Inspectie van het onderwijs: de staat van het onderwijs Flashcards

(49 cards)

1
Q

Waaruit blijkt dat het onderwijs in zwaar weer verkeert?

A

steeds meer leerlingen en studenten beheersen de basisvaardigheden taal rekenen en burgerschap niet goed, er is een tekort aan leraren en schoolleiders, hierdoor vallen lessen uit en staat de onderwijskwaliteit en passend onderwijs onder druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel scholen worden door inspecteurs van de onderwijsinspectie als onvoldoende beoordeeld in 2023?

A

iets meer dan 20%, een grote groep leerlingen krijgt dus les op scholen die tekortschieten op onderwijskwaliteit. Leerlingen krijgen niet wat ze nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke manier is het verhaal van de staat van het onderwijs een medaille met 2 kanten?

A

Er zijn scholen en opleidingen waar het op eigen kracht lukt, basisvaardigheden zijn op orde, lerarentekorten klein, school draagt zorg voor kansengelijkheid, bieden kwetsbare leerlingen ondersteuning en hebben aandacht voor welbevinden en doorstroming naar hbo en wo. Ook professionaliseren scholen zich, waardoor docenten goed toegerust voor de klas staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is het zo moeilijk om positieve praktijken door te voeren op landelijke schaal?

A

Het onderwijs is gedecentraliseerd en gaat uit van autonomie van professionals en besturen. Hierin schuilt een risico: goed onderwijs wordt de verantwoordelijkheid van iedereen, maar in de praktijk te vaak van niemand. Vrijheden worden vrijblijvendheden, deze vrijblijvendheden kunnen leiden tot ongelijke verdeling van problemen en personeelstekorten.

Politiek, besturen, schoolleiding en docenten moeten bepalen of er meer regie moet komen op het onderwijs, zolang dit niet gebeurt vullen externe partijen als adviesbureaus de gaten

Goed onderwijs maken we samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan je verschil maken?

A

In de klas, als docent, door te weten met welke vaardigheden en kennis je leerlingen en studenten binnenkomen en waar ze moeten staan. Er wordt nu teveel gehandeld vanuit het gemiddelde, er wordt weinig gekeken naar de individuele leerling of student en op diens hulpvraag, dit is niet effectief.

Als schoolleider in de school of als opleidingsmanager in de opleiding. Door te zorgen voor een veilig klimaat, waarin leerlingen en studenten de ruimte hebben om te leren. Door te komen met een breed gedragen visie en doelen met betrekking tot de basisvaardigheden, en door bij tekorten gebruik te maken van professionals die er wel zijn. Met minder leraren is het juist belangrijker om kwaliteit te hebben

Bestuurders maken verschil door vaniut een visie op onderwijs heldere ambities en concrete doelen te formuleren.

In de politiek wordt het verschil gemaakt door voor ruimte te zorgen voor scholen om creatief met het schoolleiders en lerarentekort om te gaan. De politiek is aan zet om de regie te nemen zodat we de kwaliteit van ons onderwijs een impuls kunnen geven, met een aanpak voor de lange termijn en de daarbij passende structurele financiering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar hebben leerlingen en studenten recht op?

A

op onderwijs van goede kwaliteit. Zij moeten onderwijs kunnen volgen op scholen en opleidingen die continu werken aan verbetering. Zij moeten er ook van uit kunnen gaan dat besturen hier actief op sturen en dat overheid faciliterende kaders stelt en handhaaft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke aspecten kan een school als onvoldoende worden beoordeeld?

A

onderwijsresultaten, het zicht op de ontwikkeling en begeleiding van leerlingen, aan het pedagogisch didactisch handelen van leraren en of aan de kwaliteit van de wijze waarop de school zorgt voor een veilige omgeving voor leerlingen. Ook het bij wet verplichte stelsen van kwaliteitszorg functioneert niet altijd goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarop lag de afgelopen jaren de nadruk in het toezicht?

A

op besturen, en minder op scholen en opleidingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar begint een goede inrichting van de bestuurlijke kwaliteitszorg?

A

bij een gedragen visie op onderwijs en een vertaling daarvan naar ambities en concrete doelen. Die vertaalslag maken besutren in het funderend onderwijs niet altijd goed. En daar stopt het niet bij: ook moeten besturen samen met de scholen de doelen realiseren, en zich daarover verantwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kwaliteit van het MBO

A

steekproeven zijn pas in 2024 van start gegaan, bij kwaliteitsonderzoeken naar risico’s in het MBO beoordeelden we de afgelopen 2 jaar bij 6 bekostigde en niet-bekostigde MBO-opleidingen de kwaliteit van de examinering als onvoldoende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

basiskwaliteit in ho

A

In het hoger onderwijs (ho) voldoen bijna alle opleidingen
aan basiskwaliteit. De werkwijze in het accreditatiestelsel
voldoet als het gaat om de onafhankelijkheid,
deskundigheid, betrouwbaarheid en validiteit van
de oordelen en de accreditaties. Een verbeterpunt is
de aansluiting tussen de in het stelsel gehanteerde definitie van basiskwaliteit en kwaliteitsaspecten
van het onderwijs gerelateerd aan maatschappelijke
ontwikkelingen. Daarnaast moet de financiering van
evaluatiebureaus heroverwogen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke zorgen zijn er over passend onderwijs?

A

Naast zorgen om de onderwijskwaliteit, maken we
ons ook zorgen over leerlingen die niet het meest
passende onderwijs krijgen. Bij een deel van de
samenwerkingsverbanden passend onderwijs (swv’s)
zijn er tekortkomingen geconstateerd bij de realisatie
van een dekkend netwerk van voorzieningen voor
leerlingen. Dit moet de hoogste prioriteit krijgen, want
juist leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften
hebben voldoende en goede onderwijsplekken nodig.
Swv’s moeten zorgen voor voldoende voorzieningen.
Ook moeten zij de verantwoording van en het zicht
en de sturing op de doelmatige besteding van de
ondersteuningsmiddelen verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe staat het met de financiële situatie van het onderwijs?

A

Onderwijssectoren zijn over het algemeen financieel
stabiel. Een punt van aandacht is wel de toename van
incidentele gelden. De incidentele gelden vanuit het
Rijk voor het funderend onderwijs zijn tussen 2018
en 2022 meer dan verdubbeld. Sommige besturen
zijn erg afhankelijk van de incidentele middelen, tot
meer dan 30% van hun inkomsten. Als deze gelden
wegvallen, kan het gebeuren dat besturen met minder
personeel verder moeten en programma’s die de
onderwijskwaliteit verbeteren moeten stopzetten.
De incidentele gelden maken het lastig om gerichtstrategisch te begroten. De middelen moeten relatief
snel besteed moeten worden, terwijl het realiseren
van duurzame impact meer tijd vraagt. Structurele
financiering is volgens besturen een belangrijke
voorwaarde om te komen tot de noodzakelijke
duurzame verbeteringen van het onderwijs. Sturing
op specifieke doelen kan volgens besturen ook via
langjarige programma’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aanbevelingen m.b.t. de hoofdlijnen

A

Scholen: zet alles op alles om de kwaliteit op peil
te krijgen als deze onvoldoende is. Ga na waar
tekortkomingen zijn en werk ze weg. Zorg dat het
aanbod voor de basisvaardigheden past bij de
leerlingenpopulatie.
* Scholen: zoek vergelijkbare scholen binnen of buiten je
bestuur, doe mee aan leernetwerken en leer van elkaar
* Besturen: wees ambitieus, stel concrete doelen en
houd hier zicht op.
* Samenwerkingsverbanden, schoolbesturen en
scholen: realiseer op korte termijn voldoende en
goede voorzieningen voor leerlingen met extra
ondersteuningsbehoeften.
* Overheid: stuur op duurzame onderwijsverbeteringen
door een langjarige aanpak met daarbij passende
structurele financieringssystematiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom was het niet goed mogelijk om representatieve uitspraken te doen over de kwaliteit van het onderwijs op scholen en opleidingen?

A

door de combinatie van bestuursgericht toezicht en risicogestuurd toezicht. Daarom zijn we begonnen met het doen van steekproeven. Dit levert een representatief beeld van kwaliteit van onderwijs, maar ook informatie op om onze risicoanalyse te verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe verschilt de manier om onderwijsresultaten te berekenen per sector?

A

Het oordeel geeft weer of op schoolniveau gemiddeld wordt voldaan aan de norm- een ondergrens die de inspectie hanteert bij de beoordeling. Deze norm houdt in het po en vo gedeeltelijk rekening met de leerlingenpopulatieop de school. Het laat dus niet zien of elke leerling genoeg leert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom is meer ambitie noodzakelijk?

A

door de inspectie gehanteerde normen voor onderwijsresultaten in po en vo betreffen ondergrenzen, die onder het landelijk gemiddelde liggen. Als scholen voldoende onderwijsresultaten behalen, betekent dat nog niet dat alle leerlingen de best mogelijk resultaten hebben gehaald en optimale kansen hebben gehad. Scholen mogen niet berusten in het voldoen aan de normen van de inspectie. Scholen en besturen moet ambitieus zijn en naast de minimumdoelen streefdoelen opstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

voor wie is voorschoolse educatie bestemd? En waar wordt het op geïnspecteerd?

A

voor peuters tussen de 2,5 en 4 jaar met een risico op een onderwijsachterstand. Het wordt aangeboden op de kinderdagopvang en is van groot belang voor kinderen om goed voorbereid aan de schoolloopbaan te kunnen beginnen. Inspecteurs beoordeelden de voorscholen op 8 standaarden uit ons waarderingskader: aanbod, pedagogisch-didactisch handelen en samenwerking werden verder uitgewerkt in verdiepende kwaliteitsaspecten om een beter inzicht in de kwaliteit van de voorscholen te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe presteren voorscholen?

A

voldoende tot goed, er zijn enkele aandachtspunten bij het aanbod, het educatief handelen en de samenwerking met ouders en basisscholen. Het aanbod kan beter worden afgestemd op de ontwikkeling van de leerlingen en de groepsruimtes kunnen aantrekkelijker, uitdagender en meer spel- en taaluitdagend worden ingericht. Het educatief handelen kan verbeteren door meer effectieve en gerichte activiteiten voor taalontwikkeling aan te bieden, afgestemd op het ontwikkelen van individuele kinderen. Ook kunnen pedagogische werkers de interactie tussen kinderen bevorderen, meer feedback op het proces geven en meer aandacht geven aan de manier waarop kinderen problemen kunnen aanpakken.

de samenwerking met ouders kan verbeteren door meer activiteiten aan te bieden voor ouders en ouders te stimuleren om thuis ontwikkelingsgerichte activiteiten te doen.

De overgang tussen voorschoolse educatie en po te verbeteren door aanbod, pedagogisch handelen, de omgang met ouders en de begeleiding van kinderen meer op elkaar af te stemmen.

de kwaliteit op vooschoolse educatie bleef stabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waar leidt het onderzoek op steekproef basis toe?

A

tot een eindoordeel voor scholen en mogelijk tot herstelopdrachten aan het bestuur als niet voldaan is aan de wettelijke vereisten.

21
Q

Leren de kinderen genoeg?

A

dit beoordelen we met de standaard resultaten. In het VO beoordelen we de leerresultaten op 98% van de afdelingen als voldoende of goed, (v)so met 77%. Dit laat echter niet zien of elke leerling goed leert, dat zie je aan de resultaten van leerlingen op de basisvaardigheden rekenen en wiskunde, taal en burgerschap

21
Q

Hoe kan het dat het (v)so een hoger percentage onvoldoende resultaten heeft?

A

doordat de inspectie sinds kort niet langer alleen bekijkt of een school bij 75% van de leerlingen de algemene uitstroomniveau behaalt, maar ook og de school aantoont dat de daarbij behorende streefniveaus voor NL en rekenen en wiskunde zijn gehaald. Nog niet alle (v)so scholen tonen voldoende aan of de streefniveaus behaald worden

21
Q

Wat zijn 3 kernvragen bij de kwaliteit van onderwijs op scholen?

A

Leren de kinderen genoeg?
krijgen ze goed les?
voelen ze zich veilig?

21
Q

Krijgen de leerlingen goed les?

A

Het pedagogisch-didactisch handelen werd bij 94% van de
bo-scholen als voldoende of goed beoordeeld en bij maar
85% van de vo-afdelingen

Het gaat hierbij om oordelen op het niveau van de
school of de afdeling. Een school of afdeling krijgt het oor
deel voldoende voor het pedagogisch-didactisch handelen
als een ruime meerderheid van de bezochte lessen op
een school of afdeling voldoet aan de basiskwaliteit zoals
beschreven in het waarderingskader.

22
Zijn de leerlingen veilig?
Op VO scholen is de veiligheid het laagste, met 93%, HBO en WO is 98%, vso 100%. Voldoende wanner: - veilige omgeving voor kinderen - veiligheidsbeleid voeren - veiligheid monitoren - pest coördinator - zich houden aan wettelijke verplichtingen bij e.v.t. zedenmisdrijf
23
Welke verschillen zijn er tussen de sectoren?
bij bijna alle standaarden constateerden we verschillen. Vooral bij de kwaliteitszorgstandaarden is het verschil opmerkelijk. In het VO wordt 1 op de 4 afdelingen als onvoldoende beoordeeld. deze verschillen tussen sectoren vragen om duiding, daardoor komt er meer steekproefonderzoek
23
Kan een herstelopdracht ook gegeven worden bij een eindoordeel voldoende?
ja, over een element van een standaard, als niet voldaan wordt aan de wet. De meeste herstelopdrachten worden gegeven over basisvaardigheden, vooral over burgerschap. Dit betekent dat het onderwijs in de basisvaardigheden op veel scholen te wensen overlaat. Gezien het aantal herstelopdrachten bij basisvaardigheden, houden wij er rekening mee dat wanneer de standaard basisvaardigheden mee gaan tellen in het eindoordeel, het aandeel onvoldoende en zeer zwakke scholen gaat stijgen
24
Herstelopdrachten in het bo
74% van de scholen kreeg een of meerdere herstelopdrachten voor de beoordeelde standaarden of voor de basisvaardigheden. de meeste hiervan gingen over pedagogisch-didactisch handelen, visie, ambities en doelen en zicht op ontwikkeling en begeleiding
25
Herstelopdrachten in het vo
88% van de scholen kreeg een of meerdere herstelopdrachten voor de beoordeelde standaarden of voor de basisvaardigheden. Voor de standaard resultaten kreeg slechts 1% van de vo scholen een herstelopdracht. herstelopdrachten 1/5 - veiligheid 1/3 - verantwoordeing en dialoog en visie, ambities en doelen etc. Het lage percentage herstelopdrachten voor resultaten hangt samen met het besluit om vanwege de corona gevolgen bij de beoordeling van de onderwijsresultaten 2024 2025 geen gebruik te maken van de indicator examencijfers.
26
Herstelopdrachten in (v)so
88% scholen kreeg herstelopdrachten voor beoordeelde standaarden of voor de basisvaardigheden. Voor de standaarden uitvoering en kwaliteitscultuur en veiligheid zijn relatief weinig herstelopdrachten gegeven (10% of minder). Voor de standaar den Visie, ambities en doelen, Pedagogisch-didactisch handelen en Resultaten kregen meer scholen herstelop drachten. Bij een tweetal standaarden zijn er duidelijke verschillen tussen het aantal herstelopdrachten en het aantal onvoldoende oordelen. Voor de standaarden Evalu atie, verantwoording en dialoog en Zicht op ontwikkeling en begeleiding kregen 42% respectievelijk 48% van de scholen herstelopdrachten. Het aandeel scholen dat een onvoldoende kreeg voor de standaard Evaluatie, verant woording en dialoog was echter 15% en de standaard Zicht op begeleiding en ontwikkeling was bij geen enkele (v)so-school onvoldoende
27
Wat geven de eerste indrukken uit de steekproefonderzoeken?
een somber beeld, ze geven aan dat mogelijk op veel scholen de kwaliteit van het onderwijs niet voldoet en dat duizenden leerlingen niet het onderwijs krijgen dat ze nodig hebben. Zelfs op scholen en afdelingen waar standaarden met een voldoende worden beoordeeld, gaven we voor deze standaarden herstelopdrachten omdat niet op alle onderdelen werd voldaan aan de wet. maar weinig scholen kregen geen enkele herstelopdracht
28
accreditatiestelsel
Het is de taak van de NVAO om op basis van kwaliteitsoordelen van visitatiepanels instellingen en/ of opleidingen te accrediteren. Visitatiepanels bestaan uit onafhankelijke deskundigen en een student. Anders dan in andere delen van het onderwijs, heeft de inspectie in het ho niet de taak om de kwaliteit van individuele opleidingen of instellingen te beoordelen. De inspectie heeft wel tot taak periodiek onderzoek te doen naar de ontwikkeling van het accreditatiestelsel. Het accreditatiestelsel toont met visitaties en accreditaties aan dat de kwaliteit van het ho op orde en stabiel is. Het accreditatiestelsel zelf voldoet in de basis, zodat iedereen erop kan vertrouwen dat geaccrediteerde opleidingen inderdaad aan de basiskwaliteit voldoen
29
Verbeterpunten accreditatiestelsel
de aansluiting tussen de in het stelsel gehanteerde definitie van basiskwaliteit enerzijds en anderzijds de kwaliteit zoals besproken in maatschappelijke discussies. Als maatschappelijke opgaven niet herkenbaar in visitatierapporten terugkomen, ondermijnt dat op den duur het vertrouwen in het ho. Daarom vindt de inspectie het van groot belang dat opleidingen zich in opleidingsvisitaties expliciet verantwoorden over zaken als de kwaliteit van de studiebegeleiding, de stage en het lesklimaat. Dit zijn basale onderdelen van het onderwijsleerproces. Via tijdelijke indicatoren of thema’s kan daarover in visitaties expliciet worden gerapporteerd gedurende een periode van 6 jaar. * de perverse prikkel die uitgaat van de financiering van evaluatiebureaus door de instellingen zelf. De peers en secretarissen die ondersteuning bieden en het visitatierapport schrijven worden nu betaald door de instellingen (vaak via een opdracht aan evaluatiebureaus). Zij beoordelen degene die hen betaalt. Dit kan de onafhankelijkheid, al is het maar in de beeldvorming, onder druk zetten. De inspectie raadt een heroverweging van deze financiering aan.
30
Rol opleidingscommissies
Ho-instellingen hebben veel autonomie. Daar staan interne kwaliteitszorg, een verantwoordingsplicht met zesjaarlijkse beoordelingen en accreditaties van alle op leidingen en governance met interne controles tegenover. Onderdeel van de interne governance zijn de opleidings commissies, die bestaan uit studenten en docenten. Ze hebben instemmingsrecht op delen van de onderwijs- en examenregeling en adviseren het opleidingsmanagement over de kwaliteit van de opleidingen. Studenten en docenten vormen samen de opleidings commissie (OC). De inspectie deed onderzoek naar deelname en belangstelling van studenten en docenten voor de OC. Veel ho-studenten bleken niet te weten wat een OC is en waar de OC van hun eigen opleiding voor staat (Inspectie van het Onderwijs, 2023b). Dit is zorgelijk want dit ondermijnt de kracht van de OC als medezeggenschapsorgaan.
31
Opleidingscommissie gewaardeerd
In het hoger beroepsonderwijs (hbo) gaf 11% van de docenten aan lid te zijn van een OC (Inspectie van het Onderwijs, 2024j, 2023). In het wetenschappelijk onderwijs (wo) was dat 16%. Zij noemden als redenen om geen lid te zijn: geen belangstelling (28%), niet mogelijk vanwege de functie (16%), al eerder lid geweest (16%), nooit verko zen (15%), of andere redenen, bijvoorbeeld een te kleine aanstelling. Het is positief dat een gebrek aan waardering voor de OC nauwelijks een rol speelt: slechts 3% van de docenten gaf aan dat ze geen lid zijn van de OC omdat de werkzaamheden van de OC te weinig worden gewaardeerd in hun organisatie. Evenmin is een negatieve beeldvorming over de beschikbare tijd als OC-lid of over de facilitering van de OC een reden van betekenis om geen OC-lid te worden.
32
tijdgebrek docentleden OC
In de praktijk is volgens de docenten de beschikbare tijd voor de OC vaak niet voldoende. Van de docenten die wel in de OC zitten, zei 32% onvoldoende tijd te hebben voor het OC-werk (Inspectie van het Onderwijs, 2024j, 2023). Het is aannemelijk dat tijdgebrek een negatief effect heeft op de kwaliteit van hun werk en dat dit de kracht van de OC als onderdeel van de interne controles beperkt. Een kleine meerderheid van de OC-leden (hbo: 59% en wo: 48%) heeft behoefte aan verdere professionalisering. Het is niet bekend in welke mate zij daar tijd voor vrij kunnen maken.
33
Meer tijd voor OC noodzakelijk
Voor een krachtig functionerende OC moeten studenten de OC kennen en moeten docenten tijd hebben voor de OC. De inspectie roept de besturen van instellingen op er zorg voor te dragen dat de OC-leden meer tijd krijgen voor hun OC-werk en meer ruimte voor de gewenste professi onalisering. Ook moeten de besturen zich inzetten voor meer bekendheid van de OC bij studenten. Die inspanning, naar docenten en studenten, kan een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het ho en aan het functioneren van de interne verantwoording
34
totstandkoming van een eindoordeel
De inspectie komt pas tot een oordeel over scholen en opleidingen als er onderzoek gedaan is naar de kwaliteit. Naast steekproefsgewijs onderzoek, doen we kwaliteit sonderzoek naar aanleiding van (ernstige) risico’s, zoals mogelijk onvoldoende onderwijsresultaten. Bij verreweg de meeste scholen en opleidingen wijst onze risicoanaly se uit dat er geen aanleiding is om een kwaliteitsonder zoek uit te voeren. Een kwaliteitsonderzoek bij scholen en opleidingen leidt tot het eindoordeel voldoende, onvoldoende of zeer zwak. in funderend onderwijs en mbo 75 keer oordeel onvoldonede en 42 keer het oordeel zeer zwak uitgesproken door inspectie na kwaliteitsonderzoeken. 93 keer werd een voldoende gegeven. Het toenemende aantal onderzoeken in 2023 komt door het versterkte toezicht
35
zeer zwak
In de wet is vastgelegd dat de inspectie in het po en vo het oordeel zeer zwak uitspreekt als de leerresultaten ernstig en langdurig tekortschieten en het onderwijs ook op een of meer andere belangrijke onderdelen niet voldoet aan de wettelijke eisen. Als de leerresultaten niet beoordeeld kunnen worden, of, zoals bij het (v)so niet doorslaggevend zijn voor het oordeel, betrekt de inspectie de kwaliteitszorg van de school bij het oordeel. Het oordeel zeer zwak wordt door besturen en scholen vaak als een hard oordeel gevoeld. De inspectie wil met dit oordeel echter duidelijk maken dat het onderwijs aan de duizenden leerlingen die op een zeer zwakke school zitten dringend verbeterd moet worden. Een mbo-opleiding krijgt het oordeel zeer zwak als het studiesucces onvoldoende is én onvoldoende uitvoering wordt gegeven aan de zorgplicht inzake het onderwijsprogramma en de examinering, de beroepspraktijkvorming of regels op het gebied van veiligheid. De examinering van een mbo-opleiding is van onvoldoende kwaliteit als daarbij niet voldaan wordt aan de landelijke examenstandaarden zoals opgenomen in de Regeling standaarden examenkwaliteit beroepsonderwijs 2021.
36
Een herstelopdracht, en dan?
een jaar na het oordel voet de inspectie een een herstelonderzoek uit. Meestal is de kwaliteit niet langer onvoldoende of zeer zwak, soms is deze echter nog steeds niet goed. Bij een tweede achtereenvolgende beoordeling zeer zwak informeren we de minister. Deze kan maatregelen treffen, zoals het beëindigen van de bekostiging. Als MBO scholen onvoldoende zijn stuurt de inspectie een waarschuwingsbrief naar de instelling. Hierin is opgenomen wanneer de tekortkomingen hersteld moeten zijn. Na deze termijn voert de inspectie een herstelonderzoek uit. Wanneer uit dit onderzoek blijkt dat het niet hersteld is, kan de minister besluiten het recht op deze opleiding te geven in te trekken.
37
goede kwaliteitszorg nodig
op zwakke scholen vaak wisselingen in de schoolleiding. Stabiel bestuur, een goede kwaliteitszorg en een professionele kwaliteitscultuur kunnen ervoor zorgen dat de onderwijskwaliteit op peil blijft, of liever, steefs verder verbetert.
38
goede kwaliteitszorg
dat het bestuur en de schoolleiding de gewenste kwaliteit van alle belangrijke onderdelen van het onderwijs vastleggen en deze kwaliteit systematisch bewaken en waar nodig verbeteren. Bij voorkeur gebeurt dit via kansrijke interventies, bijvoorbeeld het verbeteren van de instructiekwaliteit.
39
totstandkoming oordeel HO
In het ho beoordelen visitatiepanels de kwaliteit van opleidingen en instellingen. De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK), is vrijwillig. Opleidingen van instellingen met een positieve ITK krijgen eens in de 6 jaar een beperkte opleidingsbeoordeling. Opleidingen van instellingen zonder ITK krijgen eens in de 6 jaar een uitgebreide opleidingsbeoordeling. De NVAO beoordeelt of de oordelen van de panels navolgbaar zijn en kan dan beslissen tot accreditatie. Een accreditatie bevestigt dat de opleiding aan de basiskwaliteit voldoet en dus dat de instelling haar kwaliteitszorg (zowel het interne systeem als de kwaliteitscultuur) op orde heeft. Indien nodig kan de NVAO voorwaarden opleggen.
40
berekende oordelen
In het po en vo berekenen we jaarlijks een oordeel over de onderwijsresultaten. Deze berekening heeft betrekking op 3 schooljaren. Bij de normering houdt de inspectie rekening met de kenmerken van de leerlingenpopulatie van de school. Indien het berekend oordeel onvoldoende is, volgt in de regel een bestuursgesprek en daarna meestal een kwaliteitsonderzoek. Bij een kwaliteitsonderzoek gaan we onder meer na of het berekend oordeel juist is en omgezet kan worden naar een definitief oordeel. aan de hand van doorstroomtoetsen en driejaarsgemiddelden wordt berekend of de resultaten van een school voldoende is, voor elke bo school.
41
onderwijs resultaten vso vs so
(V)so-scholen zijn verplicht om voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief op- en vast te stellen. Daarin staat welke uitstroombestemming en welk uitstroomniveau ze met een leerling beogen. In 2022-2023 voldeed 92% van de so-scholen aan de inspectienorm waarbij 75% van de leerlingen uitstroomt op of boven het niveau van het ontwikkelingsperspectief, in het vso ging het om 84% van de scholen (Inspectie van het Onderwijs, 2024v).
42
Hoe goed zijn examencommissies?
slecht, de taak en rol wordt onvoldoende uitgevoerd.
43
welke actie verwacht de inspectie van het bestuur?
Besturen en schoolleiders moeten hun visie op examinering verder uitwerken. Ook moeten ze zorgen dat de uitvoering en de borging van de schoolexaminering gescheiden zijn. Uitvoering is een taak van de examensecretarissen (in samenwerking met medewerkers op alle niveaus van de school). Borging is een taak van de examencommissies. Van het ministerie vragen we te zorgen voor heldere en doelmatige regelgeving. Het blijft belangrijk dat alle stakeholders, waaronder wijzelf, de voorlichting voortzetten.
44
De wet meer ruimte voor nieuwe scholen
Begin 2021 trad de wet Meer ruimte voor nieuwe scholen in werking. Deze wet wijzigt de procedure voor het starten van nieuwe openbare en bijzondere scholen in het po en vo zodat deze beter aansluit bij de daadwerkelijke belangstelling van leerlingen en ouders. De wet geeft meer ruimte voor nieuwe initiatieven voor scholen op grond van een bepaalde geloofs- of levensovertuiging, maar ook voor scholen op een pedagogische of andersoortige grondslag. De minister besluit na advies van de inspectie of de school bekostigd wordt. De inspectie voert in het eerste jaar na de start van een nieuwe school een kwaliteitsonderzoek uit. meeste nieuwe scholen kregen positief advies van de inspectie in 2022 2023 een jaar eerder werden vaker negatieve adviezen gegeven, in vrijwel alle gevallen werd niet voldaan aan de deugdelijkheidseisen omtrent burgerschap
45
risico's nieuwe scholen
euwe scholen leiden mogelijk tot meer concurrentie tussen scholen en meer segregatie tussen groepen leerlingen. Ook zijn er uitdagingen rond de huisvesting en het lerarentekort, zeker in stedelijke gebieden. Het verleden liet zien dat niet alle nieuwe scholen direct succesvol zijn. De toekomst zal uitwijzen of de kwaliteitstoets die de inspectie sinds 2022 uitvoert in het kader van de nieuwe stichtingsprocedure bijdraagt aan meer succesvolle nieuwe scholen.