LES 14: Kruisen Flashcards

1
Q

Waar mag je rijden om rechts te kruisen?

A

Onder kruisen verstaan we een tegenligger passeren.

Voertuigen moeten zoveel mogelijk rechts op de rijbaan rijden en zijn er rijstroken, op de rechterrijstrook, zodat er met tegenliggers veilig langs rechts kan gekruist worden.

Is de rijbaan erg smal, dan mag je tijdens het kruisen ook over de gelijkgrondse berm rijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar mag je niet rijden om te kruisen?

A

Op sommige plaatsen is naast de rijbaan een brede witte streep geschilderd. Men noemt dat de “denkbeeldige rand van de rijbaan”.

Naast die streep ligt een gedeelte van de openbare weg waarop wagens kunnen parkeren of stilstaan.

Daarop mag je niet rijden om voertuigen te kruisen.

Ook op een fietspad mag het niet, want het fietspad is geen onderdeel van de rijbaan.

Je mag wel op een fietssuggestiestrook rijden om te kruisen, want dat is wel een onderdeel van de rijbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onderlinge afstand tijdens het kruisen

A

De bestuurder moet bij het kruisen een voldoende zijdelingse afstand laten. Indien het nodig is, moet hij naar rechts uitwijken. Daarbij mag hij wel gebruik maken van de gelijkgrondse berm, maar nooit van een fietspad of van de parkeerplaatsen rechts van de denkbeeldige rand van de rijbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kruisen van een tram

A

Het kruisen van spoorvoertuigen gebeurt ook rechts.

Je mag een tram links kruisen als:
- de doorgang te eng is om rechts te kruisen;
- of er zich een geparkeerd of stilstaand voertuig bevindt;
- of als er een hindernis is.

Uiteraard mag je bij het links kruisen geen tegenligger hinderen of in gevaar brengen. Het is dus belangrijk om je er op voorhand van te vergewissen of er een tegenligger aankomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kruisen op een kruispunt zonder pijlen op een wegdek

A

Op een kruispunt zonder pijlen op het wegdek, gebeurt het kruisen langs rechts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kruisen op een kruispunt met pijlen op het wegdek

A

Op een kruispunt met pijlen op het wegdek, gebeurt het kruisen volgens de aanduiding van de pijlen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorrang bij wegversmalling als er geen borden staan

A

Als er geen borden staan die de voorrang regelen, dan moet de bestuurder langs wiens zijde de hindernis is, voorrang verlenen. In dit voorbeeld zal de bruine auto als eerste voorbij de wegversmalling mogen rijden, want de wegversmalling is langs de andere kant van de rijbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Openbare weg met eenrichtingsverkeer

A

Op sommige rijbanen staat dit verkeersbord, dat zegt dat het een weg is met eenrichtingsverkeer. Daar zal je dus geen andere wagens kruisen.

Maar opgelet: het is wel mogelijk dat een onderbord aangeeft dat sommige bestuurders, bijvoorbeeld fietsers of bromfietsers klasse A op die weg in beide richtingen mogen rijden.

Op een weg met eenrichtingsverkeer moet je in normale omstandigheden ook rechts rijden, tenzij er een uitzondering is, zoals we in een vorige filmpje reeds uitgelegd hebben.

Op een weg met eenrichtingsverkeer mag je zowel rechts als links op de rijbaan parkeren, op voorwaarde dat er tussen de geparkeerde auto’s een vrije ruimte van minstens 3 meter blijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly