les 10: vooroordeel en discriminatie Flashcards

(8 cards)

1
Q

discriminerend gedrag

A

al of niet bewuste of bedoelde vijandige of ongelijke behandeling van een sociale groep en groepsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

discriminerende gevolgen

A

algemene regels, procedures of praktijken hebben al of niet bedoeld nadelige gevolgen voor een sociale groep en groepsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

extreme varianten van discriminatie

A
  • dehumanisering (ontmenselijking)
  • genocide (volkerenmoord)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vooroordeel

A

Ongefundeerd oordeel (‘voor-oordeel’)
Tegenover een sociale groep en groepsleden
Vaak ongunstig
=> Componenten:
* Cognitief: (negatieve) beeldvorming
* Affectief: (negatieve) gevoelens
* Conatief: (intentie tot) discriminerend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(Dis)Ableism/validism

A

Discriminatie van mensen met verminderde of beperkte mentale of fysieke capaciteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vijandig seksisme

A

= ‘hostile sexism’
expliciet negatieve houding t.o.v. vrouwen, denken dat vrouwen mannen willen controleren door feminisme en verleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welwillend seksisme

A

= ‘benevolent sexism’
schijnbaar positieve houding t.o.v. vrouwen, denken dat vrouwen warm en puur zijn maar ook zwak, bescherming en steun van mannen nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intergroepsgedrag

A

Wanneer sociale interactie (cognities, gevoelens, gedrag) tussen personen gereguleerd is door het bewustzijn van en de identificatie met verschillende sociale groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly