les 4: zelf en identiteit Flashcards
(15 cards)
looking glass self
we zien onszelf zoals we denken dat anderen ons zien
symbolisch interactionistische zelf
mensen delen symbolen uit (door taal en handelingen) dat meestal abstract zijn eerder dan concrete objecten
objectief zelfbewustzijn
= beeld gezien van buiten af waarin je jezelf vergelijkt met de standaard
zelf-objectificatie
verinnerlijken, internaliseren van objectificatie en ook zo naar jezelf kijken
persoonlijke identiteit
aspecten die eerder persoonlijk zijn: persoonlijke relaties en persoonlijke eigenschappen
sociale identiteit
aspecten die je deelt met een groep
sociale creativiteit
strategieën om positiever zelfbeeld te krijgen zonder positie te verbeteren:
- Unieke kwaliteiten van je groep te benadrukken
- Neerwaartse vergelijking met andere groepen
Queen bee gedrag
vrouwen in een leidingspositie gaan mannen nadoen
=> helpt om een hogere status te bekomen maar je gaat wel afstand nemen van je eigen groep
Promotiefocus
je gaat voor positieve doelen en wilt vermijden dat je geen winst hebt => winst vs geen winst
Preventiefocus
je gaat vooral vermijden om in de problemen te komen => verlies vs geen verlies
Regulatie-fit
fit tussen iemands motivationele orientatie en de manier waarop een doel wordt nagestreefd
bv: bij corona gingen politici zich anders gedragen als ze nr jongeren spraken door te zeggen dat als we nu even moeite deden we erna naar festivals konden gaan dan al ze naar ouderen spraken => men probeert de fit te vinden tussen de booschap en het publiek voor wie de booschap bedoelt is
Terror management
zelfwaardering als buffer tegen angst voor de dood
=> als je je goed voelt, leidt dit je af
Sociometer theorie
zelfwaardering als barometer voor sociale inclusie
Zelfwaardering om je meer aanvaard te voelen
better-than-average-effect
overschatten van de goede en onderschatten van de slechte eigenschappen
self-enhancing triad
de motivatie om een positief zelfbeeld te creëren