kapitel 4: voc Flashcards
(197 cards)
1
Q
der Krimi (Krimis)
A
detective(verhaal)
2
Q
der Thriller (Thriller)
A
thriller
3
Q
der Trailer (Trailer)
A
trailer
4
Q
die Folge (Folgen)
A
aflevering
5
Q
die Geschichte (Geschichten)
A
verhaal
6
Q
die Komödie (Komödien)
A
komedie
7
Q
die Sendung (Sendungen)
A
programma
8
Q
die Serie (Serien)
A
serie
9
Q
die Zeichnentrickserie (Zeichnentrickserien)
A
tekenfilmserie
10
Q
die Staffel (Staffeln)
A
seizoen
11
Q
das Drama (Dramen)
A
drama
12
Q
die Nachrichten (pl)
A
nieuws, journaal
13
Q
sich ansehen
A
bekijken
14
Q
gucken
A
kijken naar
15
Q
beliebt (<-> unbeliebt)
A
populair
16
Q
etwa
A
ongeveer
17
Q
im Fernsehen
A
op tv
18
Q
langweilig (<-> toll)
A
saai
19
Q
lustig
A
grappig
20
Q
mysteriös
A
mysterieus
21
Q
sehenswert
A
het zien waard
22
Q
toll (<-> langweilig)
A
tof
23
Q
der Autor (Autoren)
A
auteur
24
Q
der Charakter(e)
A
karakter, personage
25
der Comic(s)
strip
26
der Humor (x)
humor
27
der Reiseführer (")
reisgids
28
der Roman(e)
roman
29
der Schauspieler(")
acteur
30
detective(verhaal)
der Krimi(s)
31
thriller
der Thriller(")
32
trailer
der Trailer(")
33
aflevering
die Folge(n)
34
verhaal
die Geschichte(n)
35
komedie
die Komödie(n)
36
programma
die Sendung(en)
37
serie
die Serie(n)
38
tekenfilmserie
die Zeichentrickserie(n)
39
seizoen
die Staffel(n)
40
drama
das Drama (Dramen)
41
nieuws, journaal
die Nachrichten (pl)
42
bekijken
sich ansehen
43
kijken naar
gucken
44
populair
beliebt (<-> unbeliebt)
45
ongeveer
etwa
46
op tv
im Fernsehen
47
saai
langweilig (<-> toll)
48
grappig
lustig
49
mysterieus
mysteriös
50
het zien waard
sehenswert
51
tof
toll (<-> langweilig)
52
auteur
der Autor(en)
53
karakter, personage
der Charakter(e)
54
strip
der Comic(s)
55
humor
der Humor (x)
56
reisgids
der Reiseführer (")
57
roman
der Roman(e)
58
acteur
der Schauspieler (")
59
der Schreibstil (x)
schrijfstijl
60
der Schriftsteller (")
auteur
61
der Verlag(e)
uitgeverij
62
die Bibliothek(en)
bibliotheek
63
die Biografie(n)
biografie
64
die Geschichte(n)
verhaal
65
die Hauptfigur(en)
hoofdpersonage
66
die Rezension(en)
recensie
67
die Zeitschrift(en)
tijdschrift
68
die Zeitung(en)
krant
69
das Buch (Bücher)
boek
70
das Hörbuch (bücher)
luisterboek
71
das Kochbuch (bücher)
kookboek
72
das Sachbuch (bücher)
non-fictieboek
73
das Cover (")
cover
74
das Genre(s)
genre
75
das Märchen (")
sprookje
76
ausleihen
uitlenen
77
dazulernen
bijleren
78
begeistert
enthousiast
79
entspannend
onstpannend
80
großartig
geweldig
81
lesenswert
het lezen waard
82
oberflächlich
oppervlakkig
83
traurig (<-> fröhlich)
droevig
84
unterhaltsam
entertainend
85
der Computer (")
computer
86
der Fernseher (")
tv
87
der Laptop(s)
laptop
88
schrijfstijl
der Schreibstil (x)
89
auteur (s)
der Schriftsteller (")
90
uitgeverij
der Verlag(e)
91
bibliotheek
die Bibliothek(en)
92
biografie
die Biografie(n)
93
verhaal
die Geschichte(n)
94
hoofdpersonage
die Hauptfigur(en)
95
recensie
die Rezension(en)
96
tijdschrift
die Zeitschrift(en)
97
krant
die Zeitung(en)
98
boek
das Buch (Bücher)
99
luisterboek
das Hörbuch (bücher)
100
kookboek
das Kochbuch (bücher)
101
non-fictieboek
das Sachbuch (bücher)
102
cover
das Cover (")
103
genre
das Genre(s)
104
sprookje
das Märchen (")
105
uitlenen
ausleihen
106
bijleren
dazulernen
107
enthousiast
begeistert
108
ontspannend
entspannend
109
geweldig
großartig
110
het lezen waard
lesenswert
111
oppervlakkig
oberflächlich
112
droevig
traurig (<-> fröhlich)
113
entertainend
unterhaltsam
114
computer
der Computer (")
115
tv
der Fernseher (")
116
laptop
der Laptop(s)
117
die Digitalkamera(s)
digitale camera
118
die Hälfte (x)
helft
119
die Spielkonsole(n)
spelconsole
120
die Umfrage(n)
enquête
121
das Drittel (x)
derde
122
das Gerät(e)
toestel
123
das Handy(s)
gsm
124
das Radio(s)
radio
125
das Smartphone(s)
smartphone
126
das Tablet(s)
tablet
127
das Viertel (x)
vierde, kwart
128
die Medien (pl)
media
129
Computerspiele spielen
gamen
130
fernsehen
tv kijken
131
im Internet surfen
op het internet surfen
132
Musik hören
naar muziek luisteren
133
nutzen
gebruiken
134
ab und zu
af en toe
135
am Wochenende
in het weekend
136
dauernd (= ständig)
voortdurend
137
fast
bijna
138
gar nicht
helemaal niet
139
knapp
een kleine, net geen, net niet
140
manchmal
soms
141
mehrmals
meerdere keren
142
monatlich
maandelijks
143
nie (<-> immer)
nooit
144
regelmäßig
regelmatig
145
selten (<-> oft)
zelden
146
digitale camera
die Digitalkamera(s)
147
helft
die Hälfte (x)
148
spelconsole
die Spielkonsole(n)
149
enquête
die Umfrage(n)
150
derde
das Drittel (x)
151
toestel
das Gerät(e)
152
gsm
das Handy(s)
153
radio
das Radio(s)
154
smartphone
das Smartphone(s)
155
tablet
das Tablet(s)
156
vierde, kwart
das Viertel (x)
157
media
die Medien (pl)
158
gamen
Computerspiele spielen
159
tv kijken
Fernsehen
160
op het internet surfen
im Internet surfen
161
naar muziek luisteren
Musik hören
162
gebruiken
nutzen
163
af en toe
ab und zu
164
in het weekend
am Wochenende
165
voortdurend
dauernd, ständig
166
bijna
fast
167
helemaal niet
gar nicht
168
een kleine, net geen, net neit
knapp
169
soms
manchmal
170
meerdere keren
mehrmals
171
maandelijks
monatlich
172
nooit
nie (<-> immer)
173
regelmatig
regelmäßig
174
zelden
selten (<-> oft)
175
ständig
voortdurend
176
täglich
dagelijks
177
wichtig
belangrijk
178
wöchentlich
wekelijks
179
ziemlich
tamelijk
180
der Geschmack (x)
smaak
181
der Promi(s)
bekend persoon
182
der Wetterbericht(e)
weerbericht
183
die Wirtschaft (x)
economie
184
die Wissenschaft(en)
wetenschap
185
das Horoskop(e)
horoscoop
186
das Kreuzworträtsel (")
kruiswoordraadsel
187
dagelijks
täglich
188
belangrijk
wichtig
189
wekelijks
wöchentlich
190
tamelijk
ziemlich
191
smaak
der Geschmack (x)
192
bekend persoon
der Promi(s)
193
weerbericht
der Wetterbericht(e)
194
economie
die Wirtschaft (x)
195
wetenschap
die Wissenschaft(en)
196
horoscoop
das Horoskop(e)
197
kruiswoordraadsel
das Kreuzworträtsel (")
