkanen op 1 rij
Geiser
Warmwaterbron –> spuit met tussenpozen water en stoom de lucht in
Komt voor bij een hotspot
Indeling vulkanen obv vorm
- Spleetvulkaan
- Schildvulkaan
- Koepelvulkaan
- Slakkenkegel
- Samengestelde vulkaan
- Calderavulkaan
Indeling vulkanen obv activiteit
- Dode of uitgedoorde vulkaan
= aardkorst is dichtgegroeid
vb. Kilimanjaro in Tanzania - Slapende vulkaan
= lange tijd (enkele eeuwen) geen activiteit –> onverwachte uitbarsting is mogelijk
vb. Haleakala op de Hawaii-eilanden - Actieve vulkanen
= hooguit enkele jaren zonder activiteit
vb. Etna in Sicilië
Aardbeving
Druk langs 2 bewegende platen neemt langszaam toe –> drukt wordt te groot –> stukken aardkorst breken
==> beving
Naschokken
Kleinere bevingen enkele uren tot dagen na de eerste beving
Oorzaken aardbevingen
- Platentektoniek
- Vulkanische activiteit
- Instorting holte kalksteenformatie of mijnen
- Metorietinslagen
- Menselijk ingrijpen
vb. bodemdaling door winning van aardgas
Tsunamie
= vloedgolf
Gevolg van een zeebeving
Hypocentrum en epicentrum
Hypocentrum = vertrekken van de aardbeving
Epicentrum = plaats aan het opp. boven hypocentrum