L’ecole 2 Flashcards
(67 cards)
1
Q
de reden waarom
A
la raison pour laquelle
2
Q
in verhouding tot
A
par rapport à
3
Q
afgesneden van de realiteit
A
être coupé du réel
4
Q
bovendien
A
en outre
5
Q
aangaande
A
concernant
6
Q
in open lucht
A
en plein air
7
Q
boos worden op iemand
A
se fâcher contre qqn
8
Q
van richting veranderen
A
changer de section
9
Q
slagen
A
réussir
10
Q
afschaffen
A
supprimer
11
Q
botsen op
A
se heurter à
12
Q
richten op
A
se focaliser sur
13
Q
beoordelen
A
juger
14
Q
achten, denken
A
estimer
15
Q
beoefenen
A
pratiquer
16
Q
voorbereiden
A
monter une pièce de théâtre
17
Q
invoegen
A
intercaler
18
Q
discussiëren
A
discuter
19
Q
afspreken
A
convenir
20
Q
verluchten
A
aérer
21
Q
verdelen
A
distribuer
22
Q
uitwisselen
A
échanger
23
Q
toestaan
A
permettre
24
Q
plaatsvinden
A
se dérouler
25
straffen
punir
26
verkiezen
élire
27
raadplegen
consulter
28
deelnemen aan
participer à
29
zich beklagen
se plaindre
30
opstellen
rédiger
31
beheren
gérer
32
hoogbegaafd
surdoué
33
verouderd
dépassé
34
gebaseerd op
fondé sur
35
lastig, netelig
épineux/épineuse
36
afstandelijk
distant
37
bekwaam
performant
38
comfortabel
confortable
39
afwezig
absent
40
het gemiddelde
la moyenne
41
een toets
un test
42
een les
un cours
43
de leerstof
la matière
44
een commentaar
un commentaire
45
een rapport
un bulletin
46
een cijfer
une note
47
de evaluatie
l’évaluation
48
een mentor
un mentor
49
een leermeester, initiatiefnemer
un initiateur
50
een vak
une discipline
51
een streven, verlangen
une aspiration
52
het nut
l’utilité
53
een gebrek aan
un manque de
54
de verdeling
la distribution
55
een overdekte speelplaats
un préau
56
een uitwisseling
un échange
57
een opendeurdag
une journée portes ouvertes
58
een gordijn
un rideau
59
een prikbord
un tableau d’affichage
60
een (opberg)vakje
un casier
61
de uitrusting
l’équipement
62
de toelating
la permission
63
het verloop
le déroulement
64
een straf
une punition
65
een klastitularis
un titulaire de classe
66
het kiesrecht
le droit d’élection
68
de raadpleging
la consultation