Hypercalciemie Flashcards

1
Q

hyperparathyredoei …

A

hoog PTH en hoog calcium (90% is primair)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

primaire hyperparathyreodie …

A

bijschildklieradenoom, diffuse hyperplasie, carcinoom, MEN (multipele endocriene neoplasie) syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

secundaire parathyreodie ….

A

door nierfalen minder Ca doordat er minder goed actief vit D wordt gemaakt, of gwn een vit D deficientie waardoor hoog PTH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tertiair hyperparathyreodie …

A

als secundair lang genoeg blijft gaan de bijschildklieren autonoom functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symtpomen bij ene hyperparathyreodie ….

A

obstipatie, botbreuk, verwardheid, nierstenen, veel drinken, snachts plassen, hoofdpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lab zie je ..

A

hoog calcium, laag fosfaat, hoog PTH, evt. slechte nierfunctie, kijk ook naar albumine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

let op bij hyperparthyreodie …

A

check je alkalische fosfatarase, kan ook bij pancreattis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lithium en hyperparathyreodie …

A

bijschildklier minder gevoelig voor calcium, PTH kan daardoor verhogen. als lithium wordt gestopt kan calcium weer normaliseren echter is meer waarschijnlijk bij korter gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

magnesium …

A

magnesium nodig voor de aanmaak/ goed functioneren van PTH, dus een laag magnesium kan voor een hypocalciemie zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sarcoidose/ lymfomen hoog calcium door ….

A

meer activatie van vit D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hypercalciemie ….

A

bij botmetastase/ meer botafbraak komt calium vrij (mamma, prostaat, long)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

malginiteit hypercalciemie …

A

1) botmetastase (mamma, long, prostaat), 2) PTH-RP producerende maligniteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

schildklier en hyperaparathyreodei …

A

hyperthyreodie leidt tot hoger bot turnover.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ECG bij hypercalciemie …

A

QTc tijd verkorting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beeldvorming bij hyperparathyreodie …

A

nierstenen, pancreatitis, adenoom aantonen met bijv. echo of scintigrafie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hypoparathyreodie …

A

bijna altijd secundair aan chirurgische ingreep

17
Q

sarcoidose …

A

leverlab (leversarcoidose), nierfunctie, XT voor de longen, ACE en soluble Il2

18
Q

calcium en albumine …

A

Ca is voor 50% aan albumine gebonden, de andere 50% is vrij in het bloed (biologisch actief). je meet het totale calcium, dus als je weet hoeveel albumine je hebt weet je hoeveel je “over” hebt en dus eigenlijk actief is:

TOTAAL CA = calcium gebonden aan albumine + vrij calcium

19
Q

wat zegt albumine over calcium …

A

als je een hoog calcium hebt maar ook hoog albumine is er dus waarschijnlijk een vrij normale hoeveelheid vrij calcium (actief calcium)

20
Q

hypercalciemie behandeling

A

1) Infuus: 0,9% NaCl, initieel 200-500 ml/u, streef naar diurese 100-150 ml/u.
2) Bisfosfonaat: pamidroninezuur (APD), 60-90 mg. Effect: pas na 48-72 uur. Contra-indicatie: eGFR < 30 ml/min.