les 1 Flashcards
(39 cards)
de 3 cirkels van EBP =
- wetenschappelijk bewijs (evidence)
- klinische expertise vd behandelaar
- wensen en ervaringen vd patient
waarom onderzoek? (3)
- kwalitatief goede zorg (verantwoordelijkheid vd professional.)
- theoretisch kunnen onderbouwen vh handelen
- aansprakelijkheid
kenmerken v onderzoek (3)
- systematisch
- controleerbaar
- generaliseerbaar
2 manieren om een project systematisch op te zetten (onderzoeksvraag)
- SMART
2. PICO
welke systematische methode voor het opzetten van onderzoeksvragen gebruiken wij op de hogeschool?
PICO
PICO voluit =
P = population I = intervention C = comparison O = outcome
SMART voluit =
S = specifiek M = meetbaar A = acceptabel R = realistisch T = tijdgebonden
wat maakt een onderzoek goed controleerbaar? (4)
- placebo gecontroleerd
- dubbel blind
- homogene groepen
- objectieve outcomes
definitie dubbelblind
noch proefpersoon noch onderzoeker weet welke
product hij/zij krijgt
Placebo:
product zonder werkzame stof X
definitie singleblind
wanneer de proefpersoon niet, maar de onderzoeker wel weet welk product hij/zij krijgt
definitie generaliseerbaar =
het gevonden resultaat moet iets kunnen zeggen voor de volledige populatie waarin je je onderzoek hebt uitgevoerd
De hiërarchie bij onderzoek naar effectiviteit
van behandelingen, van hoog naar laag =
- RCT
- cohort-onderzoek
- patient-controleonderzoek
- patientenserie
- gevalsbeschrijving
De hiërarchie bij onderzoek naar effectiviteit
van behandelingen, van hoog naar laag = (5)
(meta-analyse)
- RCT
- cohort-onderzoek
- patient-controleonderzoek
- patientenserie
- gevalsbeschrijving
soorten onderzoek (9)
- cross-sectioneel
- longitudinaal
- cross-over design
- case-controle
- prospectief oz
- retrospectief
- cohortstudie
- clusteranalyse
- datamining
- meta-analyse
definitie wash-out periode
periode dat er geen onderzoeksproduct gegeven wordt
cross-sectioneel =
de data worden op één moment in de tijd verzameld.
Verschillende groepen die representatief worden geacht voor verschillende kenmerken (leeftijd, ziektebeeld, tijdsperioden,…) worden op één moment onderzocht.
Longitudinaal =
proefpersonen worden gedurende een toekomstige tijd
gevolgd; data worden op twee of meer verschillende momenten in de tijd
verzameld.
Cross-over design =
een longitudinaal onderzoek waarin proefpersonen
afwisselend in de experimentele en controlegroep zitten met ertussen een ‘wash-out’ periode
Case-control onderzoek=
studie die zich richt op het herkennen van
factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een duidelijk beschreven aandoening. Dit gebeurt door een groep patiënten die de aandoening heeft te vergelijken met een groep patiënten die de aandoening niet heeft.
Prospectief onderzoek=
data worden actief verkregen in de tijd
Retrospectief onderzoek =
data die in het verleden verkregen zijn
(onafhankelijk van het huidige onderzoek) worden gebruikt om een onderzoeksvraag op te lossen.
cohortstudie =
een speciaal soort longitudinaal onderzoek waarbij
één groep van blootgestelde en een groep niet-blootgestelde personen gedurende een bepaalde periode op het optreden of mortaliteit van bepaalde ziekten wordt waargenomen.
cohort =
Groep personen die gedurende een bepaalde periode,
bijvoorbeeld een kalenderjaar, eenzelfde (demografische) gebeurtenis heeft meegemaakt.