leerpad G CCS na RHS Flashcards

(43 cards)

1
Q

de beide hemisferen zijnnodig voor communicatie

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom is rechterhemisfeersyndroom verouderd

A
  • verschillende symptomen
  • verschillende ernstgraad
  • verschillende laesielokalisatie (RH is groot anatomisch gebied)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

30% van personen met RHS heeft meerdere comm stoornissen

A

niet waar, 50 tot 78%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Personen met RHS communiceren beter dan ze praten

A

fout, ze praten beter dan communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

personen RHS hebben moeite met gebruiken van contextinfo

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de helft van de personen in de actute en herstelfase na CVA heeft neglect syndroom

A

waar, 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoort neglect syndroom bij talige cognitieve stoornissen?

A

nee, bij niet-talige cognitieve stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de ruimte of het lichaam wordt … aan de hersenschade verwaarsloosd

A

contralateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

er is geen sprake van verlies van sensorische of motorische functies

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neglect lokalisatie

A

na posterieure RH schade in parietaal kwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

personen met neglect hebben ziekte-inzicht

A

fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe heet je gebrek aan ziekte-inzicht

A

anosognosie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ziet wel, maar verwaarloost de prikkels

A

neglect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ziet niet, dus verwaarloost prikkels

A

hemianopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

personen met RHS hebben problemen met coherentie

A

waar, probl met samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

personen zijn goed in het interpreteren van gedchten, overtuigingen engevoelens van anderen

A

fout, probl met theory of mind –> sociale cognitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

personen met RHS hebben probl met begrijpen van het centrale thema

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

impliciete betekenissen zijn logische conclusies maken over de bedoelde betekenism op basis van wat er gecommuniceerd werd

A

fout, dit zijn interferenties

19
Q

alternatieve betekenissen zijn bv de gelijkenis tussen een pen en een potlood

A

fout, bv een muis als huisdier of muis als computer
dit is herkennen van sem relaties

20
Q

begripsproblemen ‘ik denk dat ik maandag ziek zal zijn’

A

impliciete betekenissen

21
Q

begripsprobl
het is hier koud

A

indirecte verzoeken
–> moeite met het gebruiken van contextinfo

22
Q

personen hebben problemen met begrijpen van humor zoals ironie of sarcasme

23
Q

prosodie is de externe expressie van emotie

A

fout, prosodie is de spraakparameter zoals intonatie

24
Q

affect receptef is het moeite met het interpreteren van de bedoelingen van de luisteraar

A

fout, affect receptief is gestoorde interpretatie van gelaatsexpressie en lichaamstaal

25
bij een neglect agrafie hebben ze de neiging om enkel het linkerdeel van het blad te gebruiken
fout, rechterdeel links negeren ze
26
neglext alexie gras ipv ras is een substitutie van samengesteld woord
niet waar, additie van linkerdeel woord
27
neglect alexie omissie van rechter of linkerhelft van woorden?
linkerhelft --> ze negeren links
28
een hetero anamnese is een vergelijking met premorbide functioneren
waar
29
observatie van conversatie en analyse discourse hoort bij ... in ICF
activ
30
observatie real life comm hoort bij ... in ICF
participatie
31
conversatietraning hoort bij .. in ICF
activ
32
comm partner training persoon hoort bij externe factoren
fout, bij participatie
33
werken aanbewustzijn en inzicht hoort bij ... in ICF
functies
34
gedecontextualiseerde oefeningen waarbij de persoon interpretatie moet geven is goed bij deze doelgroep
fout, vermijden door: - moeten leren om context te gebruiken - in dagelijks leven is er altijd context
35
muis als huisdier, muis van pc
alternatieve betekenissen
36
wat is de gelijkenis tussen een pen en potlood
herkennen van semantische relaties
37
staat het zout op tafel?
indirecte verzoeken
38
probl met big picture --> micro- of macrostructuur?
macrostructuur
39
logische conclusies trekken op basis van wat er gecomm wordt
interferenties
40
we hebben maar een klein beetje stress gehad tijdens corona
ironie --> understatement
41
zo moet je echt verder doen
sarcasme --> omkering
42
wat is homo-anamese
= klachten, inzicht, beoordeling discourse, prosodie, complexe TB (vragenlijst, gesprek)
43
wat is hetero-anamese
vergelijking premorbide functioneren (vragenlijsten en gesprek)