LES 17: Bevoegde personen Flashcards

1
Q

Bevelen: een arm in de hoogte

A

Wanneer op een kruispunt een agent 1 arm in de hoogte steekt, dan moeten alle weggebruikers stoppen. Wie zich al op het kruispunt bevindt, moet het zo snel mogelijk verlaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bevelen: een of twee armen gestrekt

A

Houdt een agent een of beide armen horizontaal gestrekt, dan moeten de weggebruikers die naar zijn buik en zijn rug toe komen, stoppen.

Weggebruikers die naar zijn vingertoppen of zijn zijkant toe komen, mogen verder het kruispunt oprijden om er rechtdoor, of naar links, of naar rechts af te slaan.

Een agent met twee armen horizontaal gestrekt, geeft dus net hetzelfde bevel als met een arm horizontaal gestrekt.

Alvorens een agent zicht draait, zodat de vingertoppen of zijkant naar jou gericht worden, zal hij eerst zijn arm in de hoogte steken, zodat de weggebruikers het kruispunt kunnen verlaten.

Zijn na het draaien van de agent, de handen nu naar jou gericht, dan moet je natuurlijk eerst voetgangers laten voorgaan die misschien nog bezig waren met over te steken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bevelen: zwaaien

A

Heen en weer met rode toorts
Soms zwaait een agent met een rode lamp in de richting van een bestuurder. Die moet dan stoppen.

Op en neer met armen
Zwaait een agent met zijn armen op en neer, dan wil hij duidelijk maken dat je trager moet rijden.

Draaiende armbeweging Maakt een agent met zijn arm draaiende bewegingen, dan geeft hij aan dat je sneller moet rijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bevelen: fluitje

A

Vaak horen we een agent op een fluitje blazen. Hij doet dit alleen maar om de aandacht te trekken, opdat men zou kijken naar het bevel dat hij met zijn armen geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke personen geven aanwijzigingen

A

Er zijn personen zoals: gemachtigde opzichters, wegkapiteins, gemachtigde signaalgevers, of groepsleiders bij voetgangers of ruiters, die aanwijzingen kunnen geven, die de weggebruikers moeten opvolgen.

Deze personen zijn echter geen bevoegde personen en bijgevolg kunnen zij geen bevelen geven, geen vaststellingen doen, geen verkeer regelen en geen bekeuringen uitschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Personen die aanwijzigingen geven op kruispunten waar geen verkeerslichten staan

A

Op kruispunten waar geen verkeerslichten staan, kunnen zij het verkeer stilleggen, op voorwaarde dat zij herkenbaar zijn en het verkeersbord C3 met een stok omhoogsteken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn prioritaire voertuigen?

A

Een prioritair voertuig is een voertuig dat uitgerust is met blauwe zwaailichten en een speciaal alarmsignaal, zoals politie- en brandweerwagens en de ambulances van hulpdiensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe moet je reageren op prioritaire voertuigen?

A

Zijn de blauwe zwaailichten niet aan, of branden die, maar is er geen alarmsignaal te horen, dan mag je gewoon verder rijden. Maar schijnen de blauwe zwaailichten en hoor je het alarmsignaal, dan moet je voorrang verlenen, indien nodig de rijbaan verlaten of vertragen of stoppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hiërarchische volgorde

A

Hiërarchische volgorde:
1. politieagent,
2. verkeerslichten,
3. verkeersborden i.v.m. voorrang,
4. verkeersregels.

Jullie kennen al een aantal verkeersregels. Bijvoorbeeld dat je op een gewone rijbaan maximaal 70 km/uur mag rijden. Maar verkeersborden gaan boven de regels. Zo kan een verbodsbord zeggen dat de maximaal toegelaten snelheid slechts 50 km/uur mag zijn. Verkeerslichten staan nog een stap hoger. En is er een bevoegd persoon, dan tellen de lichten niet meer, maar alleen maar zijn bevelen. (Zelfs een ambulance met zwaailichten en alarmsignaal moet stoppen als een agent het bevel geeft).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly