intoxicaties Flashcards

1
Q

intoxicatie via luchtwegen

A

ammoniak, chloor, schoonmaakmiddel

  • slijmvlies spoeling, cave ontwikkeling pneumonie op latere duur
  • bij koolmonoxide inhalatie intoxicatie is SpO2 100% mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

intoxicatie via spijsvertering

A

pcm, schoonmaakmiddel, medicatie, drugs, alcohol

  • bij pcm is stolling verstoord: overlijden door multiorgaan falen
  • bij schoonmaakmiddel intox (bijtend) = niet braken of sonde toedienen!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Airway

A

beoordeel kwaliteit luchtwegen: kijken, luisteren, voelen
bij niet of alleen op pijn reageren –> bovenste luchtweg bedreigd –> chin-lift/jaw trust manoeuvre
- luchtweg management kan lastig zijn door slijmvlieschade door bijtende stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Breathing

A

beoordeel effectiviteit van ademhaling
ademarbeid:
- intrekkingen/hulp ademhalingsspieren, neusvleugelen (kijken)
- ademfrequentie –> amfetaminen, XTC, methanol
- in- en expiratoire geluiden (luister)
- kreunen (luister)

effectiviteit:
- inkomend ademgeruis (luister)
- thoraxexcursies (kijken)
- pulsoximetrie
- comprimeren (voelen op buik)

systemische effecten respiratoir falen

  • hartfrequentie
  • huidskleur (kijken)
  • bewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

circulation

A

beoordeel effectiviteit circulatie

  • cardiovasculaire tekenen
  • verhoogde HA: amfetaminen, XTC, beta agonisten, fenothizinen, antidepressiva
  • verlaagde HA: beta blokkers, digoxine, organofosfate
  • polsvolume (luister, voel –> gelijkmatig, krachtig)
  • Capillaire refill (kijk: <3 sec)
  • bloeddruk
  • kleur (kijk)
  • bloed zichtbaar: verdikking: buik, thormax bekken, bovenbeen–> veel bloed
  • verschillende intox kunnen shock veroorzaken
  • hypovolemie: bij gastro intestinale bloeding bij ijzer intox
  • vasodilatie: barbituraten intox
  • ritmestoornissen: antidepressiva, digoxine, antiaritmica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

disability

A

bewustzijn controle met

  • EMV
  • -> verlaagd bewustzijn: opiaten, benzodiazepinen, antihistaminica, glucose verlagende middelen
  • pupilcontrole
  • -> kleine pupillen: opiaten en organofostagen
  • -> grote pupillen: atropine, amfetamine en triclyscie antidepressiva
  • houding
  • -> hypertonie: amfetamine, XTC, antidepressiva
  • convulsies
  • -> hypoglycemische intox: ethanol
  • -> antidepressiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Exposure

A
  • verhoogde temp: XTC, cocaine, salicylaten (pijstillers)
  • verlaagde temp: ethanol (alcohol), barbituraat (fenobarbital)
  • AMPLE
  • anamnese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling

A
  • bij niet toxische hoeveelheid of niet toxische stof vaak geen verdere behandeling nodig –> monitoring
  • bij toxicsche stoffen en risico op mortaliteit:
  • -> stoppen verdere absorptie vanuit maag-darmkanaal
  • -> soms uitscheidig bevorderen
  • -> antidota toedienen (niet voor alle middelen beschikbaar)

benodigdheden bij behandeling:
- gewicht kind, concentratie product, duur

monitoring:
ECG, RR, O2 saturatie, centrale en perifere temp, glucose, nierfunctie en elektrolyten, bloedgasanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geactiveerde kool (norit)

A

bindt aan toxische stoffen en wordt niet opgenomen in lichaam

  • nuttig bij: salicylaten (pijnstillers), barbituraten (fenobarbital), theofyllinedeciraten (Meth)
  • niet werkzaam bij: ijzer en alcohol

dosis = ten misnte 10x dosis toxische stof
in combinatie met natrium sulfaat: versnelt passage en uitscheiding norit
mogelijk longbeschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

braken

A

emetica toedienen = risico op aspiratie
wordt nog zelden gedaan
gevaarlijk bij kinderen met verminder bewustszijn of inadequate larynxeffecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

maagspoelen

A

maagspoelen = tube + spoelsysteem (Nacl voor elektrolyten balans) + norit

  • minder toegepast, voordelen wegen niet op tegen nadelen
  • effectief bij intox lithium en ijzer >1 uur na inname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hemoperfusie en plasmaferese

A

alleen op advies NVIC
hemoperfusie = soort dialyse bij intox
plasmaferese = geintoxiceerd plasma vervangen door donorplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

intoxicatie ijzer

A

symptomen:
braken, frequent dunne ontlasting, buikpijn, later suf , convulsies en shock –> bloeding maag-darm kanaal

behandeling:
- maagspoelen (nadat luchweg vielig is gesteld) in infuus
- deferoxamine IV
- intubatie, beademing, ondersteuning circulatie in ernstige gevallen noodzakelijk

bloedonderzoek:
kan metabole acidose met toenemomen anion fap, lekocytose hyperglykemie en hemolyse

verder:
rontgen foto buik, om te zien of ijzer is achtergebleven na maagspoelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

triclysche antidepressiva

A

symptomen:
- werking op blokkade van snel natrium kanalen in hart en hersenen
- intraventriculaire geleiding vertraagd –> QRS complex verbreed
- ritmestoornisse
- tachycardie
- wijde pupillen
- convulsies

behandeling

  • cardiotoxiteit kan worden verminderd door alkalinisatie bloed –> alkalinisatie door hyperventilatie en natriumbicarbonaat IV –> beademing noodzakelijk
  • hypotensie: IV vochtbolus (ringerlactaat)
  • medicatie: noradrenaline, antirimica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

opioiden

A

behandeling:
- na stabilisatie van luchtweg, ademhaling en circulaite met specifiek antidotum –> naloxon
- hypercapnie in combinatie met naloxon stimuleert sympaticussysteem–> ritmestoornissen, asystolie, convulsies, longoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

benzodiazepinen

A

symptomen:
sufheid, coma, ataxie, ademdepressie, obstructie bovenste luchtweg door hypotonie van omringde spieren –> hypoxie

behandeling:
- ondersteunen AH met adequate oxygenatie
- benzodiazepine antagonist = flumazenil (contra indicatie: verhoogde ICD en bij chronisch benzodiazepine gebruik)
- werkingsduur flumazenil is korter dan betreffende benzo

17
Q

digoxine

A

symptomen:
- levensbredreigende ritmestoornissen –> ventriculaire extrasystolen, nodale tachycardie, geleidingsstoornissen
- hyperkaliemie

behandeling:

  • ecg monitoring essenctieel
  • lidocaine en fenytoine tegen ritmestoornissen
  • hyperkaliemie bestrijden
18
Q

paracetamol

A

dosis minder dan 150mg/kg geeft doorgaans geen verschijnselen tenzij sprake is van pre existene nier- of leverziekten

pcm intox : pijnlijkde dood, leverschade, sluipmoordenaar
–> antagonist: fluimicil IV in hoge dosis

behandeling:
- maagspoelen met achterlaten norit en natirumdulfaat

19
Q

acetylsalicyzuur (aspirine)

A

symptomen

  • metabole acidose
  • respiratoire alkalose

behandeling:

  • alkalinisatie bloed -> 1mmol/kg natirumbicarbonaat IV
  • maagontlediging en spoelen is tot 4 uur na inname zinvol
20
Q

alcohol (ethanol)

A

symptomen:
verwardheid, bewustzijnsverlies, misselijkheid, braken, hypotensie, hypoglykemie, hypothermie

behandeling:
ABC stabiliseren –> lab
lab: alcohol promilage, elektrolyten, nier en leverfunctie, glucose
urine monster op andere toxische stoffen

21
Q

ethyleeglycol

A
zoet makende stof --> gebruikt in antivries middelen
symptomen: 
verwardheid
braken
ataxie (coordinatie stoornis)
later convulsies
metabole acidose met toegenomen anion gap
celschade in meerdere organen
acute tubulaire necrose

behandeling:
norit GEEN effect
ethanol is antagonist: oplaad dosis in 15 min, oraal of IV
daarna onderhoud ehtanol en thiamine

22
Q

cocaine

A

symptomen:

  • remt heropname catecholaminen –> lokale stapeling noradrenaline, adrenaline, dopamine, serotonine en daardoor verhoogd sympaticussysteem
  • vasoconstrictie door stimulatie van adrenergische en 5 HT receptoren –> hypertensie –> coronair spasme
  • tachycardie–> verhoogde O2 behoefte van myocard, terwijl O2 aanbod verminderd door afgenomen perfusie bij verkorte diastole
  • trombocytenaggregatie wordt gestimuleerd –> myocardischemie –> acuut coronair syndroom
  • pijn op borst
  • ritme stoornissen
  • tachyaritmie

behandeling

  • toedienen O2
  • sedatie met benzodiazepine
  • aspirine en heparine
  • continue ecg monitoring
  • hyperthermie met actieve koeling

contra indicatie: beta blokkers

23
Q

XTC

A

symptomen:
* stimuleert perifere en centrale adrenoreceptoren met half waarde van 8 uur
* intox met kleine dosis:
- hypertonie, agitatie, angst, milde hyperthermie, tachycardie
* intox hoge dosis:
- tachypneu, tachycardie, ritmestoornissen, hypertonie, hyperreflectie, SIADH (syndroom inadequate afscheiding ADH) , visusstoornissen
* ernstige intox:
- maligne neurolepticasyndroom, coma, convulsies, ritmestoornissen, hyperthermie, rabdomyolyse door ernstige hypertonie, metabole acidose, acute tubulaire necrose, diffuse intravasale stolling

behandeling:
- maagspoeling en geactiveerde kool bij kinderen die bij bewustzijn zijn
- monitoring RR
- ECG
- lichaams temp
- natriumgehalte in bloed
- geef benzodiazepine bij agitatie en convulsies
- bij hyperthermie >39 –> actieve koeling
- beademing met spierverslappers nodig bij ernstige intoxicatie

24
Q

organofosfaten

A

giftige bestanddelen van insecticiden en zenuwgassen

symptomen:
DUMBELS: diarree, urinevloed, miosis (kleine pupillen), bronchospasmen, emises (braken) ,lacrimatie (tranen) , salivatie (speekselvloed)

behandeling:
- ondersteuning ABC
- toediening obidoxim en atropine

25
Q

ingestinatie knoopcelbatterij

A

zit in horloges, rekenmachines, kinderspeelgoed

batterijen bevatten diverse metalen (kwik, zilver, lithium) in combinatie met natirum- of kaliumchloride

26
Q

ingestinatie knoopcelbatterij pathofysiologie en epidemiologie

A

schade aan weefsels ontstaat door elektrische stroom die batterij afgeeft (niet door lekkage giftige stoffen!) –> stroom veroorzaakt necrose door vrijkomen van natrium hydroxide

  • ernstige brandwonden kunnen binnen 2 uur ontstaan
  • complicatie: perforatie, doorbraak nabijgelegen structuren als grote vaten of trachea, stempanden parese en stricturen in oesofagus

epidemiologie:
piekincidenten kinderen 1-3 jaar
85% ernstige complicaties
100 % van fatale gevallen <4 jaar

27
Q

symptomen ingestinatie knoopcelbatterij

A
  • braken met of zonder hematemesis
  • weigeren eten of drinken
  • toegenomen speekselvloed
  • belemmering luchtweg

aanvullende onderzoek X thorax, X BOZ

28
Q

behandeling ingestinatie knoopcelbatterij

A
  • in oesofagus –> spoed endoscopische verwijdering
  • in maag en ontstaan klachten (bloedverlies, ernstige buikpijn, braken, tekenen acute buik, koorts) –> spoed endoscopische verwijdering
  • in maag en aanwijzing ook magneet –> spoed endoscopische verwijdering
  • in maag kind <6 jaar en batterij groter 15mm -> controle BOZ na 4 dagen en overweeg endoscopische verwijdering indien nog steeds in mag