la quantité Flashcards
1
Q
genoeg
A
assez de
2
Q
veel
A
beaucoup de
3
Q
heel wat (2)
A
bien du/ de la/ de l’/ des
bon nombre de
4
Q
geweldig veel
A
énormément de
5
Q
heel weinig
A
fort peu de
6
Q
het merendeel
A
la plupart du/ de la/ de l’/ des
7
Q
geen
A
ne pas de
8
Q
aardig wat
A
pas mal de
9
Q
weinig
A
peu de
10
Q
verscheidene
A
plusieurs
11
Q
zo weinig
A
si peu de
12
Q
voldoende
A
suffisamment de
13
Q
zoveel (2)
A
tant de
tellement de
14
Q
heel weinig
A
très peu de
15
Q
te veel
A
trop de
16
Q
een menigte
A
une foule de
17
Q
een grote hoeveelheid
A
une grande quantité de
18
Q
een groot aantal
A
un grand nombre de
19
Q
een massa
A
une masse de
20
Q
een meerderheid
A
une majorité de
21
Q
een minderheid
A
une minorité de
22
Q
een kleine hoeveelheid
A
une petite quantité de
23
Q
een klein aantal
A
un petit nombre de
24
Q
een hoop
A
un tas de
25
veel te veel
beaucoup trop
26
vrij veel
assez
27
zo weinig
si peu
28
vrij weinig
assez peu
29
nauwelijks, amper
à peine
30
heel veel
énormément
31
te veel
trop
32
te weinig
trop peuv
33
veel te weinig
beaucoup trop peu