Latijn BWL p13-16 Flashcards
(57 cards)
1
Q
annus
A
jaar
2
Q
ante, antea (adv)
A
tevoren
3
Q
ante (prep)
A
voor
4
Q
antequam
A
voordat
5
Q
antiquus
A
oud
6
Q
antrum
A
grot
7
Q
anxius
A
bezorgd, angstig
8
Q
aper
A
wild zwijn
9
Q
aperire, aperui, apertum
A
openen; onthullen
10
Q
apertus
A
open, openbaar
11
Q
apis, -is
A
bij
12
Q
apparere, -parui
A
verschijnen
13
Q
apparet
A
het is duidelijk
14
Q
appellare
A
toespreken, roepen, noemen
15
Q
appetere, -petivi, -petitum
A
streven naar; begeren
16
Q
apponere, -posui, -positum
A
zetten bij, - op
17
Q
aptus
A
geschikt
18
Q
apud
A
bij
19
Q
aqua
A
water
20
Q
ara
A
altaar
21
Q
aratrum
A
ploeg
22
Q
arbitrium
A
oordeel, beslissing
23
Q
arbitrari
A
menen
24
Q
arbor, -oris (f)
A
boom
25
arcere, arcui
weren
26
arcessere, arcesseri, arcessitum
ontbieden, laten komen
27
arcus, -us
boog
28
ardere, arsi
branden
29
arduus
steil, moeilijk
30
arena, harena
zand
31
argutus
scherp(zinnig)
32
aridus
droog, dor
33
arista
(koren)aar
34
arma, -orum
wapens, tuigage
35
armatus
gewapend
36
armentum
kudde
37
arrigere, -rexi, -rectum
opsteken
38
arripere, -ripio/ripui, -reptum
aangrijpen
39
ars, -tis
ambacht, techniek; wetenschap, kunst
40
artus, -uum
ledematen
41
arvum
bouwland, akker
42
arx, arcis
burcht, citadel
43
asper
ru; moeilijk
44
aspernari
afwijzen
45
aspicere, -spicio/spexi, -aspectum
aanschouwen
46
assequi, -secutus sum
bereiken; verkrijgen
47
assiduus
onafgebroken
48
astrum
ster(rebeeld)
49
at
maar
50
ater
zwart
51
atqui
(maar) toch
52
atrox, -ocis
grimmig, dreigend
53
attingere, -tigi, -tactum
aanraken
54
auctor, -oris
(iemand die aan het begin van iets staat)
55
actoritas, -atis
gezag; besluit (van de senaat)
56
audacia
(over)moed
57
audere, ausus sum
(aan)durven, wagen